snoeitang
Uiterlijk
- snoei·tang
- samenstelling van snoei ww en tang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snoeitang | snoeitangen |
verkleinwoord |
- een apparaat waarmee je grotere of kleinere takken van een boom of struik kunt knippen
- Mijn eerste boom gaat krakend om. Dan komen de mensen met de snoeitangen die de resterende takken afknippen, als aasgieren die zich op een prooi storten. Dit is leuk, meer dan leuk. Ik kan een boom vellen! Ik wil er een meeslepen naar mijn grot. En overal ruikt het naar hars, die op mijn broek, jas en haar blijkt te zitten. Ik wil meer bomen doodmaken, nog veel meer. [1]
- Het woord snoeitang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snoeitang" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC Corine Vloet 30 september 2006
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be