aubade
Uiterlijk
- au·ba·de
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ochtendhulde met muziek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1616 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aubade | aubades aubaden |
verkleinwoord |
de aubade v
- (feest) een muzikale hulde die 's ochtends gebracht wordt
1.
- Het woord aubade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aubade" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "aubade" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be