bekomen
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Pronunciation
[edit]Etymology 1
[edit]From Middle Dutch becōmen, from Old Dutch bikuman, from Proto-Germanic *bikwemaną. Equivalent to be- + komen.
Verb
[edit]bekomen
- (intransitive) to recover
- Jan van den Broek, "Het beleg van Groningen, mei-juli 1594", in P. Th. M. Boekholt (red.), Rondom de reductie: vierhonderd jaar provincie Groningen, 1594-1994, 1994, 37.
- Verder wilden ze, om te bekomen van de geleden schade, vrijdom van licenten en andere belastingen voor een periode van twee jaren, ze wilden verschoond blijven van een garnizoen in de stad en er mocht ook geen dwangburcht worden aangelegd ten laste van de stad zoals Alva dat enkele tientallen jaren tevoren had gedaan.
- Jan van den Broek, "Het beleg van Groningen, mei-juli 1594", in P. Th. M. Boekholt (red.), Rondom de reductie: vierhonderd jaar provincie Groningen, 1594-1994, 1994, 37.
- (transitive, Belgium) to obtain, to acquire
- Verslag van den toestand der gemeente Amsterdam gedurende het jaar 1907, 1908, 266.
- Bij een kleinen binnenbrand in perceel Rozengracht 195, ontstaan door het in brand geraken van een petroleumtoestel, heeft de bewoonster, welke in beschonken toestand verkeerde, ernstige brandwonden aan het onderlijf bekomen;
- E. Derom, Ro. Gosselink & M. Decramer, "Longfunctieonderzoek op de intensieve zorgenafdeling", in M. Demedts & M. Decramer (eds.), Longfunctieonderzoek. Technieken, toepassingen, interpretaties, 1998, 259.
- Om accurate metingen van het debiet te bekomen, wordt een pneumotachograaf aan de endotracheale tube, het circuit of het mondstuk bevestigd.
- Geert Verbeke, "Kun je met statistiek werkelijk alles bewijzen?", in Bart Raymaekers (ed.), Denken en weten over de wereld, in Lessen voor de eenentwintigste eeuw (series), is. 14, 2008, 225.
- Toch is de p-waarde slechts een kans die uitdrukt hoe waarschijnlijk het is dat een bekomen resultaat puur toeval is.
- Verslag van den toestand der gemeente Amsterdam gedurende het jaar 1907, 1908, 266.
- to please, to be enjoyable
Conjugation
[edit]Conjugation of bekomen (strong class 4, irregular, prefixed) | ||||
---|---|---|---|---|
infinitive | bekomen | |||
past singular | bekwam | |||
past participle | bekomen | |||
infinitive | bekomen | |||
gerund | bekomen n | |||
present tense | past tense | |||
1st person singular | bekom | bekwam | ||
2nd person sing. (jij) | bekomt, bekom2 | bekwam | ||
2nd person sing. (u) | bekomt | bekwam | ||
2nd person sing. (gij) | bekomt | bekwaamt | ||
3rd person singular | bekomt | bekwam | ||
plural | bekomen | bekwamen | ||
subjunctive sing.1 | bekome | bekwame | ||
subjunctive plur.1 | bekomen | bekwamen | ||
imperative sing. | bekom | |||
imperative plur.1 | bekomt | |||
participles | bekomend | bekomen | ||
1) Archaic. 2) In case of inversion. |
Derived terms
[edit]Etymology 2
[edit]See the etymology of the corresponding lemma form.
Participle
[edit]bekomen
- past participle of bekomen
Declension
[edit]Declension of bekomen | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | bekomen | |||
inflected | bekomen | |||
positive | ||||
predicative/adverbial | bekomen | |||
indefinite | m./f. sing. | bekomen | ||
n. sing. | bekomen | |||
plural | bekomen | |||
definite | bekomen | |||
partitive | bekomens |
Categories:
- Dutch terms with IPA pronunciation
- Dutch terms with audio pronunciation
- Rhymes:Dutch/oːmən
- Rhymes:Dutch/oːmən/3 syllables
- Dutch terms inherited from Middle Dutch
- Dutch terms derived from Middle Dutch
- Dutch terms inherited from Old Dutch
- Dutch terms derived from Old Dutch
- Dutch terms inherited from Proto-Germanic
- Dutch terms derived from Proto-Germanic
- Dutch terms prefixed with be-
- Dutch lemmas
- Dutch verbs
- Dutch intransitive verbs
- Dutch transitive verbs
- Belgian Dutch
- Dutch class 4 strong verbs
- Dutch irregular strong verbs
- Dutch prefixed verbs
- Dutch prefixed verbs with be-
- Dutch non-lemma forms
- Dutch past participles