geliefd

• Geluid:  geliefd    (hulp, bestand)

• ge·liefd

• vervoeging van gelieven: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel ^[1]

geliefd

1. van wie of waarvan gehouden wordt

   • Hij is een van de geliefdste auteurs van het land. 
   • De koninklijke familie is nu geliefder dan een aantal jaren terug. 
   • Hij werkte graag in zijn geliefde tuin. 

   ▸ Ik had al 12 dagen niet gedoucht en kwam moe maar voldaan aan in de stad South Lake Tahoe om eindelijk weer eens uit te rusten. Een geliefde vakantiestad voor skiërs in de winter en watersportliefhebbers in de zomer.^[2]

   ▸ Nee, Harald was zestien jaar, zijn neef, Lauritz'en Ingeborgs geliefde oudste zoon, een jongen die ze aan zijn zorg en bescherming hadden toevertrouwd.^[3]

geliefd

1. voltooid deelwoord van gelieven

• ongeliefd

• Het woord geliefd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geliefd" herkend door: