vrieskou
Uiterlijk
- vries·kou
- samenstelling van vries ww en kou
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrieskou | |
verkleinwoord | vrieskoutje | vrieskoutjes |
de vrieskou v
- weer waarbij de temperatuur onder de nul graden Celsius blijft
- Ruim een decennium ging daarna ijsvrij voorbij. En uiteraard ontstond juist in de afwezigheid het verlangen. Maar de strenge winters bleven uit. Ja, toen ik allang studeerde kwam de vrieskou mondjesmaat terug: een of twee tochtjes per seizoen. Een jaar of vijf geleden kwam ik de briefkaart van mijn tante weer tegen. Het liefst had ik meteen mijn schaatsen uit het vet gehaald. Maar door deadlines, geldgebrek en relatieperikelen stelde ik mijn Scandinavische schaatsdroom jaar na jaar uit. Tot de uitnodiging van Almgrens Travel kwam om mee te gaan op twee schaatstochten. [1]
- Het woord vrieskou staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrieskou" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Gemma Venhuizen 9 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be