clog
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud |
---|---|
clog | clogs |
clog
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to clog |
he/she/it | clogs |
verleden tijd | clogged |
voltooid deelwoord |
clogged |
onvoltooid deelwoord |
clogging |
gebiedende wijs | clog |
clog
- overgankelijk verstoppen [2], doen verstoppen, laten dichtslibben
- overgankelijk belemmeren, hinderen
- overgankelijk in de boeien slaan, kluisteren
- onovergankelijk verstopt raken
- onovergankelijk stollen
clog m
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Schoeisel in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Woorden in het Iers
- Woorden in het Iers met audioweergave
- Woorden in het Iers met IPA-weergave
- Klanknabootsing in het Iers
- Zelfstandig naamwoord in het Iers