kleine rog
Uiterlijk
- Geluid: kleine rog (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- klei·ne rog
- verbinding van kleine en rog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleine rog | kleine roggen |
verkleinwoord | klein roggetje | kleine roggetjes |
de kleine rog m
- (kraakbeenvissen) Leucoraja erinacea een rog uit de familie Rajidae . Deze kraakbeenvis komt voor in kustwateren met een grind- of zandbodem, in het westelijk deel van de Atlantische Oceaan van Nova Scotia tot Noord-Carolina. De kleine rog is 40 tot 50 cm groot, maar kan de 54 cm bereiken. De kleur varieert van grijsachtig tot verschillende schakeringen bruin, waarbij de randen lichter zijn dan het midden op de rug. De meeste kleine roggen hebben donkere stippels op de rug. De onderzijde is wit of grijs
- Het woord 'kleine rog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.