Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL1018302C1 - Applicator voor een prothese, samenstel omvattende een dergelijke applicator alsmede spanstelsel voor het laden van een dergelijke applicator. - Google Patents

Applicator voor een prothese, samenstel omvattende een dergelijke applicator alsmede spanstelsel voor het laden van een dergelijke applicator. Download PDF

Info

Publication number
NL1018302C1
NL1018302C1 NL1018302A NL1018302A NL1018302C1 NL 1018302 C1 NL1018302 C1 NL 1018302C1 NL 1018302 A NL1018302 A NL 1018302A NL 1018302 A NL1018302 A NL 1018302A NL 1018302 C1 NL1018302 C1 NL 1018302C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
distal
release
applicator
proximal
peripheral surface
Prior art date
Application number
NL1018302A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1018302A1 (nl
Inventor
Eric Berreklouw
Original Assignee
Eric Berreklouw
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eric Berreklouw filed Critical Eric Berreklouw
Priority to NL1018302A priority Critical patent/NL1018302C1/nl
Publication of NL1018302A1 publication Critical patent/NL1018302A1/nl
Priority to PCT/NL2002/000395 priority patent/WO2003003926A1/en
Priority to AT02736293T priority patent/ATE551953T1/de
Priority to US10/480,452 priority patent/US7172605B2/en
Priority to EP02736293A priority patent/EP1401336B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1018302C1 publication Critical patent/NL1018302C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/02Prostheses implantable into the body
    • A61F2/24Heart valves ; Vascular valves, e.g. venous valves; Heart implants, e.g. passive devices for improving the function of the native valve or the heart muscle; Transmyocardial revascularisation [TMR] devices; Valves implantable in the body
    • A61F2/2427Devices for manipulating or deploying heart valves during implantation
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/00234Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets for minimally invasive surgery
    • A61B2017/00238Type of minimally invasive operation
    • A61B2017/00243Type of minimally invasive operation cardiac
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/0057Implements for plugging an opening in the wall of a hollow or tubular organ, e.g. for sealing a vessel puncture or closing a cardiac septal defect
    • A61B2017/00575Implements for plugging an opening in the wall of a hollow or tubular organ, e.g. for sealing a vessel puncture or closing a cardiac septal defect for closure at remote site, e.g. closing atrial septum defects
    • A61B2017/00623Introducing or retrieving devices therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B2017/00831Material properties
    • A61B2017/00867Material properties shape memory effect
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/11Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets for performing anastomosis; Buttons for anastomosis
    • A61B2017/1107Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets for performing anastomosis; Buttons for anastomosis for blood vessels

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Cardiology (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Transplantation (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Prostheses (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)

Description

Applicator voor een prothese, samenstel omvattende een dergelijke applicator alsmede spanstelsel voor het laden van een dergelijke applicator.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een applicator voor een prothese.
5 Deze prothese is volgens de uitvinding van het type met een buisvormig orgaan voorzien van een distale en proximale, over de omtrek van het buisvormige orgaan verdeeld aangebrachte flenspoten, waarvan ten minste de distale flenspoten, bij voorkeur de distale en proximale flenspoten, vanuit een ten opzichte van het buisvormige orgaan naar buiten stekende stand reversibel, tegen een veerkracht in, zijn 10 te buigen of zijn gebogen tot een gestrekte stand, waarin de projectie van de respectieve flenspoten op een radiaal dwarsvlak van het buisvormige orgaan in wezen op of binnen de omtrek van het buisvormige orgaan ligt. Dergelijke buisvormige organen zijn bekend uit WO 00/24339 en WO 00/44311, beide van dezelfde aanvrager als de onderhavige aanvrage. Voor wat betreft de protheses zijn deze twee WO-aanvragen dan 15 ook door verwijzing in de onderhavige aanvrage opgenomen. WO 00/24339 heeft in het bijzonder betrekking op vaatprotheses en wel in het bijzonder koppelmiddelen voor het op elkaar aansluiten van bloedvaten en/of vaatprotheses dan wel andersoortige buisvormige kanalen in het menselijk of dierlijk lichaam. WO 00/44311 omvat vier hoofdstukken met alle als onderwerp protheses waarvoor de applicator volgens de 20 onderhavige uitvinding gebruikt kan worden. Van WO 00/44311 hebben het eerste en tweede hoofdstuk in het bijzonder betrekking op klepprotheses voor hartkleppen althans bevestigingen voor hartklepprotheses, heeft het derde hoofdstuk op vaatverbindingen betrekking en het vierde hoofdstuk op zowel klep- als vaat-verbindingen. Waar het bij al deze protheses in het bijzonder om gaat is dat er een 25 buisvormig orgaan is met zogenaamde onderste en bovenste flensjjoten. Deze onderste en bovenste flenspoten zijn in der onderhavige aanvrage aangeduid met distale respectievelijk proximale flenspoten. De begrippen "distaal" en "proximaal" zijn hier in het bijzonder gerelateerd aan de applicator, welke zoals ook zal blijken een langwerpig uitstekend gedeelte heeft waarvan het vrije eind als distaal eind wordt aangemerkt en 30 dienovereenkomstig de tegenovergestelde richting als proximaal. Essentie van de distale flenspoten van het buisvormige orgaan is dat deze ten behoeve van het op zijn plaats positioneren in een doorgang - die passage van radiaal naar buiten wijzende flenspoten belemmert - in gestrekte toestand te brengen en te houden zijn om vanuit die 2 gestrekte toestand onder veerkracht weer naar een radiaal naar buiten wijzende toestand terug te kunnen veren. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding kunnen dit zowel protheses zijn van nitinolmaterialen of gelijksoortige geheugenmaterialen die vanuit een eerste toestand naar een tweede toestand zijn te buigen en in die tweede 5 toestand zijn te bevriezen om dan na overschrijding van een bepaalde temperatuur weer naar de eerste toestand terug te kunnen veren, alsook meer conventioneel tegen veerkracht in in gestrekte toestand te buigen flenspoten, die dan door een mechanische, fysieke belemmering in die gestrekte toestand gehouden worden om na verwijdering van die belemmering onder invloed van de veerkracht weer gewoon terug te buigen 10 naar hun uitgangsstand. Zoals in genoemde WO-aanvragen van aanvrager aangegeven kunnen dergelijke flenspoten bijvoorbeeld gestrekt gehouden worden door een buitenom liggend pijpje dat teruggetrokken wordt, door een rondom de flenspoten liggend snóer of anderszins.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een applicator voor zeer in het bijzonder klepprotheses voor hartkleppen, welke applicator een zeer nauwkeurige en betrouwbare positionering van de prothese mogelijk maakt alsook een betrouwbare vrijgave van de prothese verzekert zodanig dat de prothese na vrijgave -dat wil zeggen het laten terugveren van de flenspoten naar een naar buiten wijzende 20 toestand - stevig en correct in het omgevende weefsel is verankerd.
Voomoemd doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de applicator omvat: - een draagbuis met aan het distale eind daarvan een in het inwendige van het buisvormige orgaan passende dragerring met een uitwendig omtreksvlak geschikt 25 voor het dragen van dat buisvormige orgaan; - een in de draagbuis ondergebrachte, ten opzichte daarvan beweegbare vrijgavestang die aan het distale eind een distale vrijgavering omvat; waarbij de distale vrijgavering een in proximale richting openende, zich over de omtrek uitstrekkende ondersnijding met een naar binnen gekeerd eerste inwendig omtreksvlak 30 heeft, en waarbij dat eerste inwendige omtreksvlak binnen of op de buitenste contour van het uitwendige omtreksvlak van de dragerring ligt.
3
De draagbuis is aan zijn vrije uiteinde, het distale eind, voorzien van een in de te plaatsen prothese passende dragerring voor het dragen van de te plaatsen prothese. Middels de draagbuis is de prothese dan vanaf enige afstand op de juiste plaats te positioneren. Tijdens dit positioneren verkeren de distale - gerelateerd aan de oriëntatie 5 van de draagbuis - flenspoten in gestrekte toestand en liggen ten minste de einden daarvan in de ondersnijding van de distale vrijgavering om te verzekeren dat ze die gestrekte toestand niet kunnen verlaten. De distale vrijgavering zal hierbij dan primair als een mechanische, fysieke belemmering voor de gestrekte distale flenspoten werkzaam zijn. In geval van gebruik van nitinol is het echter ook zeer goed denkbaar 10 dat deze distale flenspoten uit zichzelf al gestrekt zijn en geen fysieke belemmering voor het in die gestrekte toestand houden behoeven. In een dergelijk geval zal de vrijgavering dan tijdens het positioneren primair als veiligheidsvoorziening werkzaam zijn voor hêt geval de gestrekte, bevroren toestand voortijdig verloren mocht gaan. De distale vrijgavering kan hierbij dan eventueel na bereiking van de juiste positie worden 15 weggeschoven, waarna men de bevroren toestand kan opheffen. Het is echter ook denkbaar om eerst de bevroren toestand op te heffen, zodat de vrijgavering vanaf dat moment als een fysieke, mechanische belemmering werkzaam zal zijn. Wanneer de vrijgavering als een fysieke, mechanische belemmering werkzaam is en deze vervolgens wordt weggeschoven om de distale flenspoten vrij te geven, dan zullen deze 20 distale flenspoten onder invloed van hun veerkracht als het ware afgeschoten worden om vanuit de gestrekte toestand naar de naar buiten wijzende toestand terug te veren. Voor wat betreft het verschuiven of althans bewegen van de distale vrijgavering ten opzichte van de draagbuis zij opgemerkt dat dit verwezenlijkt zou kunnen worden door de distale vrijgavering ten opzichte van de draagbuis te roteren. In een dergelijk geval 25 zal de distale vrijgavering proximaal gerichte penachtige organen hebben die aan een onderzijde het naar binnen gekeerde eerste inwendige omtreksvlak definiëren en daartussen tussenruimtes hebben met een breedte ten minste gelijk aan die van de distale flenspoten zodanig dat die distale flenspoten hier tussendoor kunnen.
Teneinde het inbrengen in een bloedvat of andersoortig lichaamskanaal en het 30 vervolgens door dat bloedvat of lichaamskanaal verplaatsen van de applicator met prothese te vergemakkelijken, verdient het volgens de uitvinding de voorkeur het uitwendige, distale oppervlak van de distale vrijgavering in distale richting toelopend, 4 bijvoorbeeld conisch of taps toelopend uit te voeren. Dit maakt het mogelijk om het omgevende weefsel te dilateren.
Het verdient volgens de uitvinding echter de voorkeur wanneer de vrijgavestang met de distale vrijgavering verschuifbaar is tussen een de distale flenspoten gestrekt 5 houdende proximale stand en een de distale flenspoten vrijgevende distale stand. Een dergelijke verschuiving in langsrichting van de draagbuis is eenvoudiger op te allen tijde betrouwbare wijze te realiseren dan een verdraaiing ten opzichte van de draagbuis.
Volgens een verdere de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm is het van voordeel wanneer, in de proximale stand van de distale vrijgavering, het eerste inwendige 10 omtreksvlak van de distale vrijgavering het uitwendige omtreksvlak van de dragerring deels overlapt. Aldus laat het buisvormige orgaan zich tijdens het naar de plaats van bestemming brengen van de prothese op betrouwbare wijze op de dragerring gefixeerd vasthoudetï.
Teneinde beschadiging van de distale flenspoten bij het op de applicator 15 vasthouden van het buisvormig orgaan tegen te gaan verdient het volgens de uitvinding ____ de voorkeur wanneer het eerste inwendige omtreksvlak van de distale vrijgavering en het uitwendig omtreksvlak van de dragerring ter plaatse van het overlapgebied onderling evenwijdig verlopen. Aldus is tussen de beide omtreksvlakken een spleet met een constante breedte te creëren waartussen de distale flenspoten dan kunnen verlopen 20 onder vermijding van lokale klemkrachten.
Teneinde de uitwendige afmetingen van de applicator als geheel zo klein mogelijk te kunnen houden verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer het eerste inwendige omtreksvlak van de distale vrijgavering in distale richting toeloopt, bij voorkeur taps toeloopt. De distale flenspoten laten zich dan als het ware in een 25 gestrekte toestand brengen waarin ze geheel binnen de buitencontour van het buisvormige orgaan komen te liggen. De vrijgavering die nog om de distale flenspoten heen moet grijpen kan dan uitwendige afmetingen verkrijgen in dezelfde orde van grootte of eventueel iets kleiner dan die van het buisvormige orgaan. Dit is van voordeel bij het naar de plaats van bestemming brengen van de prothese. Op 30 overeenkomstige wijze is het volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer het uitwendige omtreksvlak van de dragerring een distale zone heeft die in distale richting toeloopt, bij voorkeur taps toeloopt.
5
Ingeval ook de proximale flenspoten van de prothese zich ten behoeve van het naar de plaats van bestemming voeren van die prothese in een gestrekte toestand laten brengen verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer de applicator verder omvat een op de draagbuis aangebrachte ten opzichte daarvan beweegbare vrijgavebuis 5 die aan het distale eind een proximale vrijgavering omvat, waarbij de proximale vrijgavering een in distale richting openende, zich over de omtrek uitstrekkende ondersnijding met een naar binnen gekeerd tweede inwendig omtreksvlak heeft, en waarbij dat tweede inwendige omtreksvlak binnen of op die buitenste contour van het uitwendige omtreksvlak van de dragerring ligt. Voor wat betreft de werking en de wijze 10 van vrijgave middels deze proximale vrijgavering zal het een ieder duidelijk zijn dat hiervoor al hetgeen met betrekking tot de distale vrijgavering is uiteengezet ook van toepassing is, met dien verstande dat ingeval van verschuiving langs de draagbuis ten behoeve vah het vrijgeven de proximale vrijgavering in een richting tegenovergesteld aan die van de distale vrijgavering zal bewegen. Ditzelfde geldt in wezen ook voor al 15 hetgeen met betrekking tot de vormgeving van de distale vrijgavering al dan niet in relatie tot de vormgeving van het uitwendig omtreksvlak van de dragerring is uiteengezet. Ook dit is, als het ware gespiegeld, ook van toepassing op de proximale vrijgavering. Zo is ook de proximale vrijgavering ten opzichte van de draagbuis roteerbaar uitvoerbaar, waarbij deze proximale vrijgavering dan distaai gerichte 20 penachtige organen zal omvatten die aan de onderzijde het naar binnen gekeerde tweede inwendige omtreksvlak definiëren en daartussen tussenruimtes hebben met een breedte ten minste gelijk aan die van de proximale flenspoten, zodanig dat deze door die tussenruimtes kunnen passeren.
Teneinde een voortijdig vrijgeven van de distale of proximale flenspoten van de 25 prothese te kunnen uitsluiten verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer de applicator vergrendelingsmiddelen omvat voor het in de proximale stand ten opzichte van de draagbuis vergrendelen van de distale vrijgavering alsmede bij voorkeur ook het in de distale stand ten opzichte van de draagbuis vergrendelen van de proximale vrijgavering. Het zal de vakman duidelijk zijn dat dergelijke 30 vergrendelingsmiddelen op velerlei wijze uitgevoerd kunnen worden. Een eenvoudige en voordelige uitvoeringsvorm voorziet erin dat de vergrendelingsmiddelen een pen omvatten die door in de proximale respectievelijk distale stand op één lijn liggende doorgangen in de dragerbuis, de vrijgavestang en respectievelijk de vrijgavebuis is te 6 steken. Aldus wordt met één vergrendelingspen gewerkt. Het is uiteraard ook denkbaar te werken met twee vergrendelingspennen waarmee de vrijgavestang en de vrijgavebuis elk afzonderlijk ten opzichte van de dragerbuis vergrendelbaar zijn.
De onderhavige uitvinding heeft verder ook betrekking op een applicator volgens 5 de uitvinding, welke is voorzien van een daarop aangebrachte prothese van het type als beschreven in de eerste alinea van deze aanvrage, waarbij de distale flenspoten een bij voorkeur ook de proximale flenspoten in gestrekte toestand verkeren. Teneinde de handelingen van de specialist of chirurg tot een minimum te beperken en tevens ook fouten of onvolledigheden in dergelijke handelingen te kunnen uitsluiten is het van 10 voordeel de applicator op de markt te brengen met al vooraf in de fabriek daarop ingespannen de te plaatsen prothese.
De onderhavige uitvinding heeft voorts ook betrekking op een samenstel van een applicator volgens de uitvinding en een standaard waarop de applicator bevestigd of bevestigbaar is, waarbij de standaard bevestigd is of althans bevestigbaar is aan een 15 sternumspreider, een operatietafel of een v^t. referentiepunt .in een operatiekamer, waarbij de standaard een fixeerbaar armen- en schamierenstelsel omvat met bij voorkeur drie orthogonale translatievrijheidsgraden en/of drie orthogonale rotatievrijheidsgraden. Hieronder wordt onder meer ook verstaan een bijvoorbeeld aan het plafond van een operatiekamer bevestigde standaard, welke eventueel op de wijze 20 van een kat of anderszins geheel vrij langs het plafond kan worden verplaatst. Het vaste referentiepunt zal dan zijn het vaste referentiepunt ten opzichte waarvan de kat werkzaam is. Dit vaste referentiepunt kan dan bijvoorbeeld de vloer, het plafond, een wand of een hoek van de operatiekamer zijn.
De onderhavige uitvinding heeft daarnaast ook betrekking op een spanstelsel voor 25 het op een applicator volgens de uitvinding inspannen van een prothese van het type als omschreven in de eerste alinea van deze aanvrage, waarbij dat spanstelsel overeenkomstig de uitvinding omvat: - een in drie of meer segmenten opgedeelde binnenring; - een eendelige centrale ring; en 30 - een in drie of meer segmenten opgedeelde buitenring; waarbij de centrale ring per binnenringsegment een radiale schroefdraadboring met binnenspanschroef omvat die met het radiale binneneind op het respectieve binnenringsegment aangrijpt, waarbij de centrale ring per buitenringsegment een 7 buitenspanschroef omvat, welke buitenspanschroef door een radiale doorgang in het respectieve buitenringsegment steekt om van buitenaf met de kop van de buitenspanschroef of een moerorgaan op dat buitenringsegment aan te grijpen, waarbij de buitenringsegmenten in axiaal doorsnedevlak beschouwd een L-vormige of 5 U-vormige gedaante hebben, en waarbij de radiale benen van die L-vorm of U-vorm radiaal langs de centrale ring en binnenring verlopen in althans de radiaal binnenwaartse aangespannen toestand van de buitenringsegmenten.
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
10 Hierin toont:
Figuur 1 een schematisch langsdoorsnedeaanzicht van een applicator volgens de uitvinding met daarop ingespannen een prothese, in een voor plaatsing geschikte toestand; "
Figuur 2 als detail het distaJe eind van figuur 1, echter thans de applicator en 15 prothese in volledig vrijgegeven toestand;
Figuur 3 in langsdoorsnede een voorbeeld van een verdere applicator volgens de uitvinding;
Figuur 4 een schematische weergave van een eerste samenstel volgens de uitvinding; 20 Figuur 5 een schematische weergave van een tweede samenstel volgens de uitvinding;
Figuur 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van een spanstelsel volgens de uitvinding;
Figuur 7 een schematisch langsdoorsnede aanzicht van het distale eind van de 25 applicator volgens de uitvinding met daarbij een spanstelsel volgens de uitvinding; en
Figuur 8 ter illustratie een voorbeeld van een prothese die met de applicator volgens de uitvinding ter plaatse is.
Figuur 1 toont een applicator 10 volgens de uitvinding. De applicator omvat een dragerbuis 4 met aan het distale eind daarvan een dragerring 5. Deze dragerring 5 heeft 30 een uitwendig oppervlak 11 dat zodanig is gevormd dat het precies past binnenin het buisvormige orgaan 12.
Verwijzend naar figuur 8, waarin enkel ter illustratie een voorbeeld van een prothese 15 van het type volgens de uitvinding is weergegeven - maar ook open kan i · ' ’. · · ...·'· • v** · < j . · .; ?.·- 8 zijn is de prothese 15 opgebouwd uit een buisvormig orgaan 12, dat doorgaans gesloten ringvormig is met onderste flenspoten 13 en bovenste flenspoten 14, welke in de onderhavige aanvrage zijn aangeduid als respectievelijk distale flenspoten 13 en proximale flenspoten 14. In de rechterhelft van figuur 8 zijn de flenspoten 13,14 in 5 gestrekte toestand afgebeeld (vergelijk de weergave van de prothese 15 in figuur 1) en in de linkerhelft van figuur 8 zijn ze in een radiaal naar buiten wijzende toestand afgebeeld (vergelijk de weergave van de prothese 15 in figuur 2).
Terugkerend naar figuur 1 is in de draagbuis 4 een vrijgavestang 6 ondergebracht, die, zoals afgebeeld, massief kan zijn, maar evenzeer ook hol kan zijn uitgevoerd. Een 10 holle uitvoering heeft tot voordeel dat dit het mogelijk maakt om de applicator te plaatsen op een voerdraad, waarlangs de applicator naar zijn plaats van bestemming in het lichaam is te geleiden. Het distale en proximale eind van de applicator zullen dan open zijn ten behoeve van het door de holle vrijgavestang leiden van de voerdraad. Aan het distale eind van de draagstang 6 is een distale vrijgavering 7 voorzien. De distale 15 vrijgavering 7 is - zie in het bijzonder figuur 2 - voorzien van een in proximale richting ...........
openende ondersnijding 16 met een naar binnen gekeerd eerste inwendig omtreksvlak 17. De vrijgavestang 6 is tezamen met de distale vrijgavering 7 in de richting van dubbele pijl A heen en weer beweegbaar ten opzichte van de draagbuis 4 tussen een in figuur 1 getoonde proximale stand en een in figuur 2 getoonde distale stand.
20 Rondom de draagbuis 4 is voorzien een vrijgavebuis 2 die aan zijn distale eind een proximale vrijgavering 3 draagt. De proximale vrijgavering 3 is - zie in het bijzonder figuur 2 - voorzien van een in distale richting openende ondersnijding 18 met een tweede inwendig omtreksvlak 19. De vrijgavebuis 2 is tezamen met de proximale vrijgavering 3 ten opzichte van de draagbuis 4 in de richting van dubbele pijl A heen en 25 weer verschuifbaar tussen een in figuur 1 getoonde distale stand en een in figuur 2 getoonde proximale stand.
Het uitwendige omtreksvlak 11 van de draagring 5 is aan zijn distale zijde van een in distale richting taps toelopend vlak voorzien en aan zijn proximale zijde van een in proximale richting taps toelopend vlak gedeelte. Aldus is het mogelijk de distale 30 flenspoten 13 respectievelijk proximale flenspoten 14 in een gestrekte taps naar binnen toe verlopende stand op de draagring 5 te bevestigen. In deze stand.worden de distale flenspoten 13 in de gestrekte, taps naar binnen toe verlopende stand gehouden doordat het eerste inwendige omtreksvlak 17 van de ondersnijding 16 in de distale vrijgavering 9 7 vanaf de buitenzijde op die distale flenspoten 13 aangrijpt om ze van terugvering naar buiten toe te weerhouden. Op overeenkomstige wijze houdt de proximale vrijgavering 3 de proximale flenspoten 14 in hun gestrekte, taps naar binnen toe verlopende stand doordat het inwendig omtreksvlak 19 van de proximale vrijgavering 3 van buitenaf op 5 de einden van de proximale flenspoten 14 aangrijpt. In deze ingespannen, voor plaatsing gerede toestand - zoals deze in figuur 1 is afgebeeld - zijn de vrijgavebuis 2 met proximale vrijgavering 3, de vrijgavestang met distale vrijgavering 7 en de draagbuis 4 onderling fixeerbaar middels een pen 20 die zich door in die toestand op één lijn liggende doorgangen in achtereenvolgens de vrijgavebuis 2, de draagbuis 4 en 10 de vrijgavestang 6 uitstrekt. Zoals in figuur 1 te zien wordt de uitwendige diameter van de applicator met daarop ingespannen een prothese 15, althans bij het distale eind van de applicator, bepaald door de uitwendige omtreksafmetingen van het buisvormige orgaan 12 van de prothese 15.
Wanneer nu het distale eind van de applicator 10 - het linker gedeelte in figuur 1 -15 met daarop ingespannen de prothese 15 op zijn plaats van bestemming is gepositioneerd - kunnen de vrijgaveringen 3 en 7 van de draagring 5 worden weggeschoven om de flenspoten 13 en 14 vrij te geven zodat ze naar de naar buiten wijzende toestand kunnen terugveren, zoals bijvoorbeeld is weergegeven in figuur 2. Hiertoe kan men bij de applicator 10 uit figuur 1 als volgt te werk gaan: men verwijdert 20 de vergrendelingspen 20, men trekt het blok 8 in proximale richting naar knop 9 toe om aldus de vrijgavebuis 2 met proximale vrijgavering 3 in proximale richting te verschuiven totdat de proximale flenspoten 14 zijn vrijgegeven en de vrijgavebuis 2 tot aanslag komt tegen het aanslagvlak 21. Vervolgens kan men dan knop 9 indrukken in distale richting zodat de distale vrijgavering 7 in distale richting verschuift en de distale 25 flenspoten 13 vrijgeeft. De beweging van de knop 9 en vrijgavestang 6 is begrensd door de aanslagpen 22 die in de draagbuis 4 is gelagerd. Deze pen 22 kan wanneer deze uit de draagbuis 4 uitsteekt eveneens als begrenzingsaanslag voor de vrijgavebuis 2 worden gebruikt, waarbij ook deze vrijgavebuis 2 dan van een sleuf overeenkomstig de sleuf 23 in vrijgavestang 6 zal zijn voorzien. Zoals duidelijk zal zijn kan men 30 omgekeerd te werk gaan in de zin dat men eerst de knop 9 in distale richting drukt en vervolgens het blok 8 in proximale richting trekt. Ook zij opgemerkt dat men blok 8 en knop 9 tegelijkertijd naar elkaar toe kan bewegen, hetgeen in het bijzonder goed zal gaan wanneer de draagbuis 4, zoals nog nader zal worden besproken ten opzichte van 10 de buitenwereld gefixeerd is aan bijvoorbeeld een stemumspreider, de operatietafel of anderszins ten opzichte van bijvoorbeeld operatiekamer gefixeerd is.
Figuur 3 toont een variant van een applicator volgens de uitvinding, welke applicator in zijn geheel met 30 is aangeduid. De applicator 30 verschilt in hoofdzaak 5 van de applicator 10 in het bedieningsmechanisme. Het distale eind van de applicator 30 is uitgevoerd overeenkomstig het distale eind van de applicator 10 uit figuur 1. Dienovereenkomstig zijn voor overeenkomstige onderdelen dezelfde verwijzingsnummers gebruikt en zijn een aantal verwijzingsnummers, in het bijzonder de verwijzingsnummers uit figuur 2 B in figuur 3 niet nader ingetekend. Het verschil in 10 bedieningsmechanisme is in hoofdzaak dat er een soort pistoolhandgreep is voorzien. Deze pistoolhandgreep die is bevestigd aan blok 8 alsmede een handgreep 25 die de plaats van knop 9 uit figuur 1 inneemt. Door nu, na ontkoppeling van de vergrendeling door verdraaiing van knop 26 en/of wegname van de eventueel aanwezige vergrendelingspen 20, de handgrepen 24 en 25 naar elkaar toe te knijpen zijn de 15 proximale vrijgavering 3 en distale vrijgavering 7 van de draagring 5 weg te bewegen zodanig dat de distale en proximale flenspoten 13 respectievelijk 14 van de prothese 15 worden vrijgegeven. Het bedieningsmechanisme omvat tevens een veer 26 die enerzijds, bij 27, aangrijpt op de vrijgavestang 6 en anderzijds, bij 28, aangrijpt op de vrijgavebuis 2. Deze veer 26 kan op twee manieren werkzaam zijn. Enerzijds is het 20 denkbaar dat in de veer bij het naar elkaar toeknijpen van de handgrepen 24 en 25 een veerspanning wordt opgebouwd zodanig dat de handgrepen 24 en 25 weer uit elkaar worden bewogen na loslating daarvan. Anderzijds is het ook zeer goed denkbaar de veer 26 vooraf onder voorspanning te plaatsen en deze voorspanning van de veer 26 te benutten om de vrijgavering 3 en vrijgavering 7 van de draagring 5 weg te bewegen.
25 Oftewel de voorspanning van de veer 26 wordt dan benut voor het vrijgeven van de distale en proximale flenspoten 14. Aldus is een zeer snelle vrijgave van die flenspoten te realiseren. Deze vrijgave wordt dan voorkomen door de handgrepen 24 en 25 met de hand bij elkaar te houden. Met name in dit geval zal de vergrendelingspen 20 aanvullende hulp kunnen bieden daar deze dan de vrijgavestang 6, de draagbuis 4 en de 30 vrijgavebuis onderling gefixeerd kan houden zodat de belasting van de de handgrepen 24 en 25 vasthoudende hand nihil is totdat de vergrendelingspen 20 is verwijderd. Dit zal het gebruiksgemak van de applicator 30 dan aanzienlijk kunnen verhogen.
11
Figuur 4 toont zeer schematisch bij wijze van voorbeeld een niet nader in detail weergegeven applicator 40 volgens de uitvinding gefixeerd op een als zodanig bekende stemumspreider 50. De als voorbeeld getoonde stemumspreider 50 bestaat uit een L-vormig deel 51 met een eerste spreidarm 52 en geleidingsarm 53, waarop middels een 5 stelhefboom 55 verplaatsbaar een tweede spreidarm 54 is aangebracht. De spreidarmen 52 en 54 dienen hierbij voor het uiteenduwen van het daartoe eerste gespleten borstbeen teneinde het hart 56 voor een ingreep toegankelijk te maken. Door de applicator 10 al dan niet onder tussenplaatsing van een standaard met fixeerbare armen en/of scharnieren aan de stemumspreider te bevestigen laat de applicator zich 10 stabiliseren en stilhouden ten opzichte van de plaats waar de prothese geplaatst moet worden.
Figuur 5 toont zeer schematisch bij wijze van voorbeeld een applicator 10 welke middels een standaard 60 aan een operatietafel 61 is bevestigd. De standaard 60 is langs een geleidingsstang 62 in langsrichting van de operatietafel 61 verplaatsbaar en voorts 15 voorzien van een kogelschamier 63, een kogelschamier 65 en een Iijnschamier 64 met daartussen de nodige armen 66 en 67 die eventueel nog in lengterichting verstelbaar kunnen zijn. De hoofddraagarm van de standaard bestaat uit een L-vormige staaf 67 waarvan beide benen, zoals schematisch aangegeven, bijvoorkeur telescopeerbaar zijn.
Bij toepassing van een standaard kunnen standaard en applicator een geheel 20 vormen of middels een koppeling, zoals een klikverbinding, koppelbaar en bij voorkeur ook ontkoppelbaar zijn.
Figuren 6 en 7 tonen een spanstelsel voor montage van een prothese 15 op het distale eind van een applicator 10, 30. Dit spanstelsel 80 bestaat uit een uit drie segmenten 81 opgebouwde binnenste ring, een eendelige middenring 82 alsmede een 25 uit drie segmenten 83 opgebouwde buitenring 83. De segmenten 81 en 83 strekken zich uit over cirkelbogen van ongeveer 120°. Zoals in figuur 7, in het bijzonder de onderzijde te zien, hebben de buitenringsegmenten 83 in axiale langsdoorsnede een U-vormige gedaante om aan weerszijden geheel om de middenring 82 en binnenringsegmenten 81 heen te grijpen. De binnenringsegmenten 81 zijn middels 30 stelschroeven 84 ten opzichte van de middenring 82 manipuleerbaar. De stelschroeven 84 grijpen middels schroefdraad ineen met de middenring 82 om met hun radiale binneneinden de binnenringsegmenten 81 naar binnen te kunnen drukken. De binnenringsegmenten 81 dienen aldus om de prothese 15 ten opzichte van de dragem'ng 12 5 te fixeren in het bijzonder daarop vast te drukken, zie bovenzijde figuur 7. Zoals in de onderzijde van figuur 7 te zien is is de breedte van de binnenringsegmenten 81 in axiale richting beschouwd zodanig dat deze tussen de naar buiten wijzende flenspoten 13 en 14 past, in het bijzonder hier net met enige speling of net spelingsloos tussenpast. Door 5 aandrukken van de binnenringsegmenten 81, zoals in de bovenzijde van figuur 7 te zien, worden de flenspoten 13 en 14 weliswaar iets aangedrukt in de richting van een gestrekte toestand - zie de rechter zijde van de bovenzijde van figuur 7 - echter niet volledig gestrekt zoals nodig is om in de ondersnijdingen van de vrijgeefringen 3 en 7 te kunnen worden opgenomen. Vervolgens worden de buitenringsegmenten 83 middels 10 vleugelmoeren 85 en vast aan de middenring bevestigde boutpennen 86 in radiale binnenwaartse richting gedrukt om zoals in figuur 7 aan de bovenzijde links afgebeeld de flenspoten plat tegen de tapse distale respectievelijk proximale randzone van het uitwendig ómtreksvlak 11 van de draagring 5 te drukken. Zodra dit gebeurd is zullen de vrijgeefringen 3 en 7 naar de draagring 5 toe worden geschoven teneinde de flenspoten 15 13 en 14 in de ondersnijdingen da.arvan op te nemen om ze van terugvering te weerhouden.
Teneinde de chirurg werkzaamheden te besparen en een foutloze opspanning van protheses te kunnen waarborgen heeft het de voorkeur het opspannen van de prothese 15 op de applicator al in de fabriek uit te voeren. Het is echter ook denkbaar dat de 20 chirurg of ander technisch personeel tijdens de operatie of zeer kort vóór de operatie een prothese 15 opspant op de applicator volgens de uitvinding.
Alhoewel de voorgaande figuurbeschrijving dit wellicht niet zo zeer doet vermoeden, dient te worden opgemerkt dat voor de prothese 15 gebruik kan worden gemaakt van uit nitinol vervaardigde elementen die in de in figuur 1 getoonde toestand 25 te bevriezen zijn. In dit geval zullen de vrijgeefringen 3 en 7 in eerste instantie een extra beveiliging tegen het onbedoeld naar buiten klappen van de flenspoten 13 en 14 verschaffen. Bij dergelijke toepassing is het denkbaar de vrijgeefringen 3 en 7 van de draagring 5 weg te bewegen en pas daama de zogenaamde bevroren toestand op te heffen zodat de flenspoten 13 en 14 naar buiten terugklappen. Het is echter ook 30 denkbaar eerst de bevroren toestand op te heffen en pas daama de vrijgeefringen 3 en 7 van de draagring 5 weg te schuiven zodat de flenspoten 13 en 14 direct naar buiten klappen. In dit verband zij volledigheidshalve opgemerkt dat bij de in de figuren 1 en 2 en 3 getoonde uitvoeringsvorm primair bedoeld is dat de flenspoten 13 en 14 13 permanent onder veerspanning tegen de inwendige omtreksvlakken 17 en 19 van de ondersnijdingen 16 en 18 van de eerste respectievelijk proximale vrijgavering 7,3 aan zullen liggen.
Teneinde het door gekromde kanalen verplaatsen van de applicator te 5 vergemakkelijken kan het volgens de uitvinding van groot voordeel zijn de applicator, in het bijzonder de dragerbuis, de vrijgavestang en vrijgavebuis, gekromd of vervormbaar uit te voeren.

Claims (18)

1. Applicator voor een prothese (15) van het type met een buisvormig orgaan (12) voorzien van distale (13) en proximale (14), over de omtrek van het buisvormige 5 orgaan (12) verdeeld aangebrachte flenspoten, waarvan ten minste de distale flenspoten (13), bij voorkeur de distale (13) en proximale (14) flenspoten, vanuit een ten opzichte van het buisvormige orgaan (12) naar buitenstekende stand reversibel, tegen een veerkracht in, zijn te buigen of zijn gebogen tot een gestrekte stand waarin de projectie van de respectieve flenspoten (13,14) op een radiaal dwarsvlak van het buisvormige 10 orgaan (12) in wezen op of binnen de omtrek van het buisvormige orgaan (12) ligt, met het kenmerk, dat de applicator omvat: - een draagbuis (4) met aan het distale eind daarvan een in het inwendige van het buisvormige orgaan (15) passende dragerring (5) met een uitwendig omtreksvlak (11) geschikt voor het dragen van dat buisvormige orgaan (15); 15. een in de draagbuis (4) ondergebrachte, ten opzichte daarvan beweegbare vrijgavestang (6) die aan het distale eind een distale vrijgavering (7) omvat; waarbij de distale vrijgavering (7) een in proximale richting openende, zich over de omtrek uitstrekkende ondersnijding (16) met een naar binnen gekeerd eerste inwendig omtreksvlak (17) heeft, en 20 waarbij dat eerste inwendige omtreksvlak (17) binnen of op de buitenste contour van het uitwendige omtreksvlak (11) van de dragerring (5) ligt.
2. Applicator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vrijgavestang (6) met de distale vrijgavering (7) verschuifbaar is tussen een de distale flenspoten gestrekt houdende proximale stand (figuur 1) en een de distale flenspoten vrijgevende distale 25 stand (figuur 2).
3. Applicator volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat, in de proximale stand van de distale vrijgavering (7), het eerste inwendige omtreksvlak (17) van de distale vrijgavering (7) het uitwendige omtreksvlak (11) van de dragerring (5) deels overlapt.
4. Applicator volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het eerste inwendige omtreksvlak (17) van de distale vrijgavering (7) en het uitwendige omtreksvlak (11) van de dragerring (5) ter plaatse van het overlapgebied onderling evenwijdig verlopen. V
5. Applicator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste inwendige omtreksvlak (17) van de distale vrijgavering (7) in distale richting toeloopt, bij voorkeur taps toeloopt.
6. Applicator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 5 uitwendige omtreksvlak (11) van de dragerring (5) een distale zone heeft die in distale richting toeloopt, bij voorkeur taps toeloopt.
7. Applicator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het uitwendige, distale oppervlak van de distale vrijgavering in distale richting toeloopt, zoals conisch of taps toeloopt.
8. Applicator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de applicator verder omvat een op de draagbuis (6) aangebrachte, ten opzichte daarvan beweegbare vrijgavebuis (2) die aan het distale eind een proximale vrijgavering (3) omvat, waarbij de proximale vrijgavering (3) een in distale richting openende, zich over de omtrek uitstrekkende ondersnijding (18) met een naar binnen gekeerd tweede 15 inwendig omtreksvlak (19) heeft, en waarbij dat tweede inwendig omtreksvlak (19) binnen of op de buitenste contour van het uitwendige omtreksvlak (11) van de dragerring ligt.
9. Applicator volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vrijgavebuis (2) met de proximale vrijgavering (3) verschuifbaar is tussen een de proximale flenspoten (14) 20 gestrekt houdende distale stand (figuur 1) en een de proximale flenspoten (14) vrijgevende proximale stand (figuur 2).
10. Applicator volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat, in de distale stand van de proximale vrijgavering (3), het tweede inwendige omtreksvlak (19) van de proximale vrijgavering (3) het uitwendige omtreksvlak (11) van de dragerring (5) deels 25 overlapt.
11. Applicator volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het tweede inwendige omtreksvlak (19) van de proximale vrijgavering (3) en het uitwendige omtreksvlak (11) van de dragerring (5) ter plaatse van het overlapgebied onderling evenwijdig verlopen.
12. Applicator volgens een der voorgaande conclusies 8-11, met het kenmerk, dat het tweede inwendige omtreksvlak (19) van de proximale vrijgavering (3) in proximale richting toeloopt, bij voorkeur taps toeloopt.
13. Applicator volgens een der voorgaande conclusies 8-12, met het kenmerk, dat het uitwendige omtreksvlak (11) van de dragerring (5) een proximale zone heeft die in proximale richting toeloopt, bij voorkeur taps toeloopt.
14. Applicator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 applicator vergrendelingsmiddelen (20) omvat voor het in de proximale stand ten opzichte van de draagbuis (4) vergrendelen van de distale vrijgavering (7) alsmede bij voorkeur ook het in de distale stand ten opzichte van de draagbuis (4) vergrendelen van de proximale vrijgavering (3).
15. Applicator volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de 10 vergrendelingsmiddelen een pen (20) omvatten die door in die proximale respectievelijk distale stand op een lijn liggende doorgangen in de dragerbuis (4), de vrijgavestang (6) en respectievelijk de vrijgavebuis (2) is te steken.
16. Applicator volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een daarop aangebrachte prothese (15) van het type uit de aanhef van conclusie 1, waarbij de toestand verkeren.
17. Samenstel van een applicator volgens een der voorgaande conclusies en een standaard waarop de applicator bevestigd of bevestigbaar is, waarbij de standaard bevestigd is op, althans bevestigbaar is, aan een stemumspreider (50), aan een 20 operatietafel (61) of ten opzichte van een vast referentiepunt in een operatiekamer, en waarbij de standaard een fixeerbaar armen- en schamierenstelsel omvat dat bij voorkeur drie orthogonale translatievrijheidsgraden en /of drie orthogonale rotatievrijheidsgraden heeft.
18. Spanstelsel (80) voor het op een applicator volgens een der conclusies 1-16 25 inspannen van een prothese (15) van het type uit de aanhef van conclusie 1, met het kenmerk, dat het spanstelsel (80) omvat: - een in drie of meer segmenten opgedeelde binnenring (81); - een eendelige centrale ring (82); en - een in drie of meer segmenten opgedeelde buitenring (83); 30 waarbij de centrale ring (82) per binnenringsegment (81) een radiale schroefdraadboring met binnenspanschroef (84) omvat die met het.radiale binneneind op het respectieve binnenringsegment (81) aangrijpt; * waarbij de centrale ring (82) per buitenringsegment (83) een buitenspanschroef (86, 85) omvat, welke buitenspanschroef (86, 85) door een radiale doorgang in het respectieve buitenringsegment (83) steekt om van buitenaf met de kop van de buitenspanschroef of een moerorgaan (85) op dat buitenringsegment (83) aan te grijpen, 5 waarbij de buitenringsegmenten (83) in axiaal doorsnedevlak beschouwd een L-vormige of U-vormige gedaante hebben, en waarbij de radiale benen (88) van die L- of U-vorm radiaal langs de centrale ring (82) en binnenring (81) verlopen in althans de radiaal binnenwaarts aangespannen toestand van de buitenringsegmenten (88). 10
NL1018302A 2001-06-15 2001-06-15 Applicator voor een prothese, samenstel omvattende een dergelijke applicator alsmede spanstelsel voor het laden van een dergelijke applicator. NL1018302C1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018302A NL1018302C1 (nl) 2001-06-15 2001-06-15 Applicator voor een prothese, samenstel omvattende een dergelijke applicator alsmede spanstelsel voor het laden van een dergelijke applicator.
PCT/NL2002/000395 WO2003003926A1 (en) 2001-06-15 2002-06-14 Applicator for a prosthesis, assembly comprising such an applicator and fixture system for loading such an applicator
AT02736293T ATE551953T1 (de) 2001-06-15 2002-06-14 Applikator für eine prothese, anordnung mit einem solchen applikator und befestigungssystem zum laden eines solchen applikators
US10/480,452 US7172605B2 (en) 2001-06-15 2002-06-14 Applicator for a prosthesis assembly comprising such an applicator and fixture system for loading such an applicator
EP02736293A EP1401336B1 (en) 2001-06-15 2002-06-14 Applicator for a prosthesis, assembly comprising such an applicator and fixture system for loading such an applicator

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018302A NL1018302C1 (nl) 2001-06-15 2001-06-15 Applicator voor een prothese, samenstel omvattende een dergelijke applicator alsmede spanstelsel voor het laden van een dergelijke applicator.
NL1018302 2001-06-15

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1018302A1 NL1018302A1 (nl) 2001-07-17
NL1018302C1 true NL1018302C1 (nl) 2002-07-17

Family

ID=19773560

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018302A NL1018302C1 (nl) 2001-06-15 2001-06-15 Applicator voor een prothese, samenstel omvattende een dergelijke applicator alsmede spanstelsel voor het laden van een dergelijke applicator.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US7172605B2 (nl)
EP (1) EP1401336B1 (nl)
AT (1) ATE551953T1 (nl)
NL (1) NL1018302C1 (nl)
WO (1) WO2003003926A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1025830C2 (nl) 2004-03-26 2005-02-22 Eric Berreklouw Samenstel omvattende een ring voor bevestiging in een door lichaamsweefsel omgeven doorgang alsmede een applicator voor het in de doorgang plaatsen van de ring.

Families Citing this family (36)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7115136B2 (en) 2001-06-20 2006-10-03 Park Medical Llc Anastomotic device
US7201771B2 (en) 2001-12-27 2007-04-10 Arbor Surgical Technologies, Inc. Bioprosthetic heart valve
NL1020288C1 (nl) 2002-04-02 2003-05-07 Eric Berreklouw Samenstel omvattende een stabilisator en een in of rondom een door lichaamsweefsel, omgeven doorgang te positioneren instrument.
US7959674B2 (en) 2002-07-16 2011-06-14 Medtronic, Inc. Suture locking assembly and method of use
US8551162B2 (en) 2002-12-20 2013-10-08 Medtronic, Inc. Biologically implantable prosthesis
US8021421B2 (en) 2003-08-22 2011-09-20 Medtronic, Inc. Prosthesis heart valve fixturing device
US7556647B2 (en) 2003-10-08 2009-07-07 Arbor Surgical Technologies, Inc. Attachment device and methods of using the same
US20050203551A1 (en) * 2004-03-09 2005-09-15 Kevin Weadock Method for performing a coronary artery bypass graft procedure
US7513909B2 (en) 2005-04-08 2009-04-07 Arbor Surgical Technologies, Inc. Two-piece prosthetic valves with snap-in connection and methods for use
WO2006130505A2 (en) 2005-05-27 2006-12-07 Arbor Surgical Technologies, Inc. Gasket with collar for prosthetic heart valves and methods for using them
US11026822B2 (en) 2006-01-13 2021-06-08 C. R. Bard, Inc. Stent delivery system
WO2007084370A1 (en) 2006-01-13 2007-07-26 C.R. Bard, Inc. Stent delivery system
US7967857B2 (en) 2006-01-27 2011-06-28 Medtronic, Inc. Gasket with spring collar for prosthetic heart valves and methods for making and using them
EP2023860A2 (en) 2006-04-29 2009-02-18 Arbor Surgical Technologies, Inc. Multiple component prosthetic heart valve assemblies and apparatus and methods for delivering them
GB0615658D0 (en) 2006-08-07 2006-09-13 Angiomed Ag Hand-held actuator device
GB0713497D0 (en) 2007-07-11 2007-08-22 Angiomed Ag Device for catheter sheath retraction
US8579964B2 (en) * 2010-05-05 2013-11-12 Neovasc Inc. Transcatheter mitral valve prosthesis
GB201017834D0 (en) 2010-10-21 2010-12-01 Angiomed Ag System to deliver a bodily implant
EP2688525B1 (en) 2011-03-23 2019-08-21 Daidalos Solutions B.V. Medical instrument, ring prosthesis, stent and stented valve
US9554897B2 (en) 2011-04-28 2017-01-31 Neovasc Tiara Inc. Methods and apparatus for engaging a valve prosthesis with tissue
US9308087B2 (en) 2011-04-28 2016-04-12 Neovasc Tiara Inc. Sequentially deployed transcatheter mitral valve prosthesis
US9364228B2 (en) * 2012-05-11 2016-06-14 Ethicon, Llc Applicator instruments having distal end caps for facilitating the accurate placement of surgical fasteners during open repair procedures
US10575716B2 (en) 2012-05-11 2020-03-03 Ethicon Llc Applicator instruments with imaging systems for dispensing surgical fasteners during open repair procedures
US8518055B1 (en) 2012-05-11 2013-08-27 Ethicon, Inc. Applicator instruments for dispensing surgical fasteners during open repair procedures
US9345573B2 (en) 2012-05-30 2016-05-24 Neovasc Tiara Inc. Methods and apparatus for loading a prosthesis onto a delivery system
US9572665B2 (en) 2013-04-04 2017-02-21 Neovasc Tiara Inc. Methods and apparatus for delivering a prosthetic valve to a beating heart
DE202016008737U1 (de) 2015-12-15 2019-04-05 Neovasc Tiara Inc. Transseptales Zuführsystem
EP4183372A1 (en) 2016-01-29 2023-05-24 Neovasc Tiara Inc. Prosthetic valve for avoiding obstruction of outflow
EP3541462A4 (en) 2016-11-21 2020-06-17 Neovasc Tiara Inc. METHODS AND SYSTEMS FOR RAPID RETRACTION OF A TRANSCATHETER HEART VALVE DELIVERY SYSTEM
CN111263622A (zh) 2017-08-25 2020-06-09 内奥瓦斯克迪亚拉公司 顺序展开的经导管二尖瓣假体
WO2020093172A1 (en) 2018-11-08 2020-05-14 Neovasc Tiara Inc. Ventricular deployment of a transcatheter mitral valve prosthesis
CN113747863B (zh) 2019-03-08 2024-11-08 内奥瓦斯克迪亚拉公司 可取回假体递送系统
CN113811265A (zh) 2019-04-01 2021-12-17 内奥瓦斯克迪亚拉公司 能够以可控的方式部署的假体瓣膜
CN113924065A (zh) 2019-04-10 2022-01-11 内奥瓦斯克迪亚拉公司 具有自然血流的假体瓣膜
EP3972673A4 (en) 2019-05-20 2023-06-07 Neovasc Tiara Inc. INTRODUCER DEVICE WITH HEMOSTASIS MECHANISM
WO2020257643A1 (en) 2019-06-20 2020-12-24 Neovasc Tiara Inc. Low profile prosthetic mitral valve

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0408245B1 (en) 1989-07-13 1994-03-02 American Medical Systems, Inc. Stent placement instrument
US5160341A (en) * 1990-11-08 1992-11-03 Advanced Surgical Intervention, Inc. Resorbable urethral stent and apparatus for its insertion
SE469596B (sv) 1991-05-03 1993-08-02 Innovation Investment Consulta Braenslepellets av trae samt saett och anordning foer deras framstaellning
WO1994023786A1 (en) * 1993-04-13 1994-10-27 Boston Scientific Corporation Prosthesis delivery system
DE29707567U1 (de) * 1997-04-29 1997-07-03 Riess, Andreas G., 22850 Norderstedt Anordnung zum lokalen Ruhigstellen eines schlagenden Herzens
EP1051128B1 (en) * 1998-01-30 2006-03-15 St. Jude Medical ATG, Inc. Medical graft connector or plug structures, and methods of making
NL1010386C2 (nl) 1998-10-23 2000-04-26 Eric Berreklouw Anastomose-inrichting.
US6152937A (en) * 1998-11-06 2000-11-28 St. Jude Medical Cardiovascular Group, Inc. Medical graft connector and methods of making and installing same
US6858034B1 (en) * 1999-05-20 2005-02-22 Scimed Life Systems, Inc. Stent delivery system for prevention of kinking, and method of loading and using same
US6790229B1 (en) 1999-05-25 2004-09-14 Eric Berreklouw Fixing device, in particular for fixing to vascular wall tissue
US6623491B2 (en) * 2001-01-18 2003-09-23 Ev3 Peripheral, Inc. Stent delivery system with spacer member

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1025830C2 (nl) 2004-03-26 2005-02-22 Eric Berreklouw Samenstel omvattende een ring voor bevestiging in een door lichaamsweefsel omgeven doorgang alsmede een applicator voor het in de doorgang plaatsen van de ring.
WO2005092246A2 (en) 2004-03-26 2005-10-06 Eric Berreklouw Assembly comprising a ring for attachment in a passage surrounded by body tissue as well as an applicator for fitting the ring in the passage
EP2258318A2 (en) 2004-03-26 2010-12-08 Eric Berreklouw Assembly comprising a sleeve and ring for attachment in a passage surrounded by body tissue
EP2258317A2 (en) 2004-03-26 2010-12-08 Eric Berreklouw Heart valve prosthesis comprising a ring member and a constriction system

Also Published As

Publication number Publication date
NL1018302A1 (nl) 2001-07-17
US20040199176A1 (en) 2004-10-07
WO2003003926A1 (en) 2003-01-16
ATE551953T1 (de) 2012-04-15
EP1401336A1 (en) 2004-03-31
US7172605B2 (en) 2007-02-06
EP1401336B1 (en) 2012-04-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1018302C1 (nl) Applicator voor een prothese, samenstel omvattende een dergelijke applicator alsmede spanstelsel voor het laden van een dergelijke applicator.
CN112272546B (zh) 用于折绉假体植入物的装置和方法
EP1973500B1 (en) Prosthesis deployment system
EP2704669B1 (en) Medical device for a cardiac valve implant
US20100292780A1 (en) Device for compressing a stent as well as system and method for loading a stent into a medical delivery system
KR20070117705A (ko) 제거가능한 필터 헤드
JP7547393B2 (ja) ロッキング機能を有する人工心臓弁
EP3107466B1 (en) Stapling device
CN110313951B (zh) 缝合线锁扣及缝合线锁结系统
US20150265403A1 (en) Medical Device For A Cardiac Valve Implant, And A Method Of Manufacturing The Medical Device
US20040133221A1 (en) Connector assembly for joining a graft vessel to a side of a target vessel
US20230190463A1 (en) Prosthetic heart valve including an expansion and locking mechanism transitionable between locked and unlocked states
JPWO2020136701A1 (ja) 結紮装置、アプリケータ、および連結方法
CN117715606A (zh) 用于收缩和装载假体装置的系统和方法
US20220133513A1 (en) Crimping devices for prosthetic heart valves
WO2023156307A1 (en) Tavi pre-assembled loading tool and procedure
WO2021146076A1 (en) Handle locking mechanisms for a transcatheter delivery system

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Discontinued due to expiration of the term of protection

Effective date: 20070615