veldspaat
Uiterlijk
- veld·spaat
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gesteente’ voor het eerst aangetroffen in 1782 [1]
- samenstelling van veld zn en spaat zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veldspaat | veldspaten |
verkleinwoord | - | - |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord veldspaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "veldspaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ veldspaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).