NL2011242C2 - Flexibele folie, samenstel van een constructie en een dergelijke folie en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke folie. - Google Patents

Description

Flexibele folie, samenstel van een constructie en een dergelijke folie en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke folie.

Technisch gebied

De uitvinding heeft betrekking op een flexibele folie omvattend een dragerlaag en een lagenpakket van ten minste een eerste laag. Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke flexibele folie. Ook heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van een dragerconstructie en een flexibele folie.

Stand van de techniek

Wereldwijd worden veel tuinbouwgewassen gekweekt in kassen. Deze kassen bestaan uit een ruimte die wordt begrensd door een omhulsel van lichtdoorlatend materiaal waardoor in die ruimte een klimaat kan worden gehandhaafd waarin gewassen optimaal kunnen worden opgekweekt. Dergelijke kassen hebben een relatief groot lichtdoorlatend oppervlak om de gewassen te kunnen voorzien van zonlicht.

Het is bekend dat het beïnvloeden van het doorgelaten licht door het omhulsel een betere interactie van het licht met de gewassen kan bereiken. Er bestaan allerlei beweegbare doeken die in een kasconstructie worden toegepast om het klimaat in de kas te beïnvloeden door middel van schaduwwerking, isolatie en vochtdoorlaatbaarheid. Deze zijn regelbaar wat betreft het oppervlak daarvan, maar zijn niet in staat om interactief te zijn met doorvallend licht of om doorvallend licht te manipuleren.

Enerzijds is er een noodzaak om het toelaten van zonlicht door dat oppervlak te kunnen regelen. Gezien het grote oppervlak in een kas is het gebruik van bovengenoemde conventionele middelen zoals een veelheid geschikte zonwerende constructies complex en vergt een grote inspanning bij de bouw en het onderhoud van de kas. Het gebruik van bijvoorbeeld zonwerend doek heeft als nadeel dat hierbij het zonlicht in hoge mate wordt verzwakt maar de verzwakking niet kan worden geregeld, wat de gewenste groei van gewassen negatief kan beïnvloeden.

Anderzijds is er ook een verlangen om op relatief eenvoudige wijze diverse regelingen te kunnen combineren.

Uit de stand van de techniek zijn dragerfolies bekend die zijn voorzien van ten minste een actieve laag, waarbij de actieve laag is ingericht om te reageren op instralend licht waarbij onder invloed van de actieve laag het doorvallend licht wordt gemanipuleerd.

Internationale octrooiaanvraag WO 2012/107701 beschrijft een materiaal voor de modulatie van de golflengte van zonlicht dat een polymeermatrix omvat en ten minste twee luminescerende organische stoffen.

Internationale octrooiaanvraag WO 2009/044066 beschrijft een materiaal dat bestaat uit een substraat en een laag fotokatalytisch titaanoxide, en dat een verbinding bevat die straling uit het zichtbare of infrarode deel van het spectrum omzet in straling in het ultraviolette deel van het spectrum.

Octrooi NL 1017077 beschrijft een toepassing van polymeerfolie voorzien van anorganische fosfors voor gebruik in de land- en tuinbouw.

Een andere toepassing betreft het gebruik van flexibele zonnecel folies met een actieve laag voor het opwekken van zonne-energie uit invallend licht. Echter deze folies hebben de eigenschap dat het licht grotendeels wordt geabsorbeerd, zodat toepassing in een lichtdoorlatend dak van bijvoorbeeld een kas niet gewenst is. Recent zijn fotovoltaïsche materialen ontwikkeld die relatief weinig licht absorberen (ongeveer 70 % van het licht doorlaten) maar in veel gevallen kan deze verzwakking bij sommige gewassen al een negatieve invloed op de groei hebben.

Het is een doelstelling van de uitvinding een dragerlaag te verschaffen die een lagenpakket omvat van ten minste een eerste laag, welke het nadeel van de stand van de techniek overwint.

Samenvatting van de uitvinding

De doelstelling wordt bereikt door een flexibele transparante folie omvattend een dragerlaag en een lagenpakket van één of meer transparante lagen, waarbij ten minste één laag van het lagenpakket in een eerste richting is opgedeeld in segmenten, en naast elkaar gelegen segmenten van de ten minste ene laag in de eerste richting van elkaar zijn gescheiden door een tussenruimte, welke tussenruimte vrij is van de ten minste ene gesegmenteerde laag.

De lagen zijn onderverdeeld in actieve lagen en passieve lagen. De transparante passieve lagen omvatten geleidende en isolerende lagen.

De een of meer transparante actieve lagen hebben de eigenschap dat deze een interactie vertonen hetzij met licht of met een elektrische spanning of stroom. Ofwel kan de actieve laag functioneren als een filter die het doorvallend licht beïnvloedt wat betreft doorlaatbaarheid als functie van golflengte of intensiteit, en verstrooiing, ofwel functioneert de actieve laag juist als lichtbron voor verlichting van het onderliggend oppervlak.

Door de uitvinding wordt bereikt dat de tussenruimte een deel van het invallend licht laat passeren zonder interactie met de ten minste ene gesegmenteerde laag. Dit deel van het invallend licht kan derhalve onbelemmerd door de tussenruimte in deze gesegmenteerde laag (lagen) het onderliggend oppervlak bereiken.

Voorts heeft de segmentatie een voordeel dat het elektrisch vermogen dat nodig kan zijn om de actieve laag (lagen) te besturen per segment wordt beperkt.

Daarnaast voorziet de indeling in segmenten met een tussenruimte die vrij is van de ten minste ene gesegmenteerde laag zodat deze tussenruimtes gebruikt kunnen worden als plaatsen waar constructiedelen zoals spanten, draden of kabels uit een dragerconstructie kunnen aanliggen zonder deze laag te beschadigen of een ongewenst elektrisch contact te kunnen maken voor afvloei van lading via de dragerconstructie.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij elk van de een of meer transparante lagen telkens geselecteerd wordt uit een groep van lagen omvattend een fotovoltaïsche laag, een elektroluminescentie laag, een elektrochrome laag, een thermochrome laag, een diffusorlaag, een fluorescerende laag of een temperatuur-regelende laag.

Elk van deze actieve lagen heeft een interactie met licht of elektrische spanning of stroom zoals hiervoor beschreven. De fotovoltaïsche laag, elektroluminescentie laag, elektrochrome laag en temperatuur-regelende laag zijn actieve lagen die daarbij eveneens elektrisch zijn aangesloten.

De thermochrome, fluorescerende en diffusor lagen zijn lagen die zelfstandig zonder elektrisch contact kunnen functioneren.

Met behulp van deze groep van lagen kunnen verscheidene configuraties van lagen worden opgebouwd op de dragerlaag om een gewenste functie ten aanzien van het invallend zonlicht te verkrijgen.

Met behulp van een thermochrome of diffusor laag of een fluorescerende laag is het mogelijk om respectievelijk de lichtdoorlaatbaarheid, de lichtspreiding of het doorgelaten spectrumgebied van de dragerlaag aan te passen.

In het geval dat het lagenpakket van de flexibele folie behalve de eerste laag verder ten minste een tweede laag omvat, en de eerste laag bedekt wordt door de ten minste ene tweede laag, zijn een aantal elektrische functies beschikbaar:

Een electrochrome laag in combinatie met één of meer geleidingslagen maakt een aanpassing van de lichtdoorlaatbaarheid mogelijk onder besturing van de elektrisch spanning en/of stroom op de geleidingslagen.

Een electroluminescentie laag in combinatie met één of meer geleidingslagen maakt het mogelijk om de dragerlaag als lichtbron te gebruiken onder besturing van de elektrisch spanning en/of stroom op de geleidingslagen.

Een fotovoltaïsche laag in combinatie met één of meer geleidingslagen maakt het mogelijk een deel van het invallend licht om te zetten in elektrische energie en daarmee het netto energieverbruik binnen de kas te verlagen. Vanwege het grote oppervlak van kasconstructies kan dit een zeer gunstig effect hebben.

Een temperatuur-regelende laag in combinatie met geleidingslagen maakt het mogelijk om een koelende of verwarmende werking te hebben.

In een uitvoeringsvorm is ten minste één van de ten minste eerste en tweede lagen in de eerste richting opgedeeld in segmenten met een tussenruimte die vrij is van die ten minste ene van de eerste en tweede lagen.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding dat de andere van de eerste en tweede laag continu is.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is de andere van de eerste of de tweede laag tevens opgedeeld in segmenten met een tussenruimte die vrij is van die andere laag.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de segmenten van de tweede laag samenvallen met de segmenten van de eerste laag.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de eerste laag een geleidingslaag is en de tweede laag gekozen is uit een fotovoltaïsche of elektroluminescentie of een electrochrome laag.

In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de tweede laag tevens geleidend is. Hierdoor wordt bereikt dat de tweede laag naast zijn actieve functie tevens als elektrische geleider dient wat bespaart op het aanbrengen van een aanvullende geleidingslaag.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, die verder een derde laag omvat die bestaat uit een geleidingslaag met de tweede laag tussen de eerste laag en de derde laag.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de derde laag is opgedeeld in segmenten.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de segmenten van de derde laag samenvallen met de segmenten van de eerste laag en/of met de segmenten van de tweede laag.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij telkens per afzonderlijk segment de tweede laag gekozen wordt uit de eerste groep.

Dit bereikt op voordelige wijze dat op de dragerlaag segmenten met verschillende functies naast elkaar beschikbaar kunnen zijn.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de segmenten van ten minste één van de lagen uit het lagenpakket op de dragerlaag zijn gerangschikt in twee of meer segmentgroepen met in de eerste richting telkens een tussenruimte van een eerste afstand tussen de segmenten binnen één segmentgroep en met een tussenruimte van een tweede afstand tussen de naar elkaar toe gerichte buitenste segmenten van naast elkaar liggende segmentgroepen.

Hiermee wordt een variatie voor de tussenafstand van segmenten bereikt zodat bijvoorbeeld op een steekafstand waarop zich dragers vanaf elkaar bevinden een andere tussenruimte beschikbaar is dan op plaatsen waar alleen een isolerende tussenruimte nodig is.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de dragerlaag verder omvat ten minste een vierde laag, waarbij de vierde laag gekozen wordt uit de eerste of tweede groep van lagen; de vierde laag optioneel in segmenten is opgedeeld, en indien opgedeeld in segmenten, de segmenten van de vierde laag optioneel samenvallen met segmenten van ten minste één van de eerste, tweede en derde laag.

Het is aldus mogelijk om meerdere lagenpakketten op elkaar te stapelen. Dit kan gunstig zijn om lagenpakketten met een onderling verschillende functie toch op dezelfde locatie beschikbaar te hebben.

In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de dragerlaag ter plekke van de tussenruimte relatief dikker is dan in de segmenten. Hiermee wordt bereikt dat een dergelijke tussenruimte verstevigd kan worden tegen slijtage op die plek door bijvoorbeeld contact met een drager of constructiedeel.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij een geleidende laag van het lagenpakket is voorzien van een of meer aansluitgedeelten voor het aansluiten van een uitwendige geleider.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de één of meer aansluitgedeelten van de geleidende laag zich op de dragerlaag uitstrekt, buiten het oppervlak dat de één of meer overige lagen van het lagenpakket bedekken.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de dragerlaag een kunststof folie omvat.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de afstand tussen de tussenruimtes in de ten minste ene laag van het actieve lagenpakket op de dragerlaag hoofdzakelijk constant is.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de segmenten van ten minste één van de eerste, tweede en derde laag op de dragerlaag zijn gerangschikt in twee of meer groepen met in de eerste richting telkens een tussenruimte van een eerste afstand tussen de segmenten binnen één groep en met een tussenruimte van een tweede afstand tussen de buitenste segmenten van naast elkaar liggende groepen.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, verder voorzien van ten minste een vierde laag, waarbij de vierde laag gekozen wordt uit de groep van lagen; de vierde laag optioneel in segmenten is opgedeeld, en indien opgedeeld in segmenten, de segmenten van de vierde laag optioneel samenvallen met segmenten van ten minste één van de eerste, tweede en derde laag.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de dragerlaag ter plekke van de tussenruimte relatief dikker is dan in de segmenten.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij een geleidende laag van het actieve lagenpakket is voorzien van een of meer aansluitgedeelten voor het aansluiten van een uitwendige elektrische geleider.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de één of meer aansluitgedeelten van de geleidende laag zich op de dragerlaag buiten het oppervlak van de één of meer lagen van het actieve lagenpakket die zijn gekozen uit de overige lagen van de groep van lagen.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een samenstel van een dragerconstructie en een flexibele folie zoals hierboven beschreven, waarbij de dragerconstructie in een lengterichting een aantal constructiedelen hoofdzakelijk dwars daarop omvat; tussen elk paar naast elkaar gelegen constructiedelen een dragerafstand is voorzien; de flexibele folie in de lengterichting over de constructiedelen zodanig is opgespannen dat de eerste richting van de dragerlaag samenvalt met de lengterichting van de dragerconstructie, en de positie van een tussenruimte op de dragerlaag telkens samenvalt met een positie van een drager of constructiedeel.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een samenstel zoals hierboven beschreven, waarbij de dragerlaag ter plekke van de tussenruimte is verbonden met het constructiedeel of ondersteund wordt door het constructiedeel.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een samenstel zoals hierboven beschreven, aangebracht aan een constructie van een tuinbouwkas.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een tuinbouwkas voorzien van een samenstel zoals hierboven beschreven of voorzien van een flexibele folie zoals hierboven beschreven.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een flexibele folie voorzien van een dragerlaag en een lagenpakket van ten minste een eerste laag, omvattend: het aanbrengen van de ten minste ene laag op de dragerlaag, waarbij de werkwijze voorziet dat de ten minste ene laag in segmenten in een eerste richting wordt opgedeeld; in de eerste richting naast elkaar gelegen segmenten van de ten minste ene laag van elkaar worden gescheiden door een tussenruimte, en telkens de tussenruimte vrij wordt gehouden van de ten minste ene gesegmenteerde laag.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding een werkwijze zoals hierboven beschreven, waarbij het aanbrengen van de ten minste ene laag het uitvoeren van een drukproces is, en het drukproces plaatsvindt op basis van een patroon dat de ten minste ene laag segmenteert.

Korte beschrijving van de tekening

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van enkele tekeningen, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden worden getoond. De tekeningen zijn slechts bedoeld voor illustratieve doeleinden, en dienen niet als beperking van de uitvindingsgedachte, die wordt gedefinieerd door de bij gevoegde conclusies.

Daarbij tonen:

Figuur 1 een bovenaanzicht van een samenstel van een constructie en een folie volgens de uitvinding;

Figuur 2 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 3 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 4 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 5 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 6 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 7 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 8 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 9 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, en

Figuur 10 een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een folie volgens de uitvinding.

Beschrijving van uitvoeringsvormen

In de hiernavolgende figuren verwijzen dezelfde verwijzingscijfers telkens naar overeenkomstige onderdelen in die figuren.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een samenstel van een constructie en een folie volgens de uitvinding.

In de uitvinding wordt een flexibele folie voorzien met een belichtingsfunctie met betrekking tot de lichtinval op een achter of onder de folie geplaatst oppervlak (niet getoond), in het bijzonder een oppervlak voorzien van gewassen zoals een kasconstructie. Een dergelijke kasconstructie beslaat in het algemeen een groot oppervlak dat overspannen wordt door een deklaag die gedragen wordt door tenminste een veelheid naast elkaar op een onderlinge dragerafstand 10 geplaatste constructiedelen 9.

Dergelijke constructiedelen 9 omvatten dwarsspanten, draden en kabels.

Volgens de uitvinding wordt de deklaag in een eerste richting L van de kasconstructie gevormd door een foliebaan F die zich uitstrekt over een relatief grote lengte, bij voorkeur hoofdzakelijk de volledige lengte van de kas in die eerste richting L.

De foliebaan F wordt geplaatst op of aan de constructiedelen 9 om zo de deklaag te vormen.

Voor het verkrijgen van een belichtingsfunctie omvat de flexibele folie F een dragerlaag 1 en daarop aangebracht een lagenpakket van één of meer lagen.

Het lagenpakket is zodanig geconstrueerd dat in het lagenpakket ten minste één van de één of meer lagen is gesegmenteerd in de eerste richting met een tussenruimte 4 tussen segmenten S die vrij is van het materiaal van de gesegmenteerde laag.

Volgens de uitvinding is voorzien dat telkens een positie van een constructiedeel 9 samenvalt met een positie van een tussenruimte 4 in de gesegmenteerde laag.

Hierbij kan de dragerafstand 10 gelijk zijn aan een segmentafstand 11 tussen opvolgende tussenruimten 4 of aan een geheel veelvoud daarvan.

Verder wordt voorzien dat een breedte van de tussenruimte 4 groter is dan een breedte van een aanlegvlak van het constructiedeel 9 met de folie F.

Op deze wijze wordt voorkomen dat de ten minste ene laag contact kan maken met het constructiedeel. Het voorkomt een beschadiging van de gesegmenteerde laag waardoor de functie van de laag zou kunnen worden beïnvloed. Eveneens wordt voorkomen dat wanneer de ten minste ene laag een geleidende laag is en het constructiedeel van metaal is vervaardigd, er een geleidende verbinding zou ontstaan.

Ook creëert de segmentatie de mogelijkheid dat de functie van het lagenpakket die de gesegmenteerde laag uitoefent plaatsgebonden is.

Hieronder worden een aantal uitvoeringsvormen van een lagenpakket volgens de uitvinding.

Figuur 2 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In deze uitvoeringsvorm omvat de folie de dragerlaag 1 en een eerste laag 2 die gesegmenteerd is met tussenruimten 4 die vrij is van de laag. In een uitvoeringsvorm kan de gesegmenteerde laag 2 worden gekozen uit een thermochrome laag, een fluorescerende laag, een diffusorlaag of een geleidende laag. De thermochrome laag heeft de eigenschap dat kleur en lichtdoorlaatbaarheid als functie van de temperatuur veranderbaar zijn.

De fluorescerende laag heeft de eigenschap dat een golflengte van invallend licht wordt omgezet naar een andere langere golflengte.

De diffusorlaag heeft de eigenschap dat invallend licht diffuus wordt verstrooid door de diffusorlaag heen.

De geleidende laag kan gebruikt worden voor geleiding van lading. Bijvoorbeeld kan eventuele statische lading opvangen worden uit de dragerlaag.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm omvat het lagenpakket twee op elkaar gestapelde lagen 2, 3, waarbij een onderlaag 2 is gesegmenteerd met telkens een tussenruimte tussen naast elkaar liggende segmenten. Een bovenlaag 3 is continu.

Op deze wijze zijn er ten opzichte van elkaar en ook ten opzichte van een ondersteunend constructiedeel geïsoleerde segmenten in de onderlaag 2.

De onderlaag 2 en bovenlaag 3 kunnen telkens geselecteerd worden uit een eerste groep van lagen omvattend een fotovoltaïsche laag, een elektroluminescentie laag, een elektrochrome laag, een thermochrome laag, een fluorescerende laag, een diffusorlaag of uit een tweede groep omvattend een isolatielaag en een geleidingslaag.

In een voorbeeld zou de onderlaag 2 een thermochrome laag kunnen zijn terwijl de bovenlaag 3 een diffusorlaag kan zijn, maar ook een combinatie van een geleidende onderlaag 2 met een bovenlaag 3 die lading uitwisselt met de geleidende onderlaag is mogelijk. In het laatste geval kan de bovenste laag 3 er één zijn van een fotovoltaïsche laag, een elektroluminescentie laag, en een elektrochrome laag. Ook zou de bovenlaag 3 een isolatielaag kunnen zijn om de geleidende onderlaag 2 te isoleren.

In een uitvoeringsvorm wordt de onderlaag 2 gekozen uit één van de eerste en tweede groep en wordt de bovenlaag gekozen uit de andere van de eerste en tweede groep.

Een voorbeeld van een folie volgens deze uitvoeringsvorm betreft een zonnecelfolie met een dragerlaag waarop een gesegmenteerde geleidingslaag ligt en die wordt bedekt door een continue fotovoltaïsche laag die ten minste in zijn toplaag geleidend is.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm omvat het lagenpakket een tweetal op elkaar gestapelde lagen 2, 3 waarbij de onderlaag 2 continu is en de bovenlaag 3 gesegmenteerd met tussenruimtes 4.

Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het lagenpakket omvat een tweetal op elkaar gestapelde lagen 2, 3. Onderlaag 2 is gesegmenteerd in segmenten 20 met telkens een tussenruimte 4 tussen naast elkaar liggende segmenten 20, de bovenlaag 3 is opgedeeld in segmenten 25 met telkens een tussenruimte 4 tussen naast elkaar liggende segmenten 25. In de getoonde uitvoeringsvorm hebben de onderlaag en bovenlaag een zelfde segmentafstand en valt de positie van het onderste segment 20 telkens samen met de positie van het bovenste segment 25.

Het zal duidelijk zijn dat de positie van een onderste segment verschoven kan zijn ten opzichte van een bovenste segment. Ook zal duidelijk zijn dat de segmentafstand van de onderlaag 2 kan afwijken (groter of kleiner) van de segmentafstand van de bovenlaag 3.

Figuur 6 een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Het lagenpakket omvat drie op elkaar gestapelde lagen 2, 3, 5 op de dragerlaag 1. De onderlaag 2 is opgedeeld in segmenten 20 met tussenruimten 4 tussen naast elkaar gelegen segmenten 20. De onderlaag 2 wordt bedekt door een middenlaag 3. De middenlaag 3 is continu. De middenlaag 3 wordt bedekt door een bovenlaag 5. Ook bovenlaag 5 is continu.

De bovenlaag 5 wordt eveneens gekozen uit één van de eerste en tweede groep van lagen.

In een uitvoeringsvorm worden de onderlaag 2 en bovenlaag 5 gekozen uit één zelfde van de eerste en tweede groep en wordt de middenlaag gekozen uit de andere van de eerste en tweede groep.

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Het lagenpakket omvat drie op elkaar gestapelde lagen 2, 3, 5 op de dragerlaag 1. De onderlaag 2 is opgedeeld in segmenten 20 met tussenruimten 4 tussen naast elkaar gelegen segmenten 20. De onderlaag 2 wordt bedekt door een middenlaag 3. De middenlaag 3 is opgedeeld in segmenten 25 met tussenruimten 4 tussen naast elkaar gelegen segmenten 25. De middenlaag 3 wordt bedekt door een bovenlaag 5. Ook bovenlaag 5 is opgedeeld in segmenten 30 met tussenruimten 4 tussen naast elkaar gelegen segmenten 30.

Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Het lagenpakket omvat drie op elkaar gestapelde lagen 2, 3, 5 op de dragerlaag 1. De onderlaag 2 is opgedeeld in segmenten 20 met tussenruimten 4 tussen naast elkaar gelegen segmenten 20. De onderlaag 2 wordt bedekt door een middenlaag 3. De middenlaag 3 is continu. De middenlaag 3 wordt bedekt door een bovenlaag 5. Ook bovenlaag 5 is opgedeeld in segmenten 30 met tussenruimten 4 tussen naast elkaar gelegen segmenten 30.

Het zal duidelijk zijn het lagenpakket zoals getoond in een van de figuren 2-8 aanvullende lagen kan bevatten die eveneens gesegmenteerd kunnen zijn. Op deze wijze is het mogelijk in een folie lagenpakketten met verschillende functies op elkaar te stapelen.

Als alternatief kan een dragerlaag aan één zijde zijn voorzien van een eerste lagenpakket met een gegeven functie en aan de andere zijde zijn voorzien van een tweede lagenpakket dat dezelfde gegeven functie of een andere functie heeft dan het eerste lagenpakket.

Figuur 9 toont een dwarsdoorsnede van een folie volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Het lagenpakket omvat ten minste twee op elkaar gestapelde lagen 2, 3 op de dragerlaag 1.

Hierbij is zowel de onderlaag 2 als de bovenlaag 3 gesegmenteerd, waarbij de segmentatie van de onderlaag anders is dan van de bovenlaag 3.

In deze uitvoeringsvorm zijn de bovenlaagsegmenten S3 gerangschikt als overbruggende lagen die telkens de tussenruimte tussen twee naast elkaar gelegen segmenten SI, S2 van de onderlaag 2 overbrugt.

Op deze wijze kunnen de twee segmenten SI, S2 in de onderlaag dienen als elektrische aansluitingen voor het overbruggend bovenlaagsegment S3.

Figuur 10 toont een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een folie volgens de uitvinding.

In deze figuur wordt een folie getoond met de dragerlaag 1 waarop een lagenpakket is aangebracht. In het lagenpakket zijn twee geleidingslagen opgenomen. De configuratie van het lagenpakket is bijvoorbeeld zoals getoond in de dwarsdoorsnede van Figuur 7 of Figuur 8, waar de onderlaag 2 en bovenlaag 5 een geleidingslaag kunnen zijn.

De onderlaag 2 en de bovenlaag 5 zijn voorzien van een aansluitvlak 2a; 5a dat zich uitstrekt buiten het oppervlak dat ingenomen wordt door de middenlaag 3.

Op elk van de aansluitvlakken kan een externe elektrische geleider worden aangesloten.

Het zal duidelijk zijn dat wanneer de bovenlaag 5 vrij ligt (dwz niet bedekt is door een verdere laag) een aansluitvlak 5a overbodig kan zijn.

Verder toont deze figuur een mogelijke rangschikking van de segmenten in groepen Gl, G2. Binnen een groep Gl; G2 zijn de segmenten gerangschikt met een eerste tussenruimte 4. Tussen twee segmenten van naast elkaar liggende groepen Gl, G2 is een tweede tussenruimte 8 voorzien. De tweede tussenruimte 8 heeft in de eerste richting L een andere breedte dan een breedte van de eerste tussenruimte 4.

In een uitvoeringsvorm is de breedte van de tweede tussenruimte 8 groter dan die van de eerste tussenruimte 4.

Verder toont Figuur 10 de plaatsing van de folie F ten opzichte van een constructiedeel 9. Het is mogelijk dat in een kasconstructie de positie van elke tussenruimte samenvalt met de positie van een constructiedeel zoals een dwarsspant, een draad of een kabel, doordat de afstand tussen opvolgende tussenruimten op de folie gelijk is aan de dragerafstand tussen opvolgende constructiedelen.

De dragerafstand kan ook gekozen als een geheel veelvoud van de afstand tussen opvolgende tussenruimten zodat telkens het veelvoud aan tussenruimtes op de dragerlaag wordt vrijgehouden.

Er wordt voorzien dat tenminste een breedte van die tussenruimte 4; 8 die samenvalt met de positie van een constructiedeel 4, groter is dan een breedte van een aanlegvlak van het constructiedeel 9 met de folie F.

Verder is voorzien dat naar keuze de dragerlaag ter plekke van een tussenruimte een grotere dikte dan onder een gesegmenteerde laag, zodat als de tussenruimte samenvalt met een constructiedeel, de dragerlaag beter bestand is tegen slijtage door contact met het constructiedeel.

Op de plaats waar de tussenruimte samenvalt met het constructiedeel, kan de dragerlaag kan zijn verbonden met het constructiedeel of ondersteund worden door het constructiedeel.

Alternatieve en equivalente uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn denkbaar binnen de uitvindingsgedachte, zoals aan de deskundige op het vakgebied duidelijk zal zijn. De uitvindingsgedachte wordt slechts beperkt door de bij gevoegde conclusies.

Referentielij st 1 Dragerlaag 2 Eerste laag 2a Aansluitvlak 3 Tweede laag 4 Tussenruimte 5 Derde laag 5a Aansluitvlak 8 Tussenruimte 9 Constructiedeel 10 Dragerafstand 11 Segmentafstand 14 Tussenruimte 20 Segment 25 Segment 30 Segment F Foliebaan

Gl, G2 Groep van segmenten S Segment SI, S2, S3 Segment L Eerste richting

Claims (34)

1. Flexibele folie (F) omvattend een transparante dragerlaag (1) en een lagenpakket van één of meer transparante lagen (2, 3, 5), waarbij ten minste één laag van het lagenpakket in een eerste richting (L) is opgedeeld in segmenten, en naast elkaar gelegen segmenten van de ten minste ene laag in de eerste richting van elkaar zijn gescheiden door een tussenruimte (4), welke tussenruimte vrij is van de ten minste ene gesegmenteerde laag.

2. Flexibele folie volgens conclusie 1, waarbij een of meer lagen telkens geselecteerd wordt uit een groep van actieve lagen omvattend een fotovoltaïsche laag, een elektroluminescentie laag, een elektrochrome laag, een thermochrome laag, een fluorescerende laag, een diffusorlaag en een temperatuur-regelende laag.

3. Flexibele folie volgens conclusie 1 of 2 verder omvattend één of meer passieve lagen gekozen uit een groep van een transparante isolatielaag en een transparante geleidingslaag.

4. Flexibele folie volgens conclusie 2, waarbij het lagenpakket behalve de eerste laag verder ten minste een tweede laag omvat, en de eerste laag bedekt wordt door de ten minste ene tweede laag.

5. Flexibele folie volgens conclusie 3 of 4, waarbij ten minste één van de ten minste eerste en tweede lagen in de eerste richting is opgedeeld in segmenten met een tussenruimte die vrij is van die ten minste ene van de eerste en tweede lagen.

6. Flexibele folie volgens conclusie 5, waarbij de andere van de eerste en tweede laag continu is.

7. Flexibele folie volgens conclusie 5 , waarbij de andere van de eerste of de tweede laag is opgedeeld in segmenten (25) met een tussenruimte die vrij is van die andere laag.

8. Flexibele folie volgens conclusie 7, waarbij de segmenten (25) van de tweede laag samenvallen met de segmenten (20) van de eerste laag.

9. Flexibele folie volgens één van conclusies 3-8, waarbij de eerste laag een geleidingslaag is en de tweede laag gekozen is uit een fotovoltaïsche of elektroluminescentie of een electrochrome of temperatuur-regelende laag.

10. Flexibele folie volgens conclusie 3-9, waarbij de tweede laag tevens geleidend is.

11. Flexibele folie volgens conclusie 3-9, verder omvattend een derde laag die bestaat uit een geleidingslaag (5) met de tweede laag tussen de eerste laag en de derde laag.

12. Flexibele folie volgens conclusie 11, waarbij de derde laag is opgedeeld in segmenten (30).

13. Flexibele folie volgens conclusie 12 en één van de conclusies 5 of 7, waarbij de segmenten (30) van de derde laag samenvallen met de segmenten (20) van de eerste laag of met de segmenten (25) van de tweede laag.

14. Flexibele folie volgens conclusie 12 en conclusie 8, waarbij de segmenten (30) van de derde laag samenvallen met de segmenten (25) van de tweede laag en de segmenten (20) van de eerste laag.

15. Flexibele folie volgens conclusie 9 voorzover afhankelijk van conclusie 7, waarbij telkens per afzonderlijk segment de tweede laag gekozen wordt uit de groep actieve lagen.

16. Flexibele folie volgens één van de conclusies 3-15, waarbij de tweede laag telkens onderbroken is ter plekke van de tussenruimte (4).

17. Flexibele folie volgens een van de conclusies 7-15, waarbij de derde laag telkens onderbroken is ter plekke van de tussenruimte (4).

18. Flexibele folie volgens één van voorgaande conclusies, waarbij de dragerlaag een kunststof folie omvat.

19. Flexibele folie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in de eerste richting de afstand tussen de tussenruimtes (4) in de ten minste ene laag van het lagenpakket hoofdzakelijk constant is.

20. Flexibele folie volgens één van de voorgaande conclusies 1-19, waarbij de segmenten van ten minste één van de lagen uit het lagenpakket op de dragerlaag zijn gerangschikt in twee of meer segmentgroepen (G; Gl, G2) met in de eerste richting (L) telkens een tussenruimte van een eerste afstand (4) tussen de segmenten binnen één segmentgroep en met een tussenruimte van een tweede afstand (8) tussen de naar elkaar toe gerichte buitenste segmenten van naast elkaar liggende segmentgroepen.

21. Flexibele folie volgens één van de voorgaande conclusies 11-20, verder omvattend ten minste een vierde laag, waarbij de vierde laag gekozen wordt uit de actieve of passieve lagen; de vierde laag optioneel in segmenten is opgedeeld, en indien opgedeeld in segmenten, de segmenten van de vierde laag optioneel samenvallen met segmenten van ten minste één van de eerste, tweede en derde laag.

22. Flexibele folie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dragerlaag ter plekke van de tussenruimte relatief dikker is dan in de segmenten.

23. Flexibele folie volgens één van de voorgaande conclusies 9 - 22, waarbij een geleidende laag van het lagenpakket is voorzien van een of meer aansluitgedeelten (2a; 5a) voor het aansluiten van een uitwendige geleider.

24. Flexibele folie volgens conclusie 23, waarbij de één of meer aansluitgedeelten van de geleidende laag zich op de dragerlaag uitstrekt, buiten het oppervlak dat de één of meer overige lagen van het lagenpakket bedekken.

25. Samenstel van een dragerconstructie en een flexibele folie (F), waarbij de dragerconstructie in een lengterichting (L) een aantal constructiedelen (9) hoofdzakelijk dwars daarop omvat; tussen elk paar naast elkaar gelegen constructiedelen een dragerafstand (10) is voorzien; de flexibele folie een transparante dragerlaag en een lagenpakket van één of meer transparante lagen omvat, waarbij ten minste één laag van het lagenpakket in een eerste richting (L) is opgedeeld in segmenten, en naast elkaar gelegen segmenten van de ten minste ene laag in de eerste richting van elkaar zijn gescheiden door een tussenruimte (4), welke tussenruimte vrij is van de ten minste ene gesegmenteerde laag; de flexibele folie in de lengterichting nabij de constructiedelen zodanig is opgespannen dat de eerste richting van de dragerlaag samenvalt met de lengterichting van de dragerconstructie, en een positie van een constructiedeel in hoofdzaak samenvalt met de positie van een tussenruimte op de dragerlaag.

26. Samenstel volgens conclusie 25, waarbij een afstand tussen naast elkaar gelegen constructiedelen gelijk is aan ofwel een tussenafstand tussen posities van naast elkaar gelegen tussenruimten ofwel een geheel veelvoud van deze tussenafstand van naast elkaar gelegen tussenruimten.

27. Samenstel volgens conclusie 25 of 26, waarbij de folie ter plekke van de tussenruimte is verbonden met het constructiedeel of ondersteund wordt door het constructiedeel.

28. Samenstel volgens één van de conclusies 25 - 27, waarbij de constructiedelen gekozen kunnen worden uit een groep van dwarsspanten, draden en kabels.

29. Samenstel volgens één van de conclusies 25 - 28, waarbij een breedte van de tussenruimte (4; 8) groter is dan een breedte van een aanlegvlak van het constructiedeel (9) op de flexibele folie (F).

30. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies 25 - 29, omvattend de flexibele folie volgens één van de conclusies 1 - 24.

31. Flexibele folie volgens één van conclusie 1 - 24, aangebracht op of aan een constructie van een tuinbouwkas.

32. Doek voorzien van een flexibele folie volgens een van de conclusies 1 - 24, om te worden aangebracht op of aan een constructie van een tuinbouwkas.

33. Tuinbouwkas voorzien van een samenstel volgens één van conclusies 25 - 30 of van een flexibele folie volgens conclusie 31 of van een doek volgens conclusie 32.

34. Werkwijze voor het vervaardigen van een flexibele folie (F) omvattend een transparante dragerlaag (1) en een lagenpakket van één of meer transparante lagen (2, 3, 5), omvattend: het aanbrengen van de ten minste ene laag op de dragerlaag; waarbij de werkwijze voorziet dat ten minste één laag van de één of meer lagen in segmenten (20; 25; 30) in een eerste richting wordt opgedeeld; in de eerste richting naast elkaar gelegen segmenten van de ten minste ene gesegmenteerde laag van elkaar worden gescheiden door een tussenruimte (4; 8), en telkens de tussenruimte vrij gehouden wordt van de ten minste ene gesegmenteerde laag.