presentatie
Uiterlijk
- Geluid: presentatie (hulp, bestand)
- IPA: /ˌpresɛnˈtatsi/
- pre·sen·ta·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanbieding, voorstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
- Naamwoord van handeling van presenteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | presentatie | presentaties |
verkleinwoord | presentatietje | presentatietjes |
de presentatie v
- het presenteren (aanbieden) van iets, voordracht
- Zij houden een presentatie over hun onderzoek.
- de wijze waarop iets gebracht wordt, uitvoering
- (juridisch) aanbod
- bedrijfspresentatie, boekpresentatie, groepenpresentatie, kinderpresentatie, productpresentatie, uitvoerpresentatie, videopresentatie, webpresentatie
- presentatielaag, presentatieprogramma, presentatieruimte, presentatiesoftware, presentatietechniek, presentatievaardigheid, presentatiewerk
1. het presenteren van iets
- Het woord presentatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "presentatie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "presentatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ presentatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -atie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %