ambachtelijk

• Geluid:  ambachtelijk    (hulp, bestand)

• am·bach·te·lijk

• afgeleid van ambacht met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

ambachtelijk

1. volgens de methoden van het oude ambacht

   • Dit ambachtelijke product is niet goedkoop, maar wel erg mooi. 

   ▸ Toen Rebecca, Amy en Tim hem - feliciteerden met de opening van het café, haalde hij zijn brede schouders op alsof de hele tent, van de chromen tapkast tot de verlichte planken met ambachtelijk bier, spontaan was ontstaan.^[1]

   ▸ Ik haal de worsten altijd bij een ambachtelijke slager in Aken, omdat hij de kruiden erin doet die ik me uit mijn jeugd herinner.^[2]

• ambachtelijkheid

• Het woord ambachtelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ambachtelijk" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.