Randwijk
Randwijk is, anders dan de naam doet vermoeden, geen wijk in de Randstad maar een dorp in de Betuwe. De oppervlakte is benaderd op 34 Betuwsche Knerpels en komt overeen met 1,5 keer de grootte van een stuk grond. Het dorp telt rond de duizend inwoners waarvan meer dan de helft dit overigens ontkent.
Randwijk. | |||
Plaats in Gelria (Nederland) | |||
Dorpswapen Randwijk | |||
Basisgegevens | |||
Provincie | Gelderland / Bataafs eiland / | ||
Land | Gelria (Nederland) | ||
Oppervlakte | 34 Bet. Knerpels | ||
Inwoners | waarschijnlijk rond 1000 | ||
Politiek | Nederduits Multi-gereformeerde Unie | ||
Overige | |||
Taal | Randwijks | ||
bevolkingsstrucuur | alleen Randwijkers | ||
|
OntstaanBewerken
Randwijk is ontstaan tijdens de laatste ijstijd, toen de glaciale lob die nogal abrupt eindigde bij Wageningen de ijsbewoners van zich afschudde. Niet in staat de ijsmassa opnieuw te beklimmen, vestigden deze bewoners zich aan de voet van de gletsjer. De nederzetting kende toen ongeveer honderd zielen waarvan meer dan de helft dit ontkende. Zij rekenden zich tot het IJsvolk.
NaamgevingBewerken
Van de naamsbetekenis zijn meerdere uitleggen bekend. De meest algemene betekenis is die uit de laatste IJstijd. Zij die niet meer de rand van de gletsjer wensten te beklimmen en die aldus ontweken, werden 'Randwijkers' genoemd. Hun nederzetting heette dien ten gevolge 'Randwijk'.
Een andere betekenis zou zijn, dat het een 'wijk' aan de rand van de rivier betrof. Dit is echter onzin. Een rivier heeft oevers en geen randen. Iets wat de mensen in Den Oever (N.H.) aan de rand van de Zuiderzee ook nooit goed begrepen hebben.
Een derde uitleg mist enig historische grondslag. De Romeinen die hier in hun tijd (de Romeinen hanteerden een eigen tijd) een wachttoren met een eigen wijkje voor handwerklieden en prostitues (rugwerklieden) hadden, noemden de plek 'Radiums Vicea'. Door de recente vondst van een verkeersbord met het opschrift 'Randwijk' in een plaatselijke grafheuvel uit de steentijd is deze theorie verworpen.
GeschiedenisBewerken
Over de vroegste geschiedenis is niet zoveel bekend. Het dorp was er nu eenmaal en niemand heeft moeite genomen daar aantekening van te maken. Dit veranderde met de komst van de Romeinen. Een wachttoren werd gebouwd naast het bestaande dorp bij een doorwaadbare plaats in de Rijn (latijn: 'Rhenus', naar de stad Rhenen die een eindje stroomafwaarts ligt) De eerste wachttorenhoofdman is bekend uit de literatuur; het betrof de oospronkelijk Bataafse hoofdman Lexcus Verenus Noviomagus ("Hij, Lexcus genaamd, met een kop als een varaan en uit Nijmegen bovendien"), zijn naam leeft voor in het toponiem 'Lexcesveer'.
Met het vertrek van de Romeinen en daarmee het enige bekende sociale hoogtepunt in de dorpsgemeenschap, begonnen de donkere middeleeuwen. In de elfde eeuw werd een stenen kelder gebouwd onder aan de dijk. Hoge grondwaterstand noopte deze kelder bovengronds te bouwen. Wat de bedoeling van de kelder was, is niet bekend. Wel heeft de gemeenschap hier altijd, tot op de dag van vandaag, haar religieuze bijeenkomsten gehouden.
Een tegenslag was het vertrek van de volledige familie Van Randwijck, tweede helft vijftiende eeuw. Zij namen hun net gebouwde kasteel, de Oldeborgh, mee naar Holland. Randwijkers hebben nog geprobeerd een nieuw kasteel te bouwen (de Nijeborgh) maar dit was weinig succesvol. In de tweede wereldoorlog werd Randwijk door de Duitse artillerie volledig van de aardbodem weggevaagd, inclusief de trappenschacht van de bovengrondse kelder (abusievelijk ook wel aangezien voor een toren) De kelder zelf bleef staan. Voor het bombardement van Randwijk heeft Duitsland in 1949 een belangrijke waardering gekregen van de Vereeniging voor Verantwoorde Planologie. De herbouw van Randwijk vond pas in de jaren zestig plaats toen gevluchte Randwijkers nergens welkom bleken te zijn, alhoewel meer dan de helft ontkende Randwijker te zijn. Omdat het dorp buiten de Wederopbouwplannen was gehouden, hebben Randwijkers hun eigen steenoven gebouwd en het dorp op de meest saaie manier herbouwd.
EconomieBewerken
Het huidige dorp kent een spijker- en cementwinkel (een overblijfsel uit de herbouwperiode), een snackbar en een garage. Plannen om een lucifer-restauratie-atelier in het dorp te vestigen zijn afgewezen vanwege de nogal behoudende en conservatief ingerichte plaatselijke bevolking. Veel Randwijkers werken buitenshuis, bijvoorbeeld in de achtertuin.
ReligieBewerken
Het dorp is streng gelovig. Iedereen gelooft dat zij 's zondags samen moeten komen in de bovengrondse kelder. Daar zijn ze heel streng in.
DialectBewerken
Door haar bijzondere ontstaansgeschiedenis is de Randwijker onmiddellijk te herkennen aan zijn dialect. Dit is een wonderlijk samengaan van oud-Noors en een onbekende Inuittaal. Daar het Randwijks altijd met de tanden op elkaar wordt gesproken in verband met het voorkomen dat vliegen en muggen worden binnengezogen, is de taal alleen voor Randwijkers te verstaan.