achting
Uiterlijk
- ach·ting
- Naamwoord van handeling van achten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achting | - |
verkleinwoord |
de achting v
- aanzien, respect
- De trainer is sterk gestegen in mijn achting.
- De held werd met veel achting behandeld.
1. aanzien
- Het woord achting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "achting" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be