Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

fluitje

Uit WikiWoordenboek
  • fluit·je

het fluitjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fluit
  • een fluitje van een cent
iets heel simpels
•  En daarom kon ze dus staande houden dat de oorlog een fluitje van een cent was, terwijl Albert er vaak van had gedroomd dat zijn fluit voor Cécile... [1] 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 18
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be