volvreten
Uiterlijk
- vol·vre·ten
- samenstelling van vol bw en vreten ww
volvreten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
volvreten |
vrat vol |
volgevreten |
klasse 5 | volledig |
- wederkerend (pejoratief) veel, snel, en ongezond, eten
- Ze is ook niet meer de kille perfectioniste met het perfecte figuur en de onberispelijke kleding: Claire kampt net als de meeste andere vrouwen van haar leeftijd met overtollige pondjes. Haar gezellige vriend Dirk, die zich voortdurend volvreet, heeft daar ook de hand in. Er is bijna geen shot waarin Marcel Musters niét iets in zijn mond propt. Als hij Claire ten huwelijk vraagt in een restaurant, doet hij dat met olijventapenade tussen zijn tanden. Claire zegt volmondig ’ja’, maar gaandeweg slaat bij haar de twijfel toe. [1]
- Vakantie blijkt toch niet alleen maar goed voor ons te zijn. We rusten misschien wel meer en hebben minder stress, maar daar staat tegenover dat we ons volvreten en te veel suiker en vet binnen krijgen. Daarnaast wordt er meer gerookt en minder gesport. De positieve gevolgen van de vakantie vallen hierdoor helaas een beetje in het niet. [2]
- Melisa Schaufeli gaat weer naar de sportschool en is goed bezig, vertelt ze in haar nieuwe vlog. Ze bezoekt met vriendinnen een festival maar laat de patat aan zich voorbijgaan. 'Ik heb niet echt meer een dag dat ik me volvreet.' [3]
1.
- Het woord volvreten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ De Telegraaf MYRTHE VAN DER WOLF 07 jan. 2013 Gooische Vrouwen geheide filmhit
- ↑ De Telegraaf 24 dec. 2015 'Vakantie niet alleen maar goed voor je gezondheid'
- ↑ De Telegraaf 06 jul. 2018 Mooi weer Melisa: ’Ik ben echt goed bezig want ik neem geen patat’
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 5 in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal