programmeur
Uiterlijk
- Geluid: programmeur (hulp, bestand)
- pro·gram·meur
- Naamwoord van handeling van programmeren met het achtervoegsel -eur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | programmeur | programmeurs |
verkleinwoord | programmeurtje | programmeurtjes |
de programmeur m
- (beroep) iemand die programmeert (b.v. (informatica) iemand die computerprogramma's schrijft)
- mannelijke vorm van programmeuse
- software
1.
- Het woord programmeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "programmeur" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
programmeur | le programmeur | programmeurs | les programmeurs |
programmeur m
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eur in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 11
- Zelfstandig naamwoord in het Frans