Woestijn
“Het ziet er kaal en desolaat uit, maar tóch is hier leven.”
De woestijn of woestuin is de afdeling van de dierentuin waar de woeste, en meer bepaald de meest woeste of "woestste" diersoorten worden tentoongesteld. Het begrip "woestijn" wordt ook vaak in een zeer ruime betekenis gebruikt om eentonige, on- of moeilijk bewoonbare gebieden mee aan te duiden, die echter meestal niet de woeste dieren herbergen waarom het hele concept uiteindelijk draait.
Definitie van woest[bewerken]
Een organisme wordt als "woest" aanzien wanneer het
- slechte tafelmanieren vertoont;
- zich niet kamt;
- organismen uit evolutionair gelijke of hogere klassen verscheurt;
- geen geluid zachter dan 80 decibel voortbrengt;
- onduidelijk articuleert;
- zijn gesprekspartner loerend aankijkt.
Een woest dier[1] hoort tegelijkertijd weggehouden te worden van andere dieren, en tegelijkertijd toch, bij wijze van lering en waarschuwing, getoond te worden. Een kluif dus voor de dierentuin.
Verwoesting[bewerken]
Niet alle woeste organismen zijn dat van bij de geboorte: sommige van oorsprong tamme dieren worden woest naarmate ze ouder worden. Sommige soorten zijn wel woest van bij de geboorte, maar zijn in de loop der generaties geëvolueerd van tam naar woest. Dergelijke evoluties (intra- en extragenerationeel) worden samen met de term "verwoesting" aangeduid, en tot op heden is nog niemand erin geslaagd om het procedé om te keren. Schijnbaar kunnen sommige woeste dieren tam gemaakt worden, maar een ogenblik van onoplettendheid of gebrek aan voldoende voedsel kunnen het temwerk ongedaan maken.
Indeling van de woestijn[bewerken]
Een goed uitgeruste woestijn is doorgaans onderverdeeld in vier grote afdelingen: de ijswoestijn, de waterwoestijn, de baksteenwoestijn en de zandwoestijn, die op overzichtsplannen steevast en wereldwijd respectievelijk worden aangeduid met de kleuren wit, blauw, rood en geel. Deze plannen inspireerden overigens de Nederlandse schilder Piet Mondriaan voor een groot deel van zijn oeuvre. De vier afdelingen worden elk zelden of nooit "en bloc" aangelegd, maar versnipperd tussen de andere, om de monotonie te doorbreken enerzijds, en om elkaar vijandig gezinde maar in eenzelfde habitat thuis horende woestelingen van elkaar te scheiden anderzijds. Onmisbaar is ook de oase, aangegeven in groen.
IJswoestijn[bewerken]
De ijswoestijn is de meest energievretende afdeling, omdat de temperatuur er niet boven de min één graden Celcius mag komen, een belangrijke vereiste voor de aanwezigheid van ijs. Woeste dieren die er zich prima thuis voelen, zijn de ijsbeer, de zeehond, de dopefish en de eskimo. Het gehele oppervlak is bedekt met ijs van variabele dikte, en die variabiliteit is nodig om het landschap minder eentonig te maken door de creatie van heuvels en dalen, pieken en ravijnen. De aanwezigheid van een vis in een een niet-vloeibare omgeving mag de argeloze bezoeker dan verrassen, voor de kenner van deze soort is dit fenomeen perfect te verklaren. De dopefish is namelijk zo intens en immens dom, dat hij na millennia van vriesdoden nog steeds niet doorheeft dat hij in de waterwoestijn thuishoort. Taai visje, die dopefish. En hardleers.
Waterwoestijn[bewerken]
De waterwoestijn is te vergelijken met de ijswoestijn, maar dan boven nul graden Celsius. Aangezien water boven nul een vloeibaar iets is, en vloeibare ietsen de neiging hebben om waterpas te gaan staan, liggen of hangen, is dit de meest eentonige woestijn voor wie enkel naar het wateroppervlak kijkt. Daarom zijn er glazen wanden aangebracht, die toelaten om de situatie onder water te aanschouwen, en de woeste waterdieren te observeren, zoals daar zijn de badeend, de kogelvis en de zeekoe. Een apart geval is de woestijnvis: deze bijzonder woeste diersoort brult met gemak een hele oceaan doof, verscheurt walvissen dat het een lieve lust is, en is zeer onaangenaam in de omgang. Door zijn door ichtyologen[2] terecht té algemeen gevonden benaming, wordt wel eens onterecht aangenomen dat hij ook in andere woestijnen voorkomt. Maar vissen leven in water, ook al is het een waterwoestijn.
Baksteenwoestijn[bewerken]
De baksteenwoestijn is het enige woestijngebied waarin woeste dieren voorkomen die verwoest zijn door een door mensen gecreëerde omgeving: van zodra mensen huizen, wijken en steden in baksteen gingen bouwen, begonnen in die troosteloze, dorre omgevingen ook woeste dieren op te duiken, die men uiteindelijk begon weg te vangen om ze in een op hun noden afgestemde baksteenwoestijn onder te brengen, in een dierentuin. De oudste baksteenwoestijn is die van Mumbai[3] (India). Behalve de gebruikelijke bewoners zoals de draak en de kleiduif, vinden we daar ook een uitgebreide keuze uit exemplaren van de meest tot de verbeelding sprekende en daardoor uiteindelijk spreekwoordelijk geworden baksteenwoestijnbewoner: de woestijnroeper. Deze humanoïde[4] tweepoter brult wereldverbeterende boodschappen zó hard de woestijn in, dat alle andere baksteenwoestijnbewoners in paniek wegrennen, en dus zijn boodschappen niet horen. Spijtig, want anders zou de wereld er ongetwijfeld al heel anders hebben uitgezien[5].
Zandwoestijn[bewerken]
De zandwoestijn wordt, mede met behulp van het warmte-overschot gegenereerd door de artificiële afkoeling van de ijswoestijn, op een temperatuur boven de veertig graden Celsius gehouden, omdat alleen zo de typische zandwoestijndieren hun woestheid behouden. Zo wordt bijvoorbeeld een schorpioen mak als een lammetje bij 39 graden, en verliest hij zijn angel zodra de temperatuur onder de dertig graden zakt. Het woestijnschip of, ouderwetser, schip der woestijn, is een hoogpotig, bultig dier, dat ondanks zijn woeste eigenschappen tóch als lastdier wordt gehouden, en daar is dan ook heel wat kennis van zaken voor nodig. De bijnaam "schip" ("kahmehl" in het Arabisch, want daar komen ze vandaan) komt van de indrukwekkende stapels goederen die erop kunnen gestouwd worden, en de even indrukwekkende hoeveelheden vloeistof die in de bulten kunnen opgeslagen worden. Het woestijnschip is het enige levende schip, of, zoals de Arabieren dat gekscherend zeggen, "de enige boot op poten", en komt voort met zowel één als twee bulten. Verder vinden we er ook het niet te onderschatten bomgordeldier en de hamster.
Oase[bewerken]
Woestijnen kunnen op de bezoeker een diepe indruk van desolaatheid en vijandigheid nalaten. Daarom voorziet elk zoobestuur een aangename, comfortabele en vooral groene ruimte, waar de bezoeker weer bij zinnen kan komen, en er zich kan van vergewissen dat er nog aangename plekjes te vinden zijn op deze planeet. Dat zou ook kunnen zónder deze "oase" genoemde plaats, ware het niet dat de meeste dierentuinen in het centrum van een stad gelegen zijn, en dus bij het verlaten van de zoo niet meteen soelaas bieden. Sinds de invoering, in 1752, van de Overheerlijke Aartsverfrissende Sprankeldrankjesverschaffend Etablissement door de Schönbrunn-dierentuin in Wenen (Oostenrijk), is de oase uit geen woestijn meer weg te denken.
Universele woestijnbewoner[bewerken]
Het enige woestijndier dat zich in méér dan één woestijn thuis voelt, en zelfs in alle vier, is de panda. Dit merkwaardige feit was de aanleiding tot het gebruiken van een pandalogo om de grens van een woestijn aan te geven. Zijn ogenschijnlijk rustige uiterlijk en nog misleidender traagheid maken er een geducht en gevreesd medebewoner van: de andere woestijndieren zijn verplicht om naar zijn scheurkalenderwijsheden te luisteren, omdat ze anders door hem verscheurd worden als kalenderblaadjes. De wijsheden zijn zonder uitzondering van Chinese makelij, en hebben al talloze woeste dieren tot verinnerlijkte waanzin gedreven, puur uit angst voor de reactie van een panda die niet kan tegen het zich niet beluisterd voelen. Een tragedie.
Woestijnvorming[bewerken]
Het begrip "woestijn" heeft een zó diepe indruk nagelaten op en in het menselijke brein, dat het ook toegepast wordt buiten de muren of tralies of ander hekkenwerk van de dierentuin. Zo gebruikt men het woord om regio's aan te duiden die sterk doen denken aan de eerder behandelde dierentuinafdeling, zoals de Sahara en de Kempen. Deze gebieden zijn echter van de echte woestijnen te onderscheiden door het gebrek aan enig muur- of traliewerk, al kan de struikomzoming van de Kempen wel voor verwarring zorgen. Een andere tekortkoming is het ontbreken van de panda, het enige woestijndier dat zich in alle woestijnen ophoudt, als het maar echte woestijnen zijn.
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 23 juli 2018 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|
Notenbalk[bewerken]
- ↑ Woeste planten zijn te zeldzaam om er een stuk van de dierentuin voor in te richten, en van het bestaan van woeste eencelligen is nog geen sluitend bewijs geleverd.
- ↑ Liefhebbers van levende vis: zij verafschuwen de consumptie ervan.
- ↑ "Bombay" voor nostalgici, "Bollywood" voor liefhebbers van Indische films.
- ↑ De enige onder de woestijndieren, maar niet helemaal onverwacht, aangezien de baklsteenwoestijn een menselijke creatie is!
- ↑ Misschien zelfs nóg anders dan wanneer Cleopatra's neus korter ware geweest, althans volgens Blaise Pascal.