NL9400726A

NL9400726A - Pre-unwinding device for use with a spoolless loom and loom provided with such a device.

Info

Publication number: NL9400726A
Application number: NL9400726A
Authority: NL
Inventors: Gerard Cox
Original assignee: Te Strake Bv
Priority date: 1994-05-03
Filing date: 1994-05-03
Publication date: 1995-12-01
Also published as: WO1995030033A1; EP0774018B1; EP0774018A1; JPH09512589A; DE69509902T2; DE69509902D1; AU2319795A; CN1147279A; CN1044628C; US5725027A

Description

Titel: Voorafwikkelinrichting voor toepassing bij een spoelloos weefgetouw en weefgetouw voorzien van een derqeliike inrichting.Title: Pre-unwinding device for use with a spoolless loom and loom provided with such a device.

De uitvinding heeft betrekking op een voorafwikkelinrichting voor toepassing bij een weefgetouw, meer in het bijzonder bij een spoelloos weefgetouw werkend met een inslagdraad-injecteur.The invention relates to a pre-winding device for use with a loom, more particularly with a spoolless loom operating with a weft thread injector.

Weefgetouwen, in het bijzonder van de laatstgenoemde soort, zijn vaak voorzien van een voorafwikkelinrichting waarbij de inslagdraad voor het te fabriceren weefsel afgenomen wordt van een voorraadklos en van een tussen de voorraadklos en een orgaan, in het bijzonder een met vloeistof of lucht werkende injecteur voor het inbrengen van de inslagdraad tussen de kettingdraden, gelegen opwikkellichaam.Looms, in particular of the latter type, are often provided with a pre-winding device in which the weft thread for the fabric to be manufactured is taken from a supply bobbin and from an in-between bobbin and an organ, in particular a liquid or air injector for inserting the weft thread between the warp threads, the winding body located.

Op dit opwikkellichaam wordt de draad door een relatieve rotatie van de draad en opwikkellichaam, in naast elkaar liggende, al dan niet van elkaar gescheiden, wikkelingen opgelegd. Algemeen gebruikelijk is dat het opwikkellichaam stilstaat en de draad door een roterende, meestal holle, arm daarop gewikkeld wordt.The thread is imposed on this winding body by a relative rotation of the thread and the winding body in adjacent windings, which may or may not be separated from each other. It is a common practice that the winding body is stationary and the wire is wound on it by a rotating, usually hollow, arm.

De draad wordt van het opwikkellichaam afgetrokken door het bovengenoemde orgaan, bijvoorbeeld de injecteur en tussen de kettingdraden gebracht.The thread is pulled off the take-up body by the above-mentioned member, for example the injector, and inserted between the warp threads.

Na het aftrekken van de gewenste lengte van de draad, welke ongeveer gelijk is aan de breedte van het stelsel van de naast elkaar gelegen kettingdraden, wordt het aftrekken van de draad gestopt en de draad doorgesneden.After subtracting the desired length from the thread, which is approximately equal to the width of the array of adjacent warp threads, the stripping is stopped and the thread is cut.

Om het stoppen van de draad te bewerkstelligen, waarmee de lengte van de inslagdraad wordt bepaald, bevindt zich in een opvangcilinder die het opwikkellichaam omgeeft een stoporgaan dat zodanig gevormd en geplaatst is dat het op het moment waarop de draadafloop vanaf het opwikkellichaam gestopt moet worden binnen de opvangcilinder in aktie kan komen en het verder lopen van de draad verhindert.In order to effect the stopping of the thread, which determines the length of the weft thread, a collecting cylinder surrounding the winding body is provided with a stop member which is shaped and placed such that at the moment the thread run-off from the winding body is to be stopped within the receiving cylinder can come into action and prevent the thread from running further.

Het stoporgaan is bijvoorbeeld een pen welke bijvoorbeeld elektromagnetisch aangedreven wordt en ongeveer loodrecht op de as van het opwikkellichaam kan bewegen.The stopper is, for example, a pin which is, for example, electromagnetically driven and can move approximately perpendicular to the axis of the winding body.

Tussen het opwikkellichaam en de omgevende cilinder beweegt de draad zich naar de cilinder toe en van daar naar het orgaan, bijvoorbeeld de injecteur, voor het inbrengen van de inslagdraad tussen de kettingdraden.Between the winding body and the surrounding cylinder, the thread moves towards the cylinder and from there to the member, for example the injector, for inserting the weft thread between the warp threads.

De omgevende cilinder heeft meestal een koepelvormige verlenging met een stroomafwaarts gelegen centrale uitvoeropening voor de draad.The surrounding cylinder usually has a domed extension with a downstream central outlet for the wire.

Door een geschikte dimensionering van het opwikkellichaam en de omgevende opvangcilinder en juiste plaatsing van het stoporgaan, kan men er voor zorgen dat de van het opwikkellichaam naar buiten aflopende draad weinig 'knikt', waaronder verstaan wordt dat de draad een glad verloop heeft waardoor ook bij dunne en kwetsbare draden geen onnodige wrijving, welke zou kunnen leiden tot kluwenvorming, draadbeschadiging en eventueel zelfs breuk optreedt.By suitable dimensioning of the winding body and the surrounding collecting cylinder and correct placement of the stopper, it is possible to ensure that the wire running out of the winding body outwards does not 'kink', which is understood to mean that the wire has a smooth course, which means that thin and fragile threads do not cause unnecessary friction, which could lead to tangling, thread damage and possibly even breakage.

Een dergelijke juiste dimensionering en plaatsing is vrijwel onmogelijk indien het opwikkellichaam een variabele instelbare diameter en de opvangcilinder een niet variabele diameter heeft.Such correct dimensioning and placement is virtually impossible if the winding body has a variable adjustable diameter and the receiving cylinder has a non-variable diameter.

Inrichtingen van deze soort zijn bekend en bijvoorbeeld beschreven in E.P. Application 9 111 27 45.4.Devices of this kind are known and described, for example, in E.P. Application 9 111 27 45.4.

Bij een instelling van het opwikkellichaam op een kleinere diameter wordt bij gelijkblijvende diameter van de opvangcilinder de ringvormige ruimte tussen deze beide delen groter, waardoor de draad een grotere 'knik' zou kunnen krijgen.When the winding body is set to a smaller diameter, the annular space between these two parts becomes larger while the diameter of the collecting cylinder remains the same, so that the wire could get a greater 'kink'.

Men zou dit probleem kunnen oplossen door ook de diameter van de opvangcilinder te verkleinen. Dit zou in de praktijk betekenen dat men verschillende opvangcilinders met verschillende diameter zou moeten gebruiken of een opvangcilinder met variabele diameter. Beide oplossingen zijn omslachtig en/of complex en dus duur.This problem could be solved by also reducing the diameter of the receiving cylinder. In practice this would mean using different collection cylinders of different diameter or a collection cylinder of variable diameter. Both solutions are cumbersome and / or complex and therefore expensive.

Het doel van de uitvinding is tegemoet te komen aan deze bezwaren en verdere voordelen te verkrijgen.The object of the invention is to meet these drawbacks and to obtain further advantages.

Een voorafwikkelinrichting volgens de uitvinding voor toepassing bij een spoelloos weefgetouw, in het bijzonder werkend met een inslagdraad-injecteur, met een centrale, in een huis gelegen as, waarbij de draad van een voorraadklos afgenomen wordt en door relatieve rotatie van de centrale as en een opwikkellichaam, op dat lichaam in naast elkaar liggende al dan niet van elkaar gescheiden wikkelingen opgewikkeld wordt, welk opwikkellichaam, in een vlak loodrecht op de centrale as een instelbare variabele diameter heeft en gelegen is binnen een omgevende opvangcilinder voor de van het opwikkellichaam aflopende draad en waarbij een stoporgaan aanwezig is dat zodanig is gevormd en geplaatst dat het, op het moment waarop de draadafloop vanaf het opwikkellichaam gestopt moet worden, binnen de opvangcilinder in aktie kan komen, heeft het kenmerk, dat de opvangcilinder en het stoporgaan verplaatsbaar zijn in een vlak praktisch loodrecht op de hartlijn van het opwikkellichaam.A pre-winding device according to the invention for use with a spoolless loom, in particular operating with a weft thread injector, with a central housing axis, the thread being taken from a supply reel and by relative rotation of the central axis and a winding body, which is wound on that body in adjacent windings, which may or may not be separated from each other, which winding body, in a plane perpendicular to the central axis, has an adjustable variable diameter and is situated within a surrounding receiving cylinder for the wire running from the winding body and in which a stop member is formed and placed in such a way that it can come into action within the collecting cylinder at the moment when the thread run-off from the winding body has to be stopped, characterized in that the collecting cylinder and the stop member are movable in a plane practically perpendicular to the center line of the take-up reel.

Bij een inrichting volgens de uitvinding wordt de verplaatsing van de opvangcilinder en het stoporgaan aangepast aan de verandering van de diameter van het opwikkellichaam en bij voorkeur zodanig dat bij elke " instelling van de diameter van het opwikkellichaam de ruimte tussen het opwikkellichaam en de opvangcilinder, ongeveer ter plaatse van het stoporgaan, gelijk is. De 'knik' van de draad zal dan steeds ongeveer gelijk zijn. Het stoporgaan kan, doordat het ook verschoven wordt, steeds ongeveer in een ruimte van dezelfde grootte in aktie komen.In a device according to the invention, the displacement of the collecting cylinder and the stop member is adapted to the change in the diameter of the winding body and preferably such that with each adjustment of the diameter of the winding body, the space between the winding body and the collecting cylinder is approximately at the location of the stopper is equal The "kink" of the wire will then always be approximately the same The stopper, because it is also displaced, can always act approximately in a space of the same size.

Een doeltreffende konstruktie volgens de uitvinding is die waarbij de opvangcilinder en het stoporgaan vast met elkaar verbonden zijn. Dan is namelijk automatisch, bij elke verandering van de diameter van het opwikkellichaam en een daaraan aangepaste verschuiving, een gelijkblijvende situatie ter plaatse van het stoporgaan gewaarborgd.An effective construction according to the invention is that in which the receiving cylinder and the stop member are fixedly connected to each other. Namely, then, with every change of the diameter of the winding body and a shift adapted thereto, a constant situation at the stop member is ensured.

De verandering van de diameter van het opwikkellichaam en de daarbij passende verschuiving van de opvangcilinder zal in het algemeen, bij stilstaande inrichting, apart met de hand plaatsvinden. Denkbaar is echter dat door een geschikt gekozen konstruktie beide veranderingen aan elkaar gekoppeld worden.The change of the diameter of the winding body and the corresponding displacement of the receiving cylinder will generally take place separately when the device is stationary. It is conceivable, however, that through a suitably chosen construction, both changes are coupled to each other.

Bij een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding bevindt zich binnen de opvangcilinder, stroomafwaarts ten opzichte van het opwikkellichaam, een schijf- of ringvormig, praktisch loodrecht op de hartlijn van het opwikkellichaam staand, orgaan met een diameter kleiner dan de diameter van de opvangcilinder en tenminste gelijk aan de grootste instelbare diameter van het opwikkellichaam.In a particularly advantageous embodiment of a device according to the invention, within the receiving cylinder, downstream of the winding body, there is a disc or ring-shaped element, substantially perpendicular to the axis of the winding body, with a diameter smaller than the diameter of the winding body. receiving cylinder and at least equal to the largest adjustable diameter of the winding body.

Dit schijf- of ringvormige orgaan heeft als funktie het verbeteren van het verloop van de draad na aftrekken van het opwikkellichaam. De draad wordt daarbij geleid over de rand van de schijf.The function of this disc or annular member is to improve the course of the thread after pulling off the winding body. The wire is guided over the edge of the disc.

Het schijf- of ringvormige orgaan kan een vaste positie innemen ten opzichte van het opwikkellichaam, maar bij voorkeur wordt het tezamen met de opvangcilinder en het stoporgaan zijdelings verplaats. Dan is namelijk de situatie bij elke verandering van de diameter van het opwikkellichaam ter plaatse van het stoporgaan gelijk en kan met één schijf of ring volstaan worden, hetgeen niet het geval is wanneer de schijf een vaste positie ten opzichte van het opwikkellichaam inneemt.The disc or annular member can assume a fixed position relative to the winding body, but it is preferably moved laterally together with the receiving cylinder and the stopper. Namely, the situation is the same with every change of the diameter of the winding body at the position of the stop member and one disc or ring will suffice, which is not the case when the disc occupies a fixed position relative to the winding body.

Bij toepassing van een schijf- of ringvormig orgaan, zoals hier beschreven, kan het stoporgaan zodanig zijn geplaatst dat het in aktie kan komen in de ruimte tussen de opvangcilinder en de schijf of ring en deze ruimte plaatselijk afsluiten. Indien het stoporgaan penvormig is, kan het daarbij ingrijpen in een uitsparing in de rand van de schijf of ring.When using a disc or annular member, as described herein, the stop member may be positioned to act in the space between the receiving cylinder and the disc or ring and close this space locally. If the stop member is pin-shaped, it can engage in a recess in the edge of the disc or ring.

Opgemerkt wordt dat in U.S.P. 5133388 een schijf met opstaande rand beschreven is waarbij de van het opwikkellichaam aflopende draad in een nauwe spleet tussen deze opstaande rand en de binnenkant van de opvangcilinder doorloopt. Daar ter plaatse kan zich dan het stoporgaan bevinden.It is noted that in U.S.P. 5133388 a disc with raised edge has been described in which the wire running from the winding body continues in a narrow gap between this raised edge and the inside of the receiving cylinder. The stop member may then be located there.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een schematische tekening. In de tekening toont figuur 1 een langsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een voorafwikkelinrichting volgens de uitvinding en figuur 2 een verbeterde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens figuur 1.The invention will now be elucidated on the basis of a schematic drawing. In the drawing, figure 1 shows a longitudinal section of an embodiment of a pre-winding device according to the invention and figure 2 shows an improved embodiment of a device according to figure 1.

In figuur 1 is [1] een centrale as, die gelagerd is in een huis [2], door middel van het lager [3]. Deze as draait in de pijlrichting. Vast verbonden aan het huis [2] is de grondplaat [4] die het stationaire opwikkellichaam [5] draagt. Door een, aan de as [1] verbonden draadtoevoerorgaan [6] wordt de draad [7] opgewikkeld op het opwikkellichaam [5]. Om de draadwikkelingen in de asrichting te verschuiven zijn de vingers [8] en [9] aanwezig. Deze vingers grijpen bijvoorbeeld door openingen in het opwikkellichaam [5]. De vingers zijn verbonden aan een %andrijforgaan [10] met een lager [11], dat op bekende wijze excentrisch t.o.v. de hartlijn van de aandrijfas is opgesteld en daarmee een kleine hoek insluit. Door deze lagering bewegen de vingers [8] en [9] volgens een ongeveer elliptisch patroon met een component evenwijdig aan de centrale as en een component radiaal daarop. Een dergelijke konstruktie van het aandrijforgaan is onder andere beschreven in U.S.P. nr. 4.632.154 en hetIn Figure 1 [1] is a central shaft mounted in a housing [2] by means of the bearing [3]. This axis rotates in the direction of the arrow. Fixedly attached to the housing [2] is the base plate [4] which carries the stationary take-up reel body [5]. The wire [7] is wound on the take-up body [5] by a wire feeder [6] connected to the spindle [1]. Fingers [8] and [9] are provided to shift the wire windings in the axis direction. These fingers, for example, grip through openings in the winding body [5]. The fingers are connected to an actuator [10] with a bearing [11], which is arranged eccentrically with respect to the center line of the drive shaft in a known manner and thereby encloses a small angle. Through this bearing, the fingers [8] and [9] move in an approximately elliptical pattern with a component parallel to the central axis and a component radially thereon. Such an arrangement of the actuator is described, inter alia, in U.S.P. No. 4,632,154 and the

Japanse octrooi nr. 43377/91. In dit laatstgenoemde octrooi bestaat het opwikkellichaam uit over een cilinderoppervlak, waarvan de as samenvalt met de aandrijfas, verdeeld opgestelde sektorvormige elementen. Deze sektorvormige elementen zijn radiaal verstelbaar, waardoor het omhullende vlak van deze elementen een grotere of kleinere diameter krijgt. Ook andere konstrukties voor het wijzigen van de diameter van het opwikkellichaam zijn mogelijk.Japanese Patent No. 43377/91. In the latter patent, the winding body consists of sector-shaped elements distributed over a cylinder surface, the axis of which coincides with the drive shaft. These sector-shaped elements are radially adjustable, so that the enveloping surface of these elements has a larger or smaller diameter. Other constructions for changing the diameter of the winding body are also possible.

In figuur 1 is met [15] een omwentelingslichaam aangeduid met een praktisch cilindisch deel [16] gelegen naast het opwikkellichaam [5] en een daaraan aansluitend ballonvormig deel [17] met een draaduitvoerorgaan [18]. Met [19] is een stoporgaan aangeduid dat de van het opwikkellichaam afgetrokken draad [20] op het juiste moment blokkeert.In Figure 1, [15] denotes a body of revolution with a practical cylindrical part [16] located adjacent to the winding body [5] and an adjoining balloon-shaped part [17] with a thread output member [18]. Numeral [19] denotes a stop member which blocks the wire [20] pulled from the take-up body at the correct moment.

Het is duidelijk dat bij verschillende diameters van het opwikkellichaam [5], bijvoorbeeld gerealiseerd met een konstruktie volgens het Japanse octrooi nr. 43377/91, de ruimte tussen dat lichaam en het deel [16] varieert.It is clear that with different diameters of the winding body [5], for example realized with a construction according to Japanese patent no. 43377/91, the space between that body and the part [16] varies.

Ter plaatse van het stoporgaan [19] is dit een groot bezwaar omdat dan, zoals hierboven reeds vermeld, de van het opwikkellichaam [5]afgetrokken draad daar gemakkelijk een te grote "knik" krijgt, waardoor de hierbovengenoemde bezwaren zouden kunnen optreden.At the location of the stop member [19], this is a great drawback because, as already mentioned above, the wire pulled off from the winding body [5] then easily becomes too "kinked" there, as a result of which the aforementioned drawbacks could occur.

Aan dit bezwaar wordt volgens de uitvinding tegemoet gekomen door de opvangcilinder [16] en het stoporgaan te verplaatsen in een richting ongeveer loodrecht op de as van het opwikkellichaam [5], zoals met de pijl [21] aangeduid.According to the invention, this drawback is met by moving the receiving cylinder [16] and the stop member in a direction approximately perpendicular to the axis of the winding body [5], as indicated by the arrow [21].

Men kan zodoende de ruimte tussen het lichaam [5] en het deel [16] ter plaatse van het stoporgaan [19] steeds ongeveer gelijk houden.Thus, the space between the body [5] and the part [16] at the stop member [19] can always be kept approximately the same.

Weliswaar wordt aan de tegenover het stoporgaan gelegen zijde de ruimte tussen het lichaam [5] ende opvangcilinder [16] groter of kleiner, maar daar is dit niet storend omdat daar geen stoporgaan aanwezig is.It is true that on the side opposite the stop member the space between the body [5] and the receiving cylinder [16] becomes larger or smaller, but this is not disturbing because there is no stop member there.

Hoewel het mogelijk is het stoporgaan [19] en de opvangcilinder [16] onafhankelijk van elkaar te verplaatsen verdient het de voorkeur, ter vereenvoudiging van de konstruktie en de instelling, het stoporgaan [19] en de opvangcilinder [16] vast met elkaar te verbinden.Although it is possible to move the stopper [19] and the receiving cylinder [16] independently of each other, it is preferable, in order to simplify the construction and adjustment, to firmly connect the stopper [19] and the receiving cylinder [16] to each other .

In figuur 1 is met [13] en [14] nog een positioneerorgaan aangeduid, zoals beschreven in de ter visie gelegde Nederlandse octrooi-aanvraag nr. 920 1436. (Ter visie gelegd op 1 maart 1994). Dit orgaan vormt echter geen essentieel deel van de onderhavige uitvinding.In Figure 1, [13] and [14] designate another positioning member, as described in Dutch Patent Application Laid-open No. 920 1436. (Laid out on March 1, 1994). However, this organ is not an essential part of the present invention.

In figuur 2 is met 25 een schijfvormig orgaan aangeduid dat ongeveer loodrecht staat op de as van het opwikkellichaam en daarmee verbonden is. Het stoporgaan [19] komt hierbij in aktie in de ruimte tussen de opvangcilinder of de ballonvormige verlenging [17] daarvan en de schijf [25]. Daardoor wordt een nog vloeiender verloop van de draad [20] verkregen.In Figure 2, 25 denotes a disk-shaped member which is approximately perpendicular to the axis of the winding body and is connected thereto. The stopper [19] herein acts in the space between the receiving cylinder or its balloon-shaped extension [17] and the disc [25]. As a result, an even smoother course of the thread [20] is obtained.

De schijf [25] eventueel verbonden zijn aan de opvangcilinder [16] en het stoporgaan [19].The disk [25] may be connected to the receiving cylinder [16] and the stopper [19].

In figuur 2 zijn met dezelfde verwijzingscijfers delen aangeduid welke overeenkomen met de betreffende delen in figuur 1.In Figure 2, the same reference numerals denote parts corresponding to the respective parts in Figure 1.

Het stoporgaan [19] is bij voorkeur penvormig en zodanig gevormd en geplaatst dat het in de stoppositie in een uitsparing in het randgedeelte van de schijf [25] valt.The stopper [19] is preferably pin-shaped and shaped and positioned so that it falls into a recess in the edge portion of the disc [25] in the stop position.

De schijf [25] wordt bij voorkeur tezamen verschoven met de opvangcilinder [16] en stoporgaan [19].The disk [25] is preferably slid together with the receiving cylinder [16] and stopper [19].

Claims

A pre-unwinding device for use with a spoolless loom, in particular operating with a weft thread injector, with a central housing axis, where the thread is taken from a supply reel and by relative rotation of the central shaft and a take-up reel, on that body is wound in adjacent windings, which may or may not be separated from each other, which winding body, in a plane perpendicular to the central axis, has an adjustable variable diameter and is situated within a surrounding collecting cylinder for the wire running away from the winding body and wherein a stopper is provided which is formed and placed such that, at the moment when the thread run-off from the winding body has to be stopped, it can come into action within the receiving cylinder, characterized in that the receiving cylinder and the stopper are movable in a plane practically perpendicular to the center line of the take-up reel.

2. A pre-unwinding device according to claim 1, characterized in that the stop member and the receiving cylinder are fixedly connected to each other.

3. A pre-unwinding device according to claim 1 or 2, characterized in that within the receiving cylinder, downstream of the winding body, there is a disc or annular member, substantially perpendicular to the center line of the winding body, with a diameter smaller than the diameter. of the receiving cylinder and at least equal to the largest adjustable diameter of the winding body.

A pre-unwinding device according to claim 3, characterized in that the disc or annular member is movable together with the receiving cylinder and the stop member.

Pre-unwinding device according to 3 or 4, characterized in that the stop member can act in the space between the receiving cylinder and the disc or annular member and can close this space locally.

A pre-unwinding device according to claim 3, 4 or 5 / characterized in that the stop member is pin-shaped and in the stop position falls into a recess in the edge portion of the movable disc or annular member.

7. Loom provided with a pre-winding device according to claim 1, 2, 3, 4, 5 or 6.