NL194378C - Afdichtring. - Google Patents
Afdichtring. Download PDFInfo
- Publication number
- NL194378C NL194378C NL9200357A NL9200357A NL194378C NL 194378 C NL194378 C NL 194378C NL 9200357 A NL9200357 A NL 9200357A NL 9200357 A NL9200357 A NL 9200357A NL 194378 C NL194378 C NL 194378C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- sealing
- pressure
- sealing ring
- section
- circumferential
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L37/00—Couplings of the quick-acting type
- F16L37/08—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L37/00—Couplings of the quick-acting type
- F16L37/08—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members
- F16L37/084—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking
- F16L37/092—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of elements wedged between the pipe and the frusto-conical surface of the body of the connector
- F16L37/0925—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of elements wedged between the pipe and the frusto-conical surface of the body of the connector with rings which bite into the wall of the pipe
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16J—PISTONS; CYLINDERS; SEALINGS
- F16J15/00—Sealings
- F16J15/16—Sealings between relatively-moving surfaces
- F16J15/32—Sealings between relatively-moving surfaces with elastic sealings, e.g. O-rings
- F16J15/3204—Sealings between relatively-moving surfaces with elastic sealings, e.g. O-rings with at least one lip
- F16J15/3232—Sealings between relatively-moving surfaces with elastic sealings, e.g. O-rings with at least one lip having two or more lips
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L17/00—Joints with packing adapted to sealing by fluid pressure
- F16L17/02—Joints with packing adapted to sealing by fluid pressure with sealing rings arranged between outer surface of pipe and inner surface of sleeve or socket
- F16L17/03—Joints with packing adapted to sealing by fluid pressure with sealing rings arranged between outer surface of pipe and inner surface of sleeve or socket having annular axial lips
- F16L17/035—Joints with packing adapted to sealing by fluid pressure with sealing rings arranged between outer surface of pipe and inner surface of sleeve or socket having annular axial lips the sealing rings having two lips parallel to each other
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L33/00—Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
- F16L33/22—Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses with means not mentioned in the preceding groups for gripping the hose between inner and outer parts
- F16L33/227—Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses with means not mentioned in the preceding groups for gripping the hose between inner and outer parts the hose being introduced into or onto the connecting member and automatically locked
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L37/00—Couplings of the quick-acting type
- F16L37/08—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members
- F16L37/084—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking
- F16L37/092—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of elements wedged between the pipe and the frusto-conical surface of the body of the connector
- F16L37/0927—Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of elements wedged between the pipe and the frusto-conical surface of the body of the connector the wedge element being axially displaceable for releasing the coupling
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Pressure Vessels And Lids Thereof (AREA)
- Gasket Seals (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
- Joints Allowing Movement (AREA)
- Sealing Devices (AREA)
Description
• 1 194378
Afdichtring
De uitvinding heeft betrekking op een afdichtring voor het afdichten van de steekverbinding tussen een drukmiddelleiding en een aansluitelement voor een fluTdumsysteem, waarbij de afdichtring in zijn gebruiks-5 stand coaxiaal tussen een ringvormig in het bijzonder cilindrisch afdichtvlak van een mofgedeelte van het aansluitelement en het buitenoppervlak van een, vanaf een insteekzijde in het mofgedeelte ingebrachte drukmiddelleiding is aangebracht, voorzien van een tweetal aan de, in de gebruikstoestand van de insteekzijde afgekeerde, binnenste axiale zijde in V-configuratie aangevormde overdruk-afdichtlippen, waarbij de radiaal buitenste overdruk-afdichtlip met het afdichtvlak en de radiaal binnenste overdrukte afdichtlip met het buitenoppervlak van de drukmiddelleiding afdichtend samenwerkt, verder voorzien van een aan de tegenovergelegen buitenste, axiale zijde aangevormd drukgedeeite, dat op een spantang van het aansluitelement kan inwerken.
Een dergelijke afdichtring is bekend uit EP-A-0.379.655, in het bijzonder figuur 7 daarvan. In de gebruiksstand komt die afdichtring axiaal tussen een ringvormige uitsparing van het mofgedéelte en de 15 klemelementen van de spantang te liggen. Aan de in de insteekrichting gezien, binnenste, axiale zijde zijn, in V-vorm, twee afdichtiippen aangevormd, welke werkzaam zijn als overdruk-afdichtlippen, d.w.z. dat zij de door insteken tot stand gebrachte verbinding afdichten bij in de drukmiddelleiding heersende overdruk. Aangezien de afdichtring in het mofgedeelte axiaal verplaatsbaar is aangebracht, wordt hij bij in de drukmiddelleiding heersende overdruk in de richting naar de insteekzijde toe verplaatst, waarbij een aan de 20 buitenste axiale zijde aangevormd drukgedeeite tegen de klemelementen werkt en deze ter versterking van de klemkracht aanvullend aanperst tegen de omtrek van de ingestoken drukmiddelleiding.
Gebleken is nu, dat de bekende afdichtring bij onderdruk, waarbij de in de drukmiddelleiding heersende druk lager is dan de omgevingsdruk, niet onder alle omstandigheden betrouwbaar afdicht. Vooral wanneer de drukmiddelleiding onder hoog vacuüm is gebracht, kan het tot het inlekken van lucht van buitenaf komen, 25 hetgeen onder alle omstandigheden moet worden verhinderd.
Doel van de uitvinding is nu, een afdichtring van het bovenomschreven type te verschaffen, welke met behoud van de klemkracht ondersteunende werking zowel bij bedrijf onder overdruk alsook bij onderdruk-bedrijf een betrouwbare afdichting levert, waarbij de insteekmontage van de drukmiddelleiding niet wordt belemmerd en welke afdichtring bovendien in staat is grote buitendiametertoleranties van de in te steken 30 drukmiddelleidingen op te vangen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het drukgedeeite een ringvormig axiaal uitsteeksel omvat, dat ten opzichte van het daarop axiaal aansluitende afdichtringgedeelte ter plaatse van de buitenomtrek radiaal binnenwaarts is versprongen, een en ander zodanig, dat in de gebruikstoestand tussen het drukgedeeite en het radiaal tegenovergelegen gedeelte van het mofgedeelte een radiale afdichtspleet 35 aanwezig Is, en dat aan het drukgedeeite ter plaatse van de binnenomtrek van de afdichtring een rondgaand, bij onderdruk werkzaam inwendig afdichtgedeelte is aangevórmd, dat tezamen met het drukgedeeite een ééndelige zwenkring vormt, welke met het daarop aansluitende afdichtringgedeelte door middel van een rondgaand buiggebied radiaal verzwenkbaar is verbonden, een en ander zodanig, dat het bij onderdruk werkzame inwendige afdichtgedeelte van de afdichtring in de gebruikstoestand, bij in de drukmiddelleiding 40 ten opzichte van de omgeving heersende onderdruk op grond van het drukverschil automatisch radiaal binnenwaarts tegen het buitenoppervlak van de drukmiddelleiding aandrukbaar is.
Op deze wijze is naast de overdruk-afdichtlippen een onderdruk-afdichtgedeelte verkregen, dat bij onderdruk- resp. vacuümbedrijf reeds alleen op grond van het heersende drukverschil tussen het buitenoppervlak van de ingestoken drukmiddelleiding wordt geperst. Middels het buiggebied is het onderdruk-45 afdichtgedeelte radiaal in hoge mate flexibel met het overige afdichtringgedeelte verbonden en wordt reeds bij geringe drukverschillen op vertrouwbare wijze werkzaam. Hiertoe draagt bovendien in belangrijke mate bij de omstandigheid, dat de voor het naar binnen drukken verantwoordelijke oppervlaktedelen, vergeleken met de tegengesteld werkzame oppervlaktedelen zeer groot zijn. Dit wordt bereikt doordat het onderdruk-afdichtgedeelte met het drukgedeeite is verbonden tot een integraal bouwelement in de gedaante van de 50 zwenkring, welke zwenkring aan de omtrekszijde met een radiale terugliggende verdieping is uitgerust, zodat de omgevingsdruk op vele zijden kan aangrijpen. Die terugliggende verdieping bewerkstelligt bovendien in het buiggebied een reductie van de materiaaldikte, hetgeen de elasticiteit bevordert. Bovendien is voor de zwenkring voldoende speelruimte beschikbaar om bij het insteken van de drukmiddelleiding met een grotere buitendiameter radiaal buitenwaarts uit te wijken dan daardoor de diameterafwijking te 55 compenseren. Bovendien is de afdichtring ten minste in het gebied van de zwenkring en bij voorkeur volledig uit elastomeer materiaal, zoals rubber vervaardigd, zodat een eventueel voor de zwenkbeweging vereiste vergroting van de omtrek van de zwenkring kan plaatsvinden.
194378 2
Bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvormen van de afdichtring volgens de uitvinding zijn in de volg-conclusies vastgelegd.
Om ervoor te zorgen dat in de gebruiksstand ook in het gebied tussen de afdichtring en het aansluit-element een optimale onderdruk-afdichting tot stand komt, is in het axiaal op het drukgedeelte aansluitende 5 gebied van de buitenomtrek van de afdichtring een rondgaand uitwendig onderdruk-afdichtgedeelte gevormd. Aangezien dit praktisch geen diametertoleranties behoeft te compenseren, kan dat afdichtgedeelte zeer stijf en in de vorm van een verdikkingsrand zijn uitgevoerd, zodat een quasi-statisch afdichtgedeelte aanwezig is.
Aangezien het inwendige onderdruk-afdichtgedeelte bij vacuümbedrijf praktisch automatisch tot tegen het 10 buitenoppervlak van de ingestoken drukmiddelleiding wordt aangetrokken, kan de diameter van het daardoor begrensde gedeelte van de doorsteekopening van de afdichtring uitvallen, dan bij de binnenste overdruk-afdichtlip. Dit vergemakkelijkt het insteken van een drukmiddelleiding, aangezien de zwenkring gemakkelijker kan worden verwijd. In dit verband is het ook van voordeel, wanneer de doorsteekopening in het kopbereik van de zwenkring conisch is uitgevoerd met van axiaal buiten naar axiaal binnen afnemende 15 diameter, zodat een conusvormige insteekgeleiding aanwezig is.
Een uitvoeringsvorm van de afdichtring volgens de uitvinding wordt in het hiernavolgende aan de hand van de tekening nader toegelicht.
Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van de afdichtring volgens de uitvinding in langsdoorsnede, d.w.z. 20 in een doorsnede langs een zich axiaal en radiaal uitstrekkend doorsnedevlak en wel in de uitgangsstand; en figuur 2 toont de afdichtring volgens figuur 1 in de gebruiksstand voor het afdichten van de steek-verbinding tussen een bij voorkeur toegepast aansluitelement en een drukmiddelleiding, waarbij boven de langsas bij slechts met streeplijnen weergegeven drukmiddelleiding een toestand bij onderdrukbedrijf en 25 onder die langsas een toestand bij overdrukbedrijf is weergegeven, telkens in langsdoorsnede.
Figuur 2 toont een voorkeurstoepassing van de in figuur 1 vergroot weergegeven afdichtring 1. Daarin is een aansluitelement 2 weergegeven, dat aan een axiale zijde kan zijn voorzien van een schroefdraaddeel 3, waarmee het in een aansluitboring van een fluTdisch bouwelement, in het bijzonder een ventiel of een 30 arbeidscilinder kan worden vastgezet. Vanuit de tegenovergelegen axiale zijde, welke hierna als insteekzijde 4 zal worden betiteld, is in dit aansluitelement een molgedeelte 5 aangebracht dat zich in axiale richting 6 tot ongeveer in het begingebied van het schroefdraaddeel 3 uitstrekt. In het molgedeelte 5 bevindt zich een hulsvomige spantang 7, welke buiten de insteekzijde 4 met een handbedieningsdeel 8 uitsteekt. In het axiaal binnenwaarts gerichte eindgedeelte bevat de spantang 7 een aantal over de omtrek verdeeld 35 aangebrachte klemelementen 9, welke door langssleuven 13 van elkaar zijn gescheiden. Die klemelementen 9 zijn radiaal verend aangebracht op het axiaal buitenwaarts daarop aansluitende spantanggedeelte 14, waarbij de verende eigenschappen zijn verkregen door een overgangsgebied 15 met gereduceerde radiale wanddikte.
In het radiaal buitenste deel beschikt elk klemelement 9 over een bedieningsgedeefte 16, welke in een 40 verdiepte omtreksgroef 17 van het molgedeelte 5 reiken. Dit gedeelte is aan de naar de insteekzijde 4 gerichte zijde voorzien van een conisch afgeschuind vlak 18 met een in de richting van de insteekzijde 4 afnemende diameter. De bedieningsgedeelten 16 zijn aan de naar het vlak 18 toegekeerde zijde bij voorkeur eveneens uitgerust met een schuin complementair verlopend gedeelte 19. De in axiale richting 6 gemeten afmetingen van de omtreksgroef 17 en van de bedieningsgedeelten 16 zijn, zodanig op elkaar 45 afgestemd, dat een relatieve axiale beweging tussen de spantang 7 en het aansluitelement 2 mogelijk is.
Op de omtreksgroef 17 sluit axiaal binnenwaarts een opneemgedeelte 20 voor de afdichtring 1 aan. In dat gedeelte 20 is de binnenomtrek van het molgedeelte 5 voorzien van een cilindrisch afdichtvlak 21. De afdichtring 1 is in de gebruiksstand in het opneemgedeelte 20 geplaatst, waarbij die ring met zijn buitenomtrek tegen het afdichtvlak 21 aanligt.
50 Voor het tot stand brengen van een insteekverbinding wordt een drukmiddelleiding 22 vanuit de insteekzijde 4 in axiale richting in het molgedeelte 5 gestoken. De insteekrichting is met een pijl 23 aangegeven. Daarbij dringt de drukmiddelleiding 22 zowel door de spantang 7, alsook door de afdichtring 1, totdat die drukmiddelleiding met zijn uiteinde komt aan te liggen tegen een axiaal binnen het opneemgedeelte 20 aan gebrachte aanslag 27 van het molgedeelte 5. In de ingestoken toestand liggen de 55 klemelementen 9 onder voorspanning verend aan tegen het buitenoppervlak 28 van de drukmiddelleiding 22, waarin zij, onder bepaalde omstandigheden, kunnen binnendringen. Bovendien staat de afdichtring 1 met zijn binnenomtrek in afdichtend contact met het buitenoppervlak 28.
3 194378
De bij wijze van voorbeeld weergegeven afdichtring 1 heeft aan de in de gebruiksstand voigens figuur 2 • naar de insteekrichting 23 gekeerde binnenste axiale zijde 29 een tweetal concentrisch to.v. elkaar aangebrachte ringvormige overdruk-afdichtlippen 30, 31, welke in V-configuratie zijn aangebracht Dit betekent, dat die afdichtlippen in langsdoorsnede volgens figuur 1 gezien, op de wijze van een V gericht 5 zijn. De V-opening wordt gevormd door een ringvormige axiale verdieping 32, welke in de binnenste axiale zijde 29 is aangebracht. In de uitgangsstand volgens figuur 1 hebben aldus beide overdruk-afdichtlippen een met de wand van een holle afgeknotte kegel corresponderende gedaante, waarbij beide langsassen samenvallen met de langsas 6 en waarbij het einddeel van de lip met grotere diameter bij de buitenste overdruk-afdichtlip 31 naar de binnenste axiale zijde 29 is gericht en bij de binnenste overdruk-afdichtlip 30 10 naar de tegengestelde buitenste axiale zijde 33 van de afdichtring 1.
In het gebied van de buitenste axiale zijde 33 heeft de afdichtring 1 een coaxiaal rondgaand druk-gedeelte 34. Het wordt gevormd door een ringvormig axiaal uitsteeksel 35, dat t.o.v. het daarop axiaal in de insteekrichting 23 aansluitende, middelste afdichtringgedeelte 36 in het gebied van de buitenomtrek 37 radiaal binnenwaarts terugspringt. Op grond van deze ringvormige verspringing 41 stelt zich in de gebruiks-15 stand volgens figuur 2 tussen het drukgedeelte 34 en het radiaal tegenovergelegen gedeelte van het afdichtvlak 21, een radiale ringvormige tussenruimte, resp. ringvormige spleet 42 in.
Wanneer in de gebruiksstand de drukmiddelleiding 22 t.o.v. de omgeving, resp. de atmosfeer, met overdruk wordt belast kan het drukmiddel in het gebied van de aanslag 27 langs de drukmiddelleiding 22 naar de binnenste axiale zijde 29 van de afdichtring 1 stromen. Daardoor worden de binnenste overdruk-20 afdichtlip 30 volgens pijl 43 tegen het buitenoppervlak 28 en de buitenste overdruk-afdichtlip 31 volgens pijl 44 tegen het afdichtvlak 21 geperst. Voor een optimale afdichting is aldus gezorgd. Tegelijk wordt echter de afdichtring 1 ook tegen de insteekrichting 23 in axiaal verplaatst, zodat hij, zoals blijkt uit de onderste helft van figuur 2, met zijn drukgedeelte 34 axiaal tegen de klemelementen 9 drukt Dit leidt tot een geringe axiale verplaatsing van spantang 7, waarbij de schuine gedeelten 19 langs het schuine vlak 18 glijden en de 25 klemelementen 9 in versterkte mate tegen de buitenomtrek van de drukmiddelleiding 22 worden geperst Op deze wijze wordt de klemkracht vergroot en automatisch aangepast aan het momentane, in de drukmiddelleiding 22 heersende druknlveau.
De afdichtring 1 onderscheidt zich voorts, doordat ook bij onderdruk-bedrijf, d.w.z. wanneer de inwendige druk in de drukmiddelleiding 22 lager is dan de omgevingsdruk, een betrouwbare afdichting tegen het 30 binnendringen van omgevingslucht gewaarborgd is.
Daartoe is aan het drukgedeelte 34 in het gebied van de binnenomtrek 38 van de afdichtring 1 een rondgaand inwendig onderdruk-afdichtgedeelte 48 aangevormd. Het vormt, tezamen met het drukgedeelte 34 een ééndelige zwenkring 49, welke via een coaxiaal t.o.v. de langsas 6 aangebracht, rondgaand buiggebied 50 zodanig met het middelste afdichtringgedeelte 36 is verbonden, dat het t.o.v. daarvan radiaal 35 meegevend en zwenkbaar is. Dit moet aldus worden verstaan, dat de radiale positie vein het onderdruk-afdichtgedeelte 48 kan worden veranderd doordat het drukgedeelte 34 volgens de dubbele pijl 51 in figuur 1 radiaal wordt verplaatst. Hierbij vindt, aangezien de zwenkring 49 in zichzelf gesloten is, telkens in omtreksrichtlng een verwijding, resp. een samentrekking plaats, hetgeen door de elastomers uitvoering van de afdichtring 1 zonder problemen geschiedt.
40 Voorts is bij voorkeur in het axiaal In de insteekrichting 23 op het drukgedeelte 34 aansluitende gebied van de buitenomtrek een rondgaand uitwendig onderdruk-afdichtgedeelte 52 aan de afdichtring 1 gevormd. Dit bevindt zich bij het uitvoeringsvoorbeeld direct in het gebied van de overgangskant tussen de ringvormige trap 41 en het middelste afdichtinggedeelte 36, waarbij dat gedeelte op doelmatige wijze in de vorm van een verdikkingsrand is uitgevoerd en daardoor vergeleken met de afdichtlippen 30, 31 slechts een zeer 45 geringe lengte heeft. In het axiale gebied tussen dit uitwendige onderdruk-afdichtgedeelte 52 en de buitenste overdruk-afdichtlip 32, is bij voorkeur nog een rondgaande uitwendige radiale verdieping 53 coaxiaal aangebracht
De uitwendige radiale verdieping 53 Is in werkelijkheid zeer gering. In de gebruiksstand volgens figuur 2 is deze nauwelijks waar te nemen. Dit komt ook doordat de buitenste overdruk-afdichtlip 31 in de gebruiks-50 stand t.o.v. de uitgangsstand radiaal binnenwaarts omgebogen is en zich praktisch axiaal uitstrekL
Bij onderdruk-bedrijf heerst aan de buitenste axiale zijde 33 een grotere druk dan aan de binnenste axiale zijde 29. Zonder de onderdruk-afdichtgedeelten zouden de overdruk-afdichtlippen 30,31 tegen de pijlrichtingen 43, 44 in meegeven en zou ongehinderd omgevingslucht in de drukmiddelleiding 22 en het daarop aansluitende, door het schroefdraad 3 reikende drukmiddelkanaal 54 kunnen binnendringen. De aan 55 de buitenste axiale zijde 33 heersende overdruk zorgt er nu echter voor, dat de zwenkring 49 over zijn gehele omtrek volgens pijlrichting 55 radiaal binnenwaarts verzwenkt, resp. gedrukt wordt, waardoor het daarmee eendelig verbonden onderdruk-afdichtgedeelte 48 met grote kracht afdichtend komt aan te liggen 194378 4 tegen het buitenoppervlak 28. De ringvormige spleet 42 waarborgt, dat op de zwenkring 49 een groot, door de omgevingsdruk belastbaar, werkzaam oppervlak beschikbaar is.
De buitenafmetingen van de afdichtring 1 zijn op doelmatige wijze zodanig gekozen, dat die afdichtring onder radiale voorspanning in het opneemgedeelte 20 zit, ten minste wanneer de drukmiddelleiding 22 5 ingestoken is. Daardoor wordt het uitwendige onderdruk-afdichtgedeelte 52 stevig tegen het afdichtvlak 21 aangeperst, waarbij het zich elastisch kan vervormen, zodat een uitstekende afdichting wordt verkregen. Aanvullend kan de heersende overdruk de aandrukkracht verhogen, speciaal wanneer het uitwendige onderdruk-afdichtgedeelte 52 lipachtig is uitgevoerd (niet weergegeven), waarbij de betreffende afdichtlip zich dan tegen de insteekrichting 23 in en tegelijkertijd radiaal buitenwaarts zou uitstrekken.
10 Het buiggebied 50 wordt bij voorkeur gevormd door een gedeelte met verminderde materiaaidikte, waardoor de flexibiliteit toeneemt.
In de uitgangsstand volgens figuur 1 zijn de diameters van de, door het uitwendige afdichtgedeelte 48 en de afdichtlip 30 begrensde gedeelten van de doorsteekopening 56 iets geringer dan de buitendiameter van de in te steken drukmiddelleiding 22. Op deze wijze is in de ingestoken toestand een basisvoorspanning 15 aanwezig. Ter vergemakkelijking van het inbrengen van de drukmiddelleiding 22 is de doorsteekopening 56 in het zich aan de zwenkringzijde bevindende, axiale einddeel als conisch insteekgebied 60 gevormd met een in de Insteekrichting 23 afnemende diameter.
De vermindering van de buitendiameter in het gebied van het drukgedeelte 34 heeft tevens tot gevolg, dat het zich verwijden van de zwenkring 49 bij het inbrengen van een drukmiddelleiding wordt begunstigd.
20 Bij het uitvoeringsvoorbeeld is de diameter van de doorsteekopening 56 in het gebied van het inwendige onderdruk-afdichtgedeelte 48 groter dan ter plaatse van de binnenste overdruk-afdichtlip 30. Deze laatste is. uiterst flexibel en vormt praktisch een dynamische afdichtlip, welke in staat is, grote tolerantte-afwijkingen bij de diameters van de in te steken drukmiddelleidingen te compenseren. Daar tegenover vormt de buitenste overdruk-afdichtlip 31 praktisch een statische overdruk-afdichtlip, welke slechts weinig toleranties behoeft op 25 te nemen. Het inwendige onderdruk-afdichtgedeelte 48 is weer dynamisch, aangezien het zich, evenals de binnenste overdruk-afdichtlip 30 kan aanpassen aan onderling verschillende, ook van pulserende druk-belastingen afkomstige diameterschommelingen.
Het is voorts voordelig, wanneer het uitwendige onderdruk-afdichtgedeelte 52 in langsdoorsnede volgens figuur 1 gezien axiaal in het gebied tussen het inwendige onderdruk-afdichtgedeelte 48 en de binnenste 30 overdruk-afdichtlip 30 is aangebracht. Op deze wijze is de bewegingsvrijheid van de zwenkring 49 gewaarborgd.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld is het inwendige onderdruk-afdichtgedeelte 48 op de wijze van een verdikkingsrand uitgevoerd en bevat een rondgaande, radiaal binnenwaarts gerichte scherpe afdichtrand 62. Deze laatste sluit rechtstreeks aan op een insteekgeleiding 60, terwijl hierop in de insteekrichting 23 een 35 rondgaande, coaxiale, inwendige radiale verdieping 63 aansluit, welke in langsdoorsnede gezien een V-vormige begrenzing heeft. Nader in detail bevat deze bij het uitvoeringsvoorbeeld een tweetal axiaal op elkaar volgende opperylakgedeelten 64, 64', welke met tegengestelde helling t.o.v. elkaar zijn aangebracht op de wijze van het mantelvlak van een afgeknotte kegel. Naar de binnenste axiale zijde 29 toe, sluit op de inwendige, radiale verdieping 63 het eigenlijke afdichtgebied 65 van de binnenste overdruk-afdichtlip 30 aan, 40 zodat het ene oppervlakgedeelte 64' praktisch een bestanddeel van de afdichtlip zelf vormt
Om ervoor te zorgen, dat het drukgedeelte 34 optimaal tegen de klemelementen 9 kan komen aan te liggen, is dat drukgedeelte bij voorkeur ter plaatse van zijn axiale kopvlak voorzien van een rondgaande radiale verdieping 66 met bij voorkeur afgeronde bodem.
Op doelmatige wijze steekt, ten minste in de uitgangstoestand volgens figuur 1, de buitenste overdruk-45 afdichtlip 31 in de richting van de binnenste axiale zijde 29 uit tot voorbij de binnenste overdruk-afdichtlip 30. Daardoor kan, in die gebruikstoestand, de buitenste overdruk-afdichtlip 31 dienst dóen voor het fixeren van de ligging, doordat die overdruk-afdichtlip samenwerkt met een, het opneemgedeelte 20 begrenzende, radiaal verlopende aanslagwand 67 van het aansluitelement 2. Niettemin wordt door de gereduceerde lengte de voor de toleratievereffening vereiste zwenkbaarheid van die binnenste overdruk-afdichtlip 30 niet 50 belemmerd.
Voor het losnemen van de steekverbinding behoeft bij het uitvoeringsvoorbeeld slechts het handbedieningsdeel 8 in de insteekrichting 23 te worden verplaatst, waardoor de klemkracht van de klemelementen 9 wordt gereduceerd. Aangezien deze laatste hierbij tevens tegen het drukgedeelte 34 drukken en daardoor de zwenkring 49 kunnen verwijden, kan de door insteken tot stand gebrachte 55 verbinding ook bij in de drukmiddelleiding 22 heersende onderdruk zonder problemen worden losgenomen.
Het spreekt vanzelf, dat de afdichtring bij omgekeerde wijze van aanbrengen van de afdichtlippen en afdichtgedeelten ook kan worden gebruikt voor de afdichting van verbindingen, waarbij de drukmiddelleiding
Claims (10)
1. Afdichtring voor het afdichten van de steekverbinding tussen een drukmiddelleiding (22) en een aansluitelement (2) voor een fluTdumsysteem, waarbij de afdichtring (1) in zijn gebruiksstand coaxiaal tussen een ringvormig in het bijzonder cilindrisch afdichtvlak (21) van een mofgedeelte (5) van het aansluitelement (2) en het buitenoppervlak (28) van een, vanaf een insteekzijde (4) in het mofgedeelte (5) ingebrachte 10 drukmiddelleiding (22) is aangebracht, voorzien van een tweetal aan de, in de gebruikstoestand van de insteekzijde (4) afgekeerde, binnenste axiale zijde (29) in V-configuratie aangevormde overdruk-afdichtiippen (30, 31), waarbij de radiaal buitenste overdruk-afdichtlip (31) met het afdichtvlak (21) en de radiaal binnenste overdruk-afdichtlip (32) met het buitenoppervlak (28) van de drukmiddelleiding (22) afdichtend samenwerkt, verder voorzien van een aan de tegenovergelegen buitenste, axiale zijde (33) aangevormd 15 drukgedeelte (34), dat op een spantang (7) van het aansluitelement (2)'kan inwerken, met het kenmerk, dat het drukgedeelte een ringvormig axiaal uitsteeksel (35) omvat, dat ten opzichte van het daarop axiaal aansluitende afdichtringgedeelte (36) ter plaatse van de buitenomtrek (37) radiaal binnenwaarts is versprongen, een en ander zodanig, dat in de gebruikstoestand tussen het drukgedeelte (34) en het radiaal tegenovergelegen gedeelte van het mofgedeelte (5) een radiale afdichtspleet (42) aanwezig is, en dat aan 20 het drukgedeelte (34) ter plaatse van de binnenomtrek (38) van de afdichtring 91) een rondgaand, bij onderdruk werkzaam inwendig afdichtgedeelte (48) is aangevormd, dat tezamen met het drukgedeelte (34) een ééndelige zwenkring (49) vormt, welke met het daarop aansluitende afdichtringgedeelte (36) door middel van een rondgaand buiggebied (50) radiaal verzwenkbaar is verbonden, een en ander zodanig, dat het bij onderdruk werkzame inwendige afdichtgedeelte (48) van de afdichtring (1) in de gebruikstoestand, bij 25 in de drukmiddelleiding 922) ten opzichte van de omgeving heersende onderdruk op grond yan het drukverschil automatisch radiaal binnenwaarts tegen het buitenoppervlak (28) van de drukmiddelleiding (22) aandrukbaar is.
2. Afdichtring volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in het axiaal op het drukgedeelte (34) aansluitende gebied van de buitenomtrek (37) van de afdichtring (1) een in de gebruiksstand met het afdichtvlak (21) van 30 het aansluitelement (2) samenwerkend, rondgaand, uitwendig onderdruk-afdichtgedeelte (52) is aangebracht.
3. Afdichtring volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het uitwendige onderdruk-afdichtgedeelte (52) in de vorm van een verdikkingsrand is uitgevoerd.
4. Afdichtring volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat in het axiale gebied tussen het uitwendige 35 onderdruk-afdichtgedeelte (52) en de buitenste overdruk-afdichtlip (31) een rondgaande, uitwendige radiale verdieping (53), coaxiaal is aangebracht.
5. Afdichtring volgens één der conclusie 2-4, met het kenmerk, dat het uitwendige onderdruk-afdichtgedeelte (52) axiaal in het gebied tussen het inwendige onderdruk-afdichtgedeelte (48) en de binnenste overdruk-afdichtlip (30) is aangebracht
5 194378 op een aansluitelement wordt geschoven, zodat een blnnen-afdichtring vereist is.
6. Afdichtring volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat in het axiale gebied tussen het inwendige onderdruk-afdichtgedeelte (48) en de binnenste overdruk-afdichtlip (30) een rondgaande, inwendige radiale verdieping (63) coaxiaal is aangebracht, welke een V-vormig oppervlak heeft, waarbij de V-benen, een stompe hoek met elkaar insluiten.
7. Afdichtring volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het inwendige onderdruk- 45 afdichtgedeelte (48) enerzijds wordt begrensd door een conische insteekgeleiding (6) en anderzijds door de inwendige radiale verdieping (63).
8. Afdichtring volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het inwendige onderdruk-afdichtgedeelte (48) als verdikkingsrand is uitgevoerd en een rondgaande afdichtrand (62) heeft
9. Afdichtring volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het buiggebied (5) wordt 50 gevormd door een deel met verminderde materiaaldikte.
10. Afdichtring volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het axiale kopvlak van het drukgedeelte (34) is voorzien van een rondgaande, axiale verdieping (66). Hierbij 1 blad tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE4108221 | 1991-03-14 | ||
DE4108221A DE4108221C2 (de) | 1991-03-14 | 1991-03-14 | Dichtring |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9200357A NL9200357A (nl) | 1992-10-01 |
NL194378B NL194378B (nl) | 2001-10-01 |
NL194378C true NL194378C (nl) | 2002-02-04 |
Family
ID=6427252
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9200357A NL194378C (nl) | 1991-03-14 | 1992-02-27 | Afdichtring. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5205568A (nl) |
KR (1) | KR960003953B1 (nl) |
DE (1) | DE4108221C2 (nl) |
IT (1) | IT1257017B (nl) |
NL (1) | NL194378C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN105423044A (zh) * | 2015-12-29 | 2016-03-23 | 蚌埠依爱电子科技有限责任公司 | 饮水管密封伸缩接头及密封伸缩饮水管 |
Families Citing this family (51)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE69123856T2 (de) * | 1991-09-02 | 1997-05-15 | Hydra Tight Ltd | Befestigungselemente |
US5269537A (en) * | 1992-10-13 | 1993-12-14 | Caterpillar Inc. | Composite radial seal |
DE4241817C2 (de) * | 1992-12-11 | 2003-04-10 | Voss Armaturen | Anschlußvorrichtung für Rohr- und/oder Schlauchleitungen |
US6007106A (en) * | 1993-10-29 | 1999-12-28 | Snap-Tite Technologies, Inc. | Hydraulic coupling |
US5556139A (en) * | 1993-10-29 | 1996-09-17 | Snap-Tite, Inc. | Hydraulic coupling |
AU7311894A (en) * | 1993-10-29 | 1995-05-22 | Snap-Tite, Inc. | Hydraulic coupling |
US5454573A (en) * | 1993-11-01 | 1995-10-03 | Vernay Laboratories, Inc. | Damper |
US5431415A (en) * | 1993-11-15 | 1995-07-11 | Greene Tweed Of Delaware, Inc. | Seal with acute heel angle |
ES2128198B1 (es) * | 1994-03-07 | 1999-12-01 | Delphi France Automotive Sys | Columna de suspension, metodo para cargar con gas dicha columna y obturador correspondiente. |
AU4373896A (en) * | 1995-01-23 | 1996-08-14 | Greene, Tweed Of Delaware, Inc. | Improved fluid pressure activated piston return spring seal |
US5897119A (en) * | 1997-04-18 | 1999-04-27 | Garlock, Inc. | Floating wiper seal assembly |
DE29813761U1 (de) * | 1998-08-01 | 1998-11-05 | Festo AG & Co, 73734 Esslingen | Anschlußvorrichtung für Fluidleitungen |
US6224117B1 (en) * | 1998-10-05 | 2001-05-01 | Dana Corporation | Contaminant resistant tube fitting |
MXPA01006008A (es) | 1998-12-18 | 2003-06-09 | Accor Technology Inc | Acoplamiento para tubo. |
DE29920737U1 (de) * | 1999-11-26 | 2000-02-03 | Leybold Vakuum GmbH, 50968 Köln | Vakuumpumpe mit Auslass |
US6422569B1 (en) * | 1999-11-30 | 2002-07-23 | Parker-Hannifin Corporation | Snap-in retainer for a fluid seal |
US6361342B1 (en) | 2000-09-11 | 2002-03-26 | Baker Hughes Incorporated | Pothead with pressure energized lip seals |
JP4020385B2 (ja) * | 2001-04-03 | 2007-12-12 | ジェイムズ ハーディー インターナショナル ファイナンス ベスローテン フェンノートシャップ | 繊維セメント羽目板を製造し設置する方法 |
US6626438B2 (en) * | 2001-06-04 | 2003-09-30 | Hps, Inc. | Seal assembly for telescopic hydraulic cylinder |
US20040119241A1 (en) * | 2002-11-21 | 2004-06-24 | Castleman Larry J. | Cartridge seal assembly |
US6824172B1 (en) | 2003-10-14 | 2004-11-30 | Naris Komolrochanaporn | Push-pull pipe coupling |
DE102004024716B4 (de) * | 2004-05-19 | 2006-06-14 | Contitech Schlauch Gmbh | Lösbare Ladeluft-Kupplungsmuffe |
DE102005009688B3 (de) * | 2005-03-03 | 2006-03-09 | Henn Gmbh & Co. Kg | Steckverbindung mit Formdichtring und Entlüftung |
CH703159B1 (de) * | 2005-12-23 | 2011-11-30 | Schwab Verkehrstechnik Ag | Mittelpufferkupplung für Schienenfahrzeuge. |
KR100776367B1 (ko) | 2006-04-06 | 2007-11-15 | (주) 삼정디씨피 | 패킹 이탈 방지 구조 연결부가 일체로 형성된 관 |
DE102007050853B3 (de) * | 2007-10-24 | 2009-05-07 | Dräger Medical AG & Co. KG | Einmalabsorber mit Adapter und Lippendichtung |
ITMI20081452A1 (it) * | 2008-08-04 | 2010-02-05 | Bonomi Bresciane Rubinetterie | Raccordo ad innesto rapido per la giunzione tra due tubi o tra un tubo ed un componente di un impianto di trasporto e/o di distribuzione di fluidi, particolarmente per tubi in materiale sintetico. |
US8303340B2 (en) * | 2009-06-18 | 2012-11-06 | Itt Manufacturing Enterprises, Inc. | Fluid resistant connector and system |
US8297191B2 (en) * | 2009-07-31 | 2012-10-30 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Pressure seal |
JP6088374B2 (ja) * | 2013-07-09 | 2017-03-01 | 三菱電線工業株式会社 | 軸シール |
IT201700000309A1 (it) * | 2017-01-03 | 2017-04-03 | Agilent Tech Inc A Delaware Corporation | Gruppo di collegamento per connessioni da vuoto |
DE202017101468U1 (de) | 2017-03-14 | 2017-03-31 | Baumgartner Pneumatik GmbH | Steckverbindungseinrichtung für eine Fluidleitung |
US11215306B2 (en) | 2017-04-19 | 2022-01-04 | Mueller International, Llc | Joint restraint device |
US11131412B2 (en) | 2017-04-19 | 2021-09-28 | Mueller International, Llc | Joint restraint device |
US11199280B2 (en) | 2017-04-19 | 2021-12-14 | Mueller Intemational, LLC | Joint restraint device |
US10677381B2 (en) | 2017-04-19 | 2020-06-09 | Mueller International, Llc | Joint restraint device |
US10941887B2 (en) | 2017-07-13 | 2021-03-09 | Mueller International Llc | Wide range coupling |
DE202017106998U1 (de) | 2017-11-17 | 2017-11-24 | Baumgartner Pneumatik GmbH | Steckkupplung für eine Druckmittelleitung |
US11193609B2 (en) | 2018-02-28 | 2021-12-07 | Mueller International, Llc | Pipe coupling |
CN108716546A (zh) * | 2018-07-24 | 2018-10-30 | 衡水威达橡塑有限公司 | 一种密封圈及球墨铸管试压密封工装 |
US11473705B2 (en) | 2018-08-22 | 2022-10-18 | Mueller International, Llc | Joint restraint device |
US10774508B2 (en) * | 2018-09-04 | 2020-09-15 | Mueller International, Llc | Hydrant shoe assembly |
US10920892B2 (en) | 2018-09-18 | 2021-02-16 | Accor Technology, Inc. | Adapter for connecting tubing with push-fit fittings |
US10865923B2 (en) | 2018-11-19 | 2020-12-15 | Accor Technology, Inc. | Push-fit fitting and end bushing for use therewith |
US11162621B2 (en) | 2019-02-04 | 2021-11-02 | Mueller International, Llc | Gland assembly |
US20220120368A1 (en) * | 2019-02-11 | 2022-04-21 | Jwl A/S | Adapter |
US11396965B2 (en) | 2019-07-19 | 2022-07-26 | Mueller International, Llc | Restraint gripper cover with lockout breakaway |
JP7427916B2 (ja) * | 2019-10-31 | 2024-02-06 | セイコーエプソン株式会社 | 流路部材、流路ユニット、および、液体噴射装置 |
SE544767C2 (en) * | 2021-03-19 | 2022-11-08 | Nyh Jessica | A push-on connector for connecting cylindrical pipes, and a valve comprising such a connector |
EP4083486B1 (de) * | 2021-04-29 | 2023-02-08 | AVS, Ingenieur J.C. Römer GmbH | Leitungskupplung |
DE102021212080B3 (de) | 2021-10-26 | 2022-12-22 | Trelleborg Sealing Solutions Germany Gmbh | Dichtring mit druckaktivierbarer Zusatzdichtkante sowie Dichtungsanordnung |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2111956A (en) * | 1937-01-27 | 1938-03-22 | Eclipse Machine Co | Automatic coupling |
US2230725A (en) * | 1937-05-28 | 1941-02-04 | Goodrich Co B F | Sealing structure |
DE1048104B (de) * | 1953-11-16 | 1958-12-31 | Karl Ludwig Lanninger | Schnellkupplung fuer Rohre und Schlaeuche |
US2907596A (en) * | 1954-06-22 | 1959-10-06 | Parker Hannifin Corp | Sealing apparatus |
US4146254A (en) * | 1976-03-31 | 1979-03-27 | Bristol Products, Inc. | Coupler for tubing |
DE3039534A1 (de) * | 1980-10-20 | 1982-04-29 | Fa. Carl Freudenberg, 6940 Weinheim | Selbstarretierender dicht-abstreifring |
US4593943A (en) * | 1983-08-23 | 1986-06-10 | Kabushiki Kaisha Nihon Pisco | Tubing joint |
DE3806404C2 (de) * | 1988-02-29 | 1994-06-09 | Raymond A Gmbh & Co Kg | Lösbare Steckverbindung für halbstarre Rohre |
US4898081A (en) * | 1988-08-31 | 1990-02-06 | Allied-Signal Inc. | One Piece rear seal for servomotor |
DE3905722A1 (de) * | 1989-01-25 | 1990-07-26 | Festo Kg | Verbindungsvorrichtung |
DE4007101C1 (nl) * | 1990-03-07 | 1991-07-18 | Festo Kg, 7300 Esslingen, De |
-
1991
- 1991-03-14 DE DE4108221A patent/DE4108221C2/de not_active Expired - Fee Related
-
1992
- 1992-02-27 NL NL9200357A patent/NL194378C/nl not_active IP Right Cessation
- 1992-03-09 IT ITVR920020A patent/IT1257017B/it active IP Right Grant
- 1992-03-12 US US07/849,766 patent/US5205568A/en not_active Expired - Fee Related
- 1992-03-12 KR KR1019920004049A patent/KR960003953B1/ko not_active IP Right Cessation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN105423044A (zh) * | 2015-12-29 | 2016-03-23 | 蚌埠依爱电子科技有限责任公司 | 饮水管密封伸缩接头及密封伸缩饮水管 |
CN105423044B (zh) * | 2015-12-29 | 2018-01-26 | 蚌埠依爱电子科技有限责任公司 | 饮水管密封伸缩接头及密封伸缩饮水管 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL9200357A (nl) | 1992-10-01 |
IT1257017B (it) | 1996-01-05 |
DE4108221A1 (de) | 1992-09-17 |
KR920018393A (ko) | 1992-10-22 |
NL194378B (nl) | 2001-10-01 |
ITVR920020A0 (it) | 1992-03-09 |
US5205568A (en) | 1993-04-27 |
ITVR920020A1 (it) | 1993-09-09 |
DE4108221C2 (de) | 1998-09-03 |
KR960003953B1 (ko) | 1996-03-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL194378C (nl) | Afdichtring. | |
KR930009058B1 (ko) | 파이프형 부품을 접속하기 위한 접속 조립구 | |
KR950003297B1 (ko) | 파이프 결합기 | |
US5681060A (en) | Plug-in connector for a pressure pipe system | |
JP3410443B2 (ja) | パイプの端部を部材に接続するための接続装置 | |
US4593943A (en) | Tubing joint | |
US6705647B1 (en) | Fluid coupling device | |
US4379559A (en) | Pipe sealing device | |
US4923228A (en) | Integral quick-connect tube connector | |
FI95834B (fi) | Muhvin ja sovitusosan käsittävä putikiliitos, erityisesti muoviputkia varten | |
WO1997007357A1 (en) | Coupling assembly | |
KR100712931B1 (ko) | 유체 연결용 커플링 조립체 | |
EP0837269B1 (en) | A sealing ring | |
WO2003038329A1 (fr) | Coupleur | |
KR20020084071A (ko) | 유체용 커넥터 | |
US4487437A (en) | Threadless connector | |
US5118119A (en) | High temperature and high pressure seal retainer ring | |
GB2146400A (en) | Pipe coupling | |
US20080100062A1 (en) | Coupling Device | |
GB2174163A (en) | Quick-connect fluid fitting assembly | |
US6575471B1 (en) | Cylinder for a hydraulic system | |
GB2138089A (en) | Pipe connectors | |
KR960006183B1 (ko) | 유압 배관용 연결장치 | |
EP1635104B1 (en) | Quick connector for high pressure applications | |
CN100591965C (zh) | 管线用快速活节联接器,包括相对于阴部件可转动地设置的锁定装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20030901 |