Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

část

Uit WikiWoordenboek
  • část

část v

  1. deel, stuk; een afsplitsing van een hoeveelheid
    «Pizzu jsme rozdělili na dvě části
    De pizza hebben we in twee stukken verdeeld.
  2. deel, bestandsdeel, element; een stuk van het geheel
    «Byzantské říši vděčíme za vidličku, část příboru pocházející právě odtud.»
    We danken de vork aan het Byzantijnse rijk, het deel van het bestek dat hier vandaan kwam.
  1. díl monbezield, fragment monbezield, kus monbezield, pasáž v, podíl monbezield, segment monbezield, součást v, úsek monbezield, zlomek monbezield
  2. komponenta v, složka v
  1. celek monbezield