omkoopsom
Uiterlijk
- om·koop·som
- samenstelling van omkopen ww en som zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omkoopsom | omkoopsommen |
verkleinwoord |
- geld dat aan een functionaris als privépersoon wordt gegeven om een beslissing te maken als functionaris die in het voordeel is van degene die de omkoopsom betaalt
- De Italiaanse premier Silvio Berlusconi was medeverantwoordelijk voor de omkoopsom die zijn mediabedrijf Fininvest in de jaren negentig van de vorige eeuw op tafel legde om de uitgever Mondadori te kopen. Dat constateert een rechtbank in de zaak tegen Fininvest. „Silvio Berlus [1]
- Behalve Oerlasjov zijn ook drie van zijn medewerkers opgepakt. De vier zouden een omkoopsom van omgerekend ruim 324 duizend euro hebben geëist van een aannemer. [2]
- Het woord omkoopsom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omkoopsom" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Reformatorisch Dagblad 05-10-2009 Rechtbank: Berlusconi medeverantwoordelijk voor corruptie
- ↑ Het Parool 3 JULI 2013 enige-burgemeester-oppositiepartij-rusland-opgepakt
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be