verdwenen
Uiterlijk
- ver·dwe·nen
- vervoeging van verdwijnen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
vervoeging van |
---|
verdwijnen |
verdwenen
- meervoud verleden tijd van verdwijnen
- Wij verdwenen.
- Jullie verdwenen.
- Zij verdwenen.
- Wij verdwenen.
- voltooid deelwoord van verdwijnen
- Dat is verdwenen.
- Het woord verdwenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdwenen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be