NL1039622C2 - Vrijloop-koppeling. - Google Patents

Description

Vrijloop-koppeling.

De uitvinding heeft betrekking op een vrijloop-koppeling, dienende voor het koppelen van een motorisch aangedreven as met een aan te drijven onderdeel, waarbij bij uitgeschakel-5 de motor het aan te drijven onderdeel vrij kan roteren.

Dergelijke koppelingen worden voor verschillende doeleinden toegepast en zijn in diverse uitvoerings-vormen bekend.

Daarbij kan zich het probleem voordoen dat slijtage van onderdelen optreedt doordat te veel wrijving tussen bepaalde delen aanwezig is.

20 De uitvinding beoogt nu een dergelijke koppeling te verschaffen waarbij dit bezwaar zich niet of in mindere mate zal voordoen.

Volgens de uitvinding is de aangedreven as voorzien van een afgeplat deel met twee vlakke wanden, waarbij tegen elk van deze wanden, wanneer de aangedreven as stilstaat, de wand van een koppel-element aanligt, dat is voorzien van een naar buiten toe gerichte nok, 2 5 die is opgenomen in een sleuf van een cilindrische kraag aangebracht op een draaibaar op de aanggedreven as aangebrachte schijf, zodanig dat het koppel-element bij het draaien van de as over een beperkte afstand naar buiten toe kan worden gedrukt en de nok kan worden opgenomen in een uitholling aangebracht in de binnenwand van een cilindrisch aandrijf-orgaan dat deel uitmaakt van het aan te drijven onderdeel.

20 Bij deze uitvoering van de koppeling zullen de koppel-elementen, wanneer de as draait, door het afgeplatte deel van de as naar buiten toe worden verplaatst, zodat de nokken er van in de uithollingen van het omringende cilindrische aandrijf-orgaan worden gedrukt en dit aandrijf-orgaan met de as mee zal gaan draaien

Wanneer de motor wordt uitgeschakeld en het aandrijf-orgaan direct, of indirect via 25 het aan te drijven onderdeel, wordt verdraaid, zullen de koppel-elementem uit de uithollingen worden gedrukt, zodat het aan te drijven onderdeel kan worden verdraaid en vrijlopen

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat tenminste een deel van het naar een koppel-element toe gerichte raakvlak van de schijf een hoek tussen 4 en 10° maakt met het haaks op de hartlijn van de as staande aanligvlak van het 30 koppel-element, zodanig dat het raakvlak in de richting van de hartlijn van de as op toenemende afstand ligt van het aanligvlak van het koppel-element.

Gebleken is dat daardoor, bij het stil zetten van de as, de koppel-elementen gemakkelijk achterover kantelen en daardoor vrijkomen uit de uithollingen van de cilindrische kraag .van het aandrijf-orgaan.

1039622 2

De uithollingen zullen een zodanige vorm bezitten, dat zij de koppel-elementen gemakkelijk naar de vlakke delen van de aandrijfas terug drukken zodat het aandrijf-orgaan gemakkelijk vrijkomt van de koppel-elementen en een vrijloop ontstaat

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld, 5 weergegeven in de tekening, waarin:

Fig. 1 een zij-aanzicht toont van een vast opgestelde elektromotor, waarvan de aangedreven as is verbonden met een vrijloop-koppeling volgens de uitvinding, die anderzijds is gekoppeld met een aandrijf-orgaan, dat deel uitmaakt van een aan te drijven onderdeel;

Fig. 2 een langs-doorsnede toont, op grotere schaal, van de koppeling met de j o aangedreven as en van het orgaan dat deel uitmaakt van het aangedreven onderdeel;

Fig. 3 een dwars-doorsnede toont van de koppeling in de ontkoppelde stand; en

Fig. 4 een dwars-doorsnede toont in de gekoppelde stand.

Fig. 1 toont de elektromotor 1, die op niet nader aangegeven wijze vast is opgesteld en waaraan elektrische energie kan worden toegevoerd via de kabel 2.

] 5 Zoals getoond in fig. 2 kan de as van de elektromotor 1 worden verbonden met de as 3 van de koppeling 4, die anderzijds is gekoppeld met het aandrijf-orgaan 5, dat deel uitmaakt van het verder hier niet getoonde aan te drijven deel 6.

De as 3 is voorzien van de draaibaar er op aangebrachte schijf 7, op het raakvlak 18 waarvan zich een cilindrische kraag 8 bevindt - zie ook de figuren 3 en 4 - met daarin twee, 20 tegenover elkaar liggende, sleuven 9. Ter plaatse van de kraag 8 en de sleuven 9 is de as 3 voorzien van een afgeplat deel 10, zodanig dat twee vlakken 11 worden gevomid.

Zoals in het bijzonder getoond in de figuren 3 en 4 bevindt zich bij elk der vlakken 11 een koppel-element 12 waarvan het vlak 13 in aanraking kan zijn met een vlak 11 van het deel 10 van de as 3. Het koppel-element 12 is voorzien van een nok 14, die zich uit kan strekken 25 door de sleuf 9..

Zoals getoond in fig. 2 kan het raakvlak 18 van de schijf 7 een hoek a maken met het er tegenover liggende aanligvlak 19 van een koppel-element 12. en wel zodanig dat de afstand tussen de vlakken 18 en 19 naar de as 3 toe groter wordt.

Fig. 3 toont de stand waarbij de as 3 stil staat en de koppel-elementen 12 met hun 30 vlakken 13 aanliggen tegen de vlakken 11 van het afgeplatte deel 10 van de as 3, terwijl de nokken 14 zich in de sleuven 9 bevinden.

Wanneer nu de as 3 wordt aangedreven door middel van de elektromotor 1 ontstaat de situatie getoond in fig. 4. Door de draaiing van de as 3, dus van het afgeplatte deel 10 n

J

daarvan, worden de koppel-elementen 12 naar buiten toe gedrukt en worden de nokken 14 er van opgenomen in uithollingen 15 aangebracht in de binnenwand 16 van een cilindrisch deel 17, dat verbonden is met het boven genoemde orgaan 5, dat deel uitmaakt van het aan te drijven onderdeel 6.

5 Wanneer de elektromotor op de een of andere wijze wordt uitgeschakeld kan de motor zo geprogrammeerd zij, dat deze over een bepaalde hoek in tegengestelde richting terugdraait waardoor de as 3 zodanig tot stilstand komt dat de vlakken 11 van het deel 10 van de as 3 evenwijdig komen te liggen aan de vlakken 13 van de koppel-elementen 12.

Verdraaiing van het onderdeel 6 zal er verder voor zorgen dat de vlakken 13 van de 10 elementen 12 tegen de vlakken 11 van het deel 10 van de as 3 worden gedrukt, zodat de toestand wordt bereikt als getoond in fig. 3. Om deze toestand te bereiken en te handhaven, is het gunstig dat, zoals hiervoor beschreven, het vlak 18 van de schijf 7 een hoek van 4 tot 10° maakt met de vlakken 19 van de koppel-elementen 12 .

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele mogelijke uitvoerings-vorm van een 15 vrijloop-koppeling volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven besproken en dat vele modificaties kunnen worden toegepast zonder buiten de uitvindings-gedachte te vallen zoals deze in de conclusies is aangegeven..

1039622

Claims (2)

4.

1. Vrij loop-koppeling (4) dienende voor het koppelen van een motorisch aangedreven as (3) met een aan te drijven onderdeel (6), waarbij bij uitgeschakelde motor (1) het aan te drijven onderdeel (6) vrij kan roteren, met het kenmerk, dat de aangedreven as (3) is voorzien van een afgeplat deel (10) met twee vlakke wanden (11), waarbij tegen elk van deze wanden (11), wanneer de aangedreven as (3) stilstaat, de wand (13) van een koppel-element (12) aanligt, dat is voorzien van een naar buiten toe gerichte nok (14), die is opgenomen in een sleuf (9) van een cilindrische kraag (8) aangebracht op een draaibaar op de aangedreven as (3) j aangebrachte schijf (7), zodanig dat het koppel-element (12) bij het draaien van de as (3) over een beperkte afstand naar buiten toe kan worden gedrukt en de nok(14) kan worden opgenomen in een uitholling (15) aangebracht in de binnenwand(16) van een cilindrisch aandrijf-orgaan (17) dat deel uitmaakt van het aan te drijven onderdeel (6). 15

2. Vrij loop-koppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste een deel van het naar een koppel-element (12) toe gerichte raakvlak (18) van de schijf( (7) een hoek (a) tussen 4 en 10° maakt met het haaks op de hartlijn van de as (3) staande aanligvlak (19) van het koppel-element (12), zodanig dat het raakvlak (18) in de richting van de hartlijn van de as (3) op toenemende afstand ligt van het aanligvlak (19) van het koppel-elemant (12). 1 0 3 9 6 2 2