positie
Uiterlijk
- po·si·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1641 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | positie | posities |
verkleinwoord | positietje | positietjes |
de positie v
- een stand van het lichaam
- De sportman stond in positie , klaar om met al zijn armspieren de kogel zo ver mogelijk te stoten.
- een innerlijke houding
- Hij bevond zich in een erg pijnlijke positie nadat zijn vriendin hem verlaten had.
- een plaats van waaruit men iets onderneemt
- De racewagen vertrok vanuit een erg gunstige positie waardoor hij ook de wedstrijd kon winnen.
- een toestand waarin iets of iemand zich bevindt
- De advocaat wist zich geen raad met de huidige positie van zijn cliënt.
- ▸ „Elk incident, elke publicatie in de media is slecht voor de positie van Centric, want wij opereren in een markt waarin vertrouwen ontzettend belangrijk is”, schetste Luijten.[2]
- een vaste betrekking
- De vrijgekomen positie bij het Openbare Ministerie was heel snel ingenomen.
- ▸ Daardoor kwam de verantwoordelijkheid voor het huis en het land ook grotendeels neer op de schouders van de kamerheer. Geoffrey Poke had zich al stevig geïnstalleerd aan de top van de hiërarchie van de bedienden toen Emont lord werd, en de combinatie van Geoffreys zucht naar macht en Emonts desinteresse gaf hem de gelegenheid om zijn positie verder uit te breiden.[3]
- een maatschappelijke stand
- Mensen die te rade gaan bij het OCMW bevinden zich vaak in een erg benarde positie.
- ▸ Ontwikkel jezelf, zodat je altijd in een positie bent om elke keuze te maken die je zou willen maken.[4]
- (muziek) de ligging van de hand
- Tijdens het bespelen van de gitaar moeten de vingers vaak in een erg pijnlijke positie geplaatst worden om een bepaald akkoord zuiver te laten klinken.
- (militair) een opstelling van troepen en materieel
- De kolonel brulde over het terrein dat iedereen zich in positie moest zetten.
- plaats in een rij
- Albert stond in derde positie, achter Berry en de jonge Péricourt, die zich omdraaide als om na te gaan of iedereen er wel was. [5]
- (natuurkunde) een punt in een n-dimensionale ruimte wat met coördinaten kan worden gekarakteriseerd (-> locatie)
1. een stand van het lichaam
2. een innerlijke houding
3. een plaats van waaruit men iets onderneemt
4. een toestand waarin iemand zich bevindt
5. een vaste betrekking
6. een maatschappelijke stand
7. de ligging van de hand
8. een opstelling van troepen en materieel
- Het woord positie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "positie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "positie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Angelique Kunst“Na elk krantenartikel lijdt Gerard Sanderinks Centric verlies: ‘We worden afgeschilderd als domme mensen’” (26-04-2022), Tubantia
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 15
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bezieldheid: niet geanimeerd
- Metadomein: abstract
- Muziek in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %