bedi

bedi ^[1]

1. omdat, want

bedi ^[2]

1. daardoor, daarom

   «Succinus dats d'ambersteen.
   Ysidorus seghet over een
   dattet sap van pijnbome si,
   ende dat ute rennet, ende bedi
   so werdet teene steene.»^[3]

   Succinus dat is barnsteen.
   Isidorus zegt daarover
   dat het sap van een pijnboom zou zijn
   en dat het naar buiten zou vloeien, en daarom
   zou verstenen

bedi

1. verouderde spelling of vorm van beden tot 2012 (beden van beda / bede)

(verouderd) onbepaalde tweede vrouwelijke vorm van de stellende trap van beden ^[1]

bedi

1. verouderde spelling of vorm van bede tot 2012 (bede van beda / bede)

(verouderd) onbepaalde onzijdige vorm van de stellende trap van beden ^[1]

bedi

1. verouderde spelling of vorm van bede tot 2012 (bede van beda / bede)

(verouderd) voltooid deelwoord van be ^[1]

bedi

1. verouderde spelling of vorm van bedd tot 2012 (bedd van beda / bede)

(verouderd) voltooid deelwoord van be ^[1]

bedi

1. verouderde spelling of vorm van bedt tot 2012 (bedt van beda / bede)

(verouderd) voltooid deelwoord van be ^[1]