dbo:abstract
|
- La trappe à inactivité (également connue sous le nom de piège à l'emploi en Belgique) désigne les désincitations que connaît une personne sans emploi à en trouver un, notamment en raison de la perte de revenus d'assistance qui résulterait de l'obtention d'un emploi. Elle est différente de la trappe à pauvreté qui désigne, elle, la désincitation à accroître le revenu d'une personne déjà employée (augmentation de la durée d'emploi ou de l'effort en vue d'avoir un meilleur taux de salaire). Un écart inexistant, insuffisant ou même défavorable entre revenus d'inactivité et revenus d'activité peut aussi bien résulter de l'insuffisance de la rémunération du travail que de l'existence de prestations sociales. L'idée de trappe à inactivité est le vecteur d'une critique d'aides sociales mal pensées voire d'une critique de l'État-providence et de la protection sociale en leur principe. En effet, les prestations sociales actuelles sont diminuées voire supprimées lorsque les revenus du travail augmentent, pouvant conduire dans certains pays à des situations où l’individu pourrait avoir intérêt à ne pas accepter un travail (cas principalement des emplois à temps partiel). Le revenu de solidarité active (RSA) mis en place en France par le gouvernement Fillon a ainsi pour principal objectif de suppléer aux défauts du revenu minimum d'insertion (RMI) sur ce point-là. Il fait suite à d'autres mesures qui entendaient répondre au même problème théorique comme la prime pour l'emploi ou les réformes du RMI de la fin des années 1990 (les mesures dites d'intéressement). La portée réelle de ces trappes est controversée. Aucune étude économétrique n'a pu en montrer l'existence réelle (sauf en ce qui concerne l'ancienne allocation de parent isolé) alors que des études nombreuses doutent de la portée empirique de cette théorie (cf. infra). En particulier cette théorie considère le chômage, l'emploi et le travail (qui n'est pas nécessairement rémunéré) uniquement sous l'angle de l'intérêt économique et du montant des revenus.[réf. nécessaire] Pour Jean Gadrey, appréhender le chômage à travers l'angle des trappes à inactivité aboutit à une théorie du choix rationnel en faveur d'un « chômage volontaire ». Or, une multitude d'autres facteurs que la rationalité économique intervient dans le phénomène du chômage et de l'emploi : la offerte par un emploi, qui peut pousser à accepter un emploi dont la rémunération est inférieure à celle obtenue antérieurement, ou encore les problèmes de garde d'enfant, d'accompagnement dans l'emploi via le Pôle emploi et les services publics similaires de recherche d'emploi, etc. (fr)
- The welfare trap (or unemployment trap or poverty trap in British English) theory asserts that taxation and welfare systems can jointly contribute to keep people on social insurance because the withdrawal of means-tested benefits that comes with entering low-paid work causes there to be no significant increase in total income. According to this theory, an individual sees that the opportunity cost of getting a better paying job is too great for too little a financial return, and this can create a perverse incentive to not pursue a better paying job. (en)
- Armoedeval is het verschijnsel dat mensen die (relatieve) armoede lijden nauwelijks mogelijkheden hebben hun maatschappelijke situatie te verbeteren. Een specifieke vorm van dit begrip 'armoedeval' wordt door politieke partijen (van links tot rechts) gehanteerd, namelijk als het effect dat optreedt wanneer iemand met een uitkering er in inkomen op achteruitgaat als hij of zij een betaalde baan krijgt (marginale lastendruk is groter dan 100%). Dit effect wordt veroorzaakt doordat er diverse regelingen zijn die meer kosten of minder opleveren naarmate men meer verdient. Naast de gebruikelijke marginale belastingdruk (het marginale belastingpercentage) zijn er dan ook percentages die aangeven hoeveel meer sociale premies men betaalt en hoeveel minder uitkering, toeslag/subsidie of kwijtschelding men krijgt bij toename van het inkomen. Er kunnen ook "discontinuïteiten" zijn, waarbij één extra euro inkomen tot gevolg heeft dat een uitkering, toeslag/subsidie of kwijtschelding in een lagere categorie komt of geheel vervalt. Bovendien kan het gaan werken extra kosten met zich meebrengen voor bijvoorbeeld woon-werkverkeer (met vaak geen goede mogelijkheden om van dalurenkorting gebruik te maken), kinderopvang, nettere kleding, minder tijd om zelf eten klaar te maken waardoor men buitenshuis moet eten, minder tijd om naar de voordeligste winkel te gaan of van voordelige aanbiedingen gebruik te maken, minder tijd om reparaties zelf uit te voeren waardoor men deze moet laten doen of meer nieuw moet kopen, enz. Door dit effect zijn mensen vaak niet of slechts in geringe mate in staat of gemotiveerd om hun maatschappelijke situatie te verbeteren. Soms wordt er een bredere definitie van de armoedeval gehanteerd, namelijk 'het gebrek aan financiële prikkels om (meer) te gaan werken'. Het verminderen van de armoedeval door het gelijkmatig maken van de totale lastendruk in de ruime zin van het woord, en het voorkómen dat deze boven de 100% komt, is niet omstreden. Het verminderen van de armoedeval door het verlagen van uitkeringen, toeslagen/subsidies en kwijtscheldingen is daarentegen een politieke keuze die ongunstig is voor wie er niet in slaagt zijn maatschappelijke situatie te verbeteren. Het woord "val" wordt hier gebruikt in de betekenis van fuik, dat wil zeggen "gevangenzitten". (nl)
- Välfärdsfällan, eller arbetslöshetsfällan eller fattigdomsfällan är en teori som hävdar att beskattning och välfärdssystem tillsammans kan bidra till att människor förpassas till socialförsäkring eftersom tillbakadragandet av behovsprövade förmåner som följer med att gå in i lågbetalda arbeten gör att det inte finns någon betydande ökning av de totala inkomsterna. En individ ser att alternativkostnaderna för att återvända till jobbet är för stora och ger för lite ekonomisk avkastning, och detta kan skapa ett att inte arbeta. (sv)
|
dbo:thumbnail
| |
dbo:wikiPageID
| |
dbo:wikiPageLength
|
- 12270 (xsd:nonNegativeInteger)
|
dbo:wikiPageRevisionID
| |
dbo:wikiPageWikiLink
| |
dbp:wikiPageUsesTemplate
| |
dct:subject
| |
rdf:type
| |
rdfs:comment
|
- The welfare trap (or unemployment trap or poverty trap in British English) theory asserts that taxation and welfare systems can jointly contribute to keep people on social insurance because the withdrawal of means-tested benefits that comes with entering low-paid work causes there to be no significant increase in total income. According to this theory, an individual sees that the opportunity cost of getting a better paying job is too great for too little a financial return, and this can create a perverse incentive to not pursue a better paying job. (en)
- Välfärdsfällan, eller arbetslöshetsfällan eller fattigdomsfällan är en teori som hävdar att beskattning och välfärdssystem tillsammans kan bidra till att människor förpassas till socialförsäkring eftersom tillbakadragandet av behovsprövade förmåner som följer med att gå in i lågbetalda arbeten gör att det inte finns någon betydande ökning av de totala inkomsterna. En individ ser att alternativkostnaderna för att återvända till jobbet är för stora och ger för lite ekonomisk avkastning, och detta kan skapa ett att inte arbeta. (sv)
- La trappe à inactivité (également connue sous le nom de piège à l'emploi en Belgique) désigne les désincitations que connaît une personne sans emploi à en trouver un, notamment en raison de la perte de revenus d'assistance qui résulterait de l'obtention d'un emploi. Elle est différente de la trappe à pauvreté qui désigne, elle, la désincitation à accroître le revenu d'une personne déjà employée (augmentation de la durée d'emploi ou de l'effort en vue d'avoir un meilleur taux de salaire). (fr)
- Armoedeval is het verschijnsel dat mensen die (relatieve) armoede lijden nauwelijks mogelijkheden hebben hun maatschappelijke situatie te verbeteren. Een specifieke vorm van dit begrip 'armoedeval' wordt door politieke partijen (van links tot rechts) gehanteerd, namelijk als het effect dat optreedt wanneer iemand met een uitkering er in inkomen op achteruitgaat als hij of zij een betaalde baan krijgt (marginale lastendruk is groter dan 100%). Dit effect wordt veroorzaakt doordat er diverse regelingen zijn die meer kosten of minder opleveren naarmate men meer verdient. Naast de gebruikelijke marginale belastingdruk (het marginale belastingpercentage) zijn er dan ook percentages die aangeven hoeveel meer sociale premies men betaalt en hoeveel minder uitkering, toeslag/subsidie of kwijtscheld (nl)
|
rdfs:label
|
- Trappe à inactivité (fr)
- Armoedeval (nl)
- Welfare trap (en)
- Välfärdsfällan (sv)
|
owl:sameAs
| |
prov:wasDerivedFrom
| |
foaf:depiction
| |
foaf:isPrimaryTopicOf
| |
is dbo:wikiPageRedirects
of | |
is dbo:wikiPageWikiLink
of | |
is rdfs:seeAlso
of | |
is foaf:primaryTopic
of | |