Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 2016
Recent studies have shown that it is possible to foster affective involvement between people with... more Recent studies have shown that it is possible to foster affective involvement between people with congenital deafblindness and their communication partners. Affective involvement is crucial for well-being, and it is important to know whether it can also be fostered with people who have congenital deafblindness and intellectual disabilities. This study used a multiple-baseline design to examine whether an intervention based on the Intervention Model for Affective Involvement would (i) increase affective involvement between four participants with congenital deafblindness and intellectual disabilities and their 13 communication partners and (ii) increase the participants' positive emotions and decrease their negative emotions. In all cases, dyadic affective involvement increased, the participants' very positive emotions also increased and the participants' negative emotions decreased. The results indicate that communication partners of persons with congenital deafblindness and intellectual disabilities can be successfully trained to foster affective involvement.
Als er per persoon meerdere metingen van een afhankelijke variabele beschikbaar zijn, spreken we ... more Als er per persoon meerdere metingen van een afhankelijke variabele beschikbaar zijn, spreken we van een design met herhaalde metingen (binnengroependesign of within-subjects design). De herhaalde metingen kunnen verschillen in het tijdstip van afname maar er kan ook sprake zijn van verschillende omstandigheden (condities) waaronder de metingen zijn verkregen. Bovenstaand abstract is daarvan een voorbeeld. Martin en Siddle (2003) onderzochten
Bovenstaande samenvatting is een voorbeeld van een toepassing van een moderatoranalyse. Stacy e.a... more Bovenstaande samenvatting is een voorbeeld van een toepassing van een moderatoranalyse. Stacy e.a. (1992) onderzochten of het rookgedrag van highschoolleerlingen bepaald werd door sociale normen en rookgedrag van medeleerlingen. Zij vroegen zich onder meer af of leerlingen minder ontvankelijk waren voor sociale druk vanuitmedeleerlingen en dusminder vaak of niet rookten als zij in staat waren tot zelfsturing (self-efficacy) dan wanneer
Analysetechnieken zoals multipele regressie en variantieanalyse richten zich vaak op samenhang tu... more Analysetechnieken zoals multipele regressie en variantieanalyse richten zich vaak op samenhang tussen meer dan twee variabelen. Voor een correcte evaluatie en interpretatie van deze complexe uitkomsten is inzicht in de eenop- een-relaties tussen variabelen onontbeerlijk. Bepaalde variabelen zouden bijvoorbeeld bijna hetzelfde kunnen meten en daarom beter vervangen kunnen worden door een van beide variabelen of door een combinatie van beide
Bovenstaande tekst is een bewerking van een samenvatting in een artikel van Wegener, Petty en Kle... more Bovenstaande tekst is een bewerking van een samenvatting in een artikel van Wegener, Petty en Klein (1994). Zij plaatsten personen in verschillende stemmingcondities en onderzochten vervolgens of men, afhankelijk van de conditie waarin men zat, verschillend reageerde. De analysetechniek die in dit hoofdstuk centraal staat, variantieanalyse (ANOVA), is gericht op het analyseren van dit type gegevens. De vraag is dan
Elke statistische analysetechniek is gebaseerd op een aantal aannames. Om gerechtvaardigde conclu... more Elke statistische analysetechniek is gebaseerd op een aantal aannames. Om gerechtvaardigde conclusies te kunnen trekken uit de resultaten van een analyse over de populatie waaruit de steekproef getrokken is, is het nodig dat aan deze aannames voldaan is. De belangrijkste assumpties in regressieanalyse zijn: – De steekproef bestaat uit onafhankelijke waarnemingen. – Er is sprake van een lineair model, dat
Multipele regressie is, zoals bovenstaande voorbeelden illustreren, een techniek waarmee de relat... more Multipele regressie is, zoals bovenstaande voorbeelden illustreren, een techniek waarmee de relatie tussen onafhankelijke variabelen en een afhankelijke variabele kan worden onderzocht. De onafhankelijke variabelen worden ook wel voorspellende of verklarende variabelen genoemd, de afhankelijke variabele ook wel respons-, criterium- of effectvariabele. Multipele regressie zoekt naar een model waarin de afhankelijke variabele zo goed mogelijk kan worden voorspeld (verklaard) uit de onafhankelijke variabelen. Daartoe wordt een regressievergelijking geconstrueerd waarin de voorspellende variabelen lineair gecombineerd worden:hat Y = b0 + b1 X1 + b2 X2 + ¼</font >+ bk Xk . hat Y = b_0 + b_1 X_1 + b_2 X_2 + \ldots + b_k X_k .
In regressieanalyse wordt verondersteld dat zowel de afhankelijke variabele (responsvariabele) al... more In regressieanalyse wordt verondersteld dat zowel de afhankelijke variabele (responsvariabele) als de onafhankelijke variabelen (verklarende variabelen) continue variabelen zijn. In empirisch onderzoek komt het echter vaak voor dat variabelen categorisch zijn. Deze variabelen plaatsen individuen in een bepaalde groep of categorie in plaats van dat de individuen gescoord worden op een continue schaal. De vraag rijst nu of deze categorische variabelen ook in een regressieanalyse gebruikt mogen worden. Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van twee dingen: 1) gaat het om categorische afhankelijke of categorische onafhankelijke variabelen (of beide), en 2) om welk type categorische variabele gaat het? We beginnen met het laatste punt.
Among the wide variety of procedures to handle missing data, imputingthe missing values is a popu... more Among the wide variety of procedures to handle missing data, imputingthe missing values is a popular strategy to deal with missing itemresponses. In this paper some simple and easily implemented imputationtechniques like item and person mean substitution, and somehot-deck procedures, are investigated. A simulation study was performed based on responses to items forming a scale to measure a latent trait
ABSTRACT Introduction: In this study, we applied the Intervention Model for Affective Involvement... more ABSTRACT Introduction: In this study, we applied the Intervention Model for Affective Involvement (IMAI) to four participants who are congenitally deafblind and their 16 communication partners in 3 different settings (school, a daytime activities center, and a group home). We examined whether the intervention increased affective involvement between the participants and their communication partners and whether it increased positive emotions and reduced negative emotions in the participants. Methods: We used video observations in a multiple-baseline design across subjects to assess the effects of the 20-week intervention on the communication partners’ interactions with the participants. Results: After onset of the intervention, affective involvement increased for three participants, while all four participants showed an increase in positive emotions and a decrease in negative emotions. During follow-up, the positive effect on the participants’ behaviors decreased in most cases, but remained visible as compared to the baseline level. Discussion: The findings demonstrate that the IMAI can be successfully applied to persons who are congenitally deafblind. Given the small number of participants, replication of the intervention is recommended. Implications for practitioners: Affective involvement can be increased by training, but it is difficult to maintain this effect over time. Coaching of communication partners on a more permanent basis is recommended to maintain the sharing of emotions between persons who are congenitally deafblind and their communication partners.
Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 2016
Recent studies have shown that it is possible to foster affective involvement between people with... more Recent studies have shown that it is possible to foster affective involvement between people with congenital deafblindness and their communication partners. Affective involvement is crucial for well-being, and it is important to know whether it can also be fostered with people who have congenital deafblindness and intellectual disabilities. This study used a multiple-baseline design to examine whether an intervention based on the Intervention Model for Affective Involvement would (i) increase affective involvement between four participants with congenital deafblindness and intellectual disabilities and their 13 communication partners and (ii) increase the participants&amp;amp;#39; positive emotions and decrease their negative emotions. In all cases, dyadic affective involvement increased, the participants&amp;amp;#39; very positive emotions also increased and the participants&amp;amp;#39; negative emotions decreased. The results indicate that communication partners of persons with congenital deafblindness and intellectual disabilities can be successfully trained to foster affective involvement.
Als er per persoon meerdere metingen van een afhankelijke variabele beschikbaar zijn, spreken we ... more Als er per persoon meerdere metingen van een afhankelijke variabele beschikbaar zijn, spreken we van een design met herhaalde metingen (binnengroependesign of within-subjects design). De herhaalde metingen kunnen verschillen in het tijdstip van afname maar er kan ook sprake zijn van verschillende omstandigheden (condities) waaronder de metingen zijn verkregen. Bovenstaand abstract is daarvan een voorbeeld. Martin en Siddle (2003) onderzochten
Bovenstaande samenvatting is een voorbeeld van een toepassing van een moderatoranalyse. Stacy e.a... more Bovenstaande samenvatting is een voorbeeld van een toepassing van een moderatoranalyse. Stacy e.a. (1992) onderzochten of het rookgedrag van highschoolleerlingen bepaald werd door sociale normen en rookgedrag van medeleerlingen. Zij vroegen zich onder meer af of leerlingen minder ontvankelijk waren voor sociale druk vanuitmedeleerlingen en dusminder vaak of niet rookten als zij in staat waren tot zelfsturing (self-efficacy) dan wanneer
Analysetechnieken zoals multipele regressie en variantieanalyse richten zich vaak op samenhang tu... more Analysetechnieken zoals multipele regressie en variantieanalyse richten zich vaak op samenhang tussen meer dan twee variabelen. Voor een correcte evaluatie en interpretatie van deze complexe uitkomsten is inzicht in de eenop- een-relaties tussen variabelen onontbeerlijk. Bepaalde variabelen zouden bijvoorbeeld bijna hetzelfde kunnen meten en daarom beter vervangen kunnen worden door een van beide variabelen of door een combinatie van beide
Bovenstaande tekst is een bewerking van een samenvatting in een artikel van Wegener, Petty en Kle... more Bovenstaande tekst is een bewerking van een samenvatting in een artikel van Wegener, Petty en Klein (1994). Zij plaatsten personen in verschillende stemmingcondities en onderzochten vervolgens of men, afhankelijk van de conditie waarin men zat, verschillend reageerde. De analysetechniek die in dit hoofdstuk centraal staat, variantieanalyse (ANOVA), is gericht op het analyseren van dit type gegevens. De vraag is dan
Elke statistische analysetechniek is gebaseerd op een aantal aannames. Om gerechtvaardigde conclu... more Elke statistische analysetechniek is gebaseerd op een aantal aannames. Om gerechtvaardigde conclusies te kunnen trekken uit de resultaten van een analyse over de populatie waaruit de steekproef getrokken is, is het nodig dat aan deze aannames voldaan is. De belangrijkste assumpties in regressieanalyse zijn: – De steekproef bestaat uit onafhankelijke waarnemingen. – Er is sprake van een lineair model, dat
Multipele regressie is, zoals bovenstaande voorbeelden illustreren, een techniek waarmee de relat... more Multipele regressie is, zoals bovenstaande voorbeelden illustreren, een techniek waarmee de relatie tussen onafhankelijke variabelen en een afhankelijke variabele kan worden onderzocht. De onafhankelijke variabelen worden ook wel voorspellende of verklarende variabelen genoemd, de afhankelijke variabele ook wel respons-, criterium- of effectvariabele. Multipele regressie zoekt naar een model waarin de afhankelijke variabele zo goed mogelijk kan worden voorspeld (verklaard) uit de onafhankelijke variabelen. Daartoe wordt een regressievergelijking geconstrueerd waarin de voorspellende variabelen lineair gecombineerd worden:hat Y = b0 + b1 X1 + b2 X2 + ¼</font >+ bk Xk . hat Y = b_0 + b_1 X_1 + b_2 X_2 + \ldots + b_k X_k .
In regressieanalyse wordt verondersteld dat zowel de afhankelijke variabele (responsvariabele) al... more In regressieanalyse wordt verondersteld dat zowel de afhankelijke variabele (responsvariabele) als de onafhankelijke variabelen (verklarende variabelen) continue variabelen zijn. In empirisch onderzoek komt het echter vaak voor dat variabelen categorisch zijn. Deze variabelen plaatsen individuen in een bepaalde groep of categorie in plaats van dat de individuen gescoord worden op een continue schaal. De vraag rijst nu of deze categorische variabelen ook in een regressieanalyse gebruikt mogen worden. Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van twee dingen: 1) gaat het om categorische afhankelijke of categorische onafhankelijke variabelen (of beide), en 2) om welk type categorische variabele gaat het? We beginnen met het laatste punt.
Among the wide variety of procedures to handle missing data, imputingthe missing values is a popu... more Among the wide variety of procedures to handle missing data, imputingthe missing values is a popular strategy to deal with missing itemresponses. In this paper some simple and easily implemented imputationtechniques like item and person mean substitution, and somehot-deck procedures, are investigated. A simulation study was performed based on responses to items forming a scale to measure a latent trait
ABSTRACT Introduction: In this study, we applied the Intervention Model for Affective Involvement... more ABSTRACT Introduction: In this study, we applied the Intervention Model for Affective Involvement (IMAI) to four participants who are congenitally deafblind and their 16 communication partners in 3 different settings (school, a daytime activities center, and a group home). We examined whether the intervention increased affective involvement between the participants and their communication partners and whether it increased positive emotions and reduced negative emotions in the participants. Methods: We used video observations in a multiple-baseline design across subjects to assess the effects of the 20-week intervention on the communication partners’ interactions with the participants. Results: After onset of the intervention, affective involvement increased for three participants, while all four participants showed an increase in positive emotions and a decrease in negative emotions. During follow-up, the positive effect on the participants’ behaviors decreased in most cases, but remained visible as compared to the baseline level. Discussion: The findings demonstrate that the IMAI can be successfully applied to persons who are congenitally deafblind. Given the small number of participants, replication of the intervention is recommended. Implications for practitioners: Affective involvement can be increased by training, but it is difficult to maintain this effect over time. Coaching of communication partners on a more permanent basis is recommended to maintain the sharing of emotions between persons who are congenitally deafblind and their communication partners.
Uploads
Papers by Mark Huisman