langoer
Uiterlijk
- lan·goer
- uit het Hindi [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | langoer | langoeren |
verkleinwoord |
de langoer m
- (primaten) Presbytini lid van de geslachtengroep van de familie apen van de Oude Wereld
- ▸ Heuglijk nieuws in bange tijden. De Apenheul meldt deze eerste paasdag de geboorte van een hanuman langoer.[2]
- ▸ Tot voor kort werden nog tamme grijze langoeren, een grotere apensoort, aan de ministeries ingezet om kleinere apen die op talloze plaatsen voor problemen zorgen op afstand te houden.[3]
- echte langoeren
- bandlangoer, Barbes langoer, bleekdijlangoer, brillangoer, catbalangoer, gouden langoer, goudkleurige langoer, ha-tinhlangoer, Javaanse langoer, kuiflangoer, mentawailangoer, mutslangoer, phayrelangoer, rode langoer, soendalangoer, thomaslangoer, tonkinlangoer, varkensstaartlangoer, witbrauwlangoer, witkoplangoer, witromplangoer, witvoorhoofdlangoer, zwartkuiflangoer
- Het woord langoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "langoer" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ langoer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Arnoud Heins“Heuglijk nieuws in bange tijden: baby geboren in de Apenheul” (12-04-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron gjs“Aapimitatoren ingezet tegen apenplaag in New Delhi” (01/08/2014), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be