bond
Uiterlijk
- bond
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘verbond, vereniging’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1552 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bond | bonden |
verkleinwoord | bondje | bondjes |
- samenwerkingsverband van mensen of landen
- Syrië is voor Poetin ook een testcase om te kijken hoe ver hij kan gaan. Parallellen die worden getrokken met het falen van de Volkerenbond in Ethiopië en het testen van Hitlers nieuwe arsenaal in de Spaanse burgeroorlog vanaf 1936 zijn niet helemaal uit de lucht gegrepen. [4]
- vereniging
- FNV Kiem, de bond voor kleine zelfstandigen in de creatieve sector, houdt per 1 juli op te bestaan. Een meerderheid van de huidige 28.000 leden stapt toch over naar de fusiebond FNV, die in 2015 ontstond.[5]
|
1.
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bond | bonds |
verkleinwoord | bondje | bondjes |
de bond m
vervoeging van |
---|
binden |
bond
- enkelvoud verleden tijd van binden
- Ik bond.
- Jij bond.
- Hij, zij, het bond.
- Ik bond.
- Het woord bond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bond" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bond" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bond op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Marcel Kurpershoek NRC 23 februari 2016
- ↑ NRC 13 juni 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %