zinkgeel
Uiterlijk
- zink·geel
- samenstelling van zink en geel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zinkgeel | |
verkleinwoord |
het zinkgeel o
- (RAL-kleur) een kleur geel met RAL-nummer 1018; een wat donkere kleur geel.
- Heeft u die ook in het zinkgeel?
stellend | |
---|---|
onverbogen | zinkgeel |
verbogen | zinkgele |
zinkgeel
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur geel, met RAL-nummer 1018.
- Hij rijdt in een zinkgele auto.
Naamwoorden die kleuren aangeven kunnen afhankelijk van de taal puur zelfstandig (z) of puur bijvoeglijk (b) zijn. Vaak echter zijn zij in principe zelfstandig maar worden zij ook bijvoeglijk gebruikt (z/b) of juist het omgekeerde (b/z)
1.
|
- Het woord 'zinkgeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.