NL1014000C2 - Werkwijze en inrichting voor het samenstellen van poststukken met selectieve enveloppekeuze. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het samenstellen van poststukken met selectieve enveloppekeuze. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1014000C2 NL1014000C2 NL1014000A NL1014000A NL1014000C2 NL 1014000 C2 NL1014000 C2 NL 1014000C2 NL 1014000 A NL1014000 A NL 1014000A NL 1014000 A NL1014000 A NL 1014000A NL 1014000 C2 NL1014000 C2 NL 1014000C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- instructions
- station
- printing
- envelope
- flat object
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B43—WRITING OR DRAWING IMPLEMENTS; BUREAU ACCESSORIES
- B43M—BUREAU ACCESSORIES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B43M3/00—Devices for inserting documents into envelopes
- B43M3/04—Devices for inserting documents into envelopes automatic
- B43M3/045—Devices for inserting documents into envelopes automatic for envelopes with only one flap
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H2301/00—Handling processes for sheets or webs
- B65H2301/40—Type of handling process
- B65H2301/43—Gathering; Associating; Assembling
- B65H2301/431—Features with regard to the collection, nature, sequence and/or the making thereof
- B65H2301/4318—Gathering, associating, assembling articles from a single source which is supplied by several sources
Landscapes
- Packaging Of Special Articles (AREA)
- Making Paper Articles (AREA)
- Folding Of Thin Sheet-Like Materials, Special Discharging Devices, And Others (AREA)
- Collation Of Sheets And Webs (AREA)
Description
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het samenstellen van poststukken met selectieve enveloppekeuze
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het inleidende gedeelte van conclusie 1 alsook op een in-5 richting volgens het inleidende gedeelte van conclusie 15. Een dergelijke werkwijze en een dergelijke inrichting zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 5 339 603.
Voor het toepassen van deze werkwijze is het vulstati-on voorzien van twee of meer enveloppe-voorraadhouders, toe-10 voermiddelen voor het toevoeren van een enveloppe uit een van die enveloppe-voorraadhouders, activeringsmiddelen voor het per samen te stellen poststuk activeren van een bepaalde enveloppe-voorraadhouder voor het toevoeren van een enveloppe. Deze activeringsmiddelen zijn verbonden met de gegevens-15 verwerkingsmiddelen waarin een enveloppe-keuze programma is opgeslagen. Dit programma bevat ten minste één invoerparame-ter voor het opslaan van een parameter-waarde die de enve-loppehoogte van een in één van de voorraadhouders aanwezige enveloppen representeert, ten minste één invoerparameter 20 voor het opslaan van een parameter-waarde, die een eigenschap van een te verpakken set documenten representeert, ten minste één invoerparameter voor het opslaan van een referen-tie-waarde, waarmee de laatstgenoemde parameter-waarde vergeleken kan worden, een uitvoer-parameter voor het activeren 25 van één van de enveloppe-voorraadhouders en een algoritme voor het toekennen van een waarde aan de uitvoer-parameter voor het activeren van één van de enveloppenhouders in afhankelijkheid van de uitkomst van de genoemde vergelijking.
Een parameter-waarde op grond waarvan een bepaald type 30 enveloppe wordt gekozen kan bijvoorbeeld het aantal documenten zijn, waaruit een set is dan wel wordt samengesteld. Naarmate meer documenten verzonden worden kan een grotere enveloppe worden gekozen, bijvoorbeeld om het vouwen van een dik pak documenten te vermijden. Een andere eigenschap op 1014000 -2- grond waarvan een bepaald type enveloppe wordt gekozen kan bijvoorbeeld het al dan niet toevoeren van een document vanuit een bepaald document-afgiftestation zijn. Documenten uit een bepaald document-afgiftestation kunnfen bijvoorbeeld ge-5 heel of gedeeltelijk niet te vouwen zijn of het adres op een positie dragen die slechts compatibel is met een bepaald type vensterenveloppe. Het kiezen van een enveloppe op basis van het al dan niet toevoeren van een document uit een bepaald document-afgiftestation kan bijvoorbeeld gebeuren, 10 doordat met een document-afgiftestation een parameter-waarde wordt geassocieerd, die een hoogte van een niet te vouwen deel van een door dat toevoerstation toe te voeren document representeert. Deze parameter-waarde wordt, indien vanuit het bedoelde document-afgiftestation een document wordt toe-15 gevoerd, bij het kiezen van een enveloppe gebruikt als parameter-waarde die een bepaalde minimale enveloppehoogte vereist. Bij het bepalen van de vouwhoogte of vouwhoogten wordt de lengte en plaats van een niet te vouwen deel. van een document gebruikt voor het bepalen van te vouwhoogte-zones die 20 niet gebruikt kunnen worden.
Nog een verdere parameter-waarde op grond waarvan een enveloppe wordt gekozen kan bijvoorbeeld worden verkregen door het gewicht van de desbetreffende set documenten vast te stellen. In bepaalde gevallen zal het wenselijk zijn een 25 zwaardere set documenten in een grotere en/of stevigere enveloppe te verpakken, dan een lichtere set documenten. Een grotere enveloppe zal in de praktijk vrijwel altijd een andere hoogte hebben dan een kleinere enveloppe, zodat het aantal te leggen vouwen, en de vouwhoogtes daarvan, uitgaan-30 de van een andere, grotere enveloppe hoogte dienen te worden bepaald.
Bij het verpakken van documenten in vensterenveloppen is het van belang, dat het adres, nadat het document dat het adres draagt in de enveloppe is geplaatst, goed zichtbaar is 35 achter het venster. Voor zover de positie van het adres in breedte-richting verenigbaar is met de positie in breedte-richting van het venster van de te gebruiken enveloppe, moet 1014000 -3- de oriëntatie van het document dat het adres draagt, het aantal vouwen in dat document en, indien gevouwen wordt, de vouwhoogte van ten minste één vouw zodanig zijn, dat het adres ook in hoogte-richting op een met de positie van het 5 venster corresponderende positie wordt gebracht, en naar het venster toe gekeerd is.
Bij het toepassen van deze werkwijze en inrichting is het van belang dat de juiste gegevens betreffende de te verwerken documenten en enveloppen voor de desbetreffende serie 10 poststukken zijn ingevoerd. Dit is nogal omslachtig en gecompliceerd en vergroot de kans op fouten bij het invoeren van gegevens.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
15
Het is een doel van de uitvinding het samenstellen van poststukken met automatische keuze tussen twee verschillende typen enveloppen die een verschillend formaat kunnen hebben te vereenvoudigen en de kans op het daarbij optreden van 20 fouten te reduceren.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een werkwijze volgens conclusie 1 te verschaffen. Voor het bereiken van dit doel voorziet de uitvinding tevens in een systeem volgens conclusie 15, dat specifiek is aange-25 past voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1.
Doordat instellingen van het andere station die behoren bij het couverteren in een bepaald enveloppe-type samen met de keuze voor dat type enveloppe deel uitmaken van een 30 vooraf samengesteld stel instructies, kan binnen het kader van een vooraf ingestelde set basis-afwerkingsinstructies eenvoudig per individueel samen te stellen poststuk een andere van de beschikbare enveloppe-typen worden geselecteerd, waarbij automatisch tevens de bijbehorende instellingen van 35 het andere station worden geselecteerd, zonder dat dit afhankelijk is van ingevoerde gegevens betreffende uitgangsmaterialen of dergelijke. Het is ook niet nodig instructies 1014000 -4- betreffende de keuze van een type enveloppe aan instructies voor het samenstellen van een poststuk te koppelen. De automatische enveloppe-keuze kan daarom met bijzonder voordeel worden toegepast in combinatie met specificaties voor het 5 samenstellen van poststukken die niet de mogelijkheid bieden instructies betreffende de keuze van een enveloppe aan instructies voor het vervaardigen van een individueel document te koppelen.
Bijzonder voordelige uitvoeringen van de uitvinding 10 zijn neergelegd in de afhankelijke claims.
Navolgend worden verdere doelen, uitvoeringsaspecten, effecten en details volgens de uitvinding nadere beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en met verwijzing naar de tekening.
15
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Fig. 1 een schematische weergave in zijaanzicht van een systeem volgens de uitvinding, 20 Fig. 2A-2E overzichten van voorbeelden van sets basis- afwerkingsinstructies, en
Fig. 3 een algoritme voor het in afhankelijkheid van verschijnselen tijdens verwerking kiezen van een enveloppe-type.
25
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De uitvinding wordt allereerst toegelicht aan de hand van het in fig. 1 weergegeven, de meeste voorkeur genietende 30 uitvoeringsvoorbeeld van een systeem volgens de uitvinding voor het samenstellen van een poststuk. In de tekening zijn delen die in meervoud voorkomen met onderling identieke ver-wijzingscijfers aangeduid.
Het systeem is uitgerust met twee toevoerstations 1, 2 35 voor het afgeven van velvormige objecten, in dit voorbeeld in de vorm van documenten in houders 20-25.
101400(1 -5-
Het bovengelegen toevoerstation 1 heeft vier toevoer-secties. Elk van de toevoersecties 1 is voorzien van een houder 5, een aanvoerrol 6, een separatierol 7, een transportrol 8 en een paar afgifterollen 9. Een voorbeeld van een 5 separatie-inrichting geschikt voor toepassing in een afgif-testation volgens het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is meer gedetailleerd beschreven in Amerikaans octrooischrift 5 362 037, waarnaar hierbij verwezen wordt.
Het ondergelegen toevoerstation is uitgevoerd als een 10 houder 10 voor het toevoeren van te bedrukken vellen aan een printer 2. Direct stroomafwaarts van de printer 2 bevindt zich een paar afgifterollen 11 voor het op een geschikt moment afgeven van een door de printer 2 bedrukt vel. Bij voorkeur is de printer 2 zodanig uitgevoerd, dat het bedruk-15 ken van een vel telkens wordt voltooid, voordat het vel een wachtpositie tussen de afgifterollen 11 bereikt. Eventueel kan de transportbaan tussen de printer 2 en de afgifterollen 11 voor dit doel worden verlengd.
De toevoersecties 1 zijn elk ingericht voor het tussen 20 rollen 9 vasthouden van documenten en voor het vervolgens aan een verticale transportbaan 3 tussen een verticale transporteur 12 en aandrukbanden 13, 15 afgeven van de documenten .
Het systeem omvat voorts een uitlijnstation 16 voor 25 het uitlijnen van bij een bepaalde set behorende documenten, tot een stapel met aan één zijde in hoofdzaak gelijk liggende documentranden.
Het uitlijnstation 16 is uitgevoerd als een kopstation met een toevoerbaan, een uitlijnoppervlak met een verplaats-30 bare aanslag 26 en een afvoerbaan 36 in het verlengde van het uitlijnoppervlak 19. De toevoerbaan wordt gevormd door transportrollen 27, 28, 29, 30 en geleidingen 61, 62. Door de transporteenheid 4 aangevoerde documenten kunnen via deze toevoerbaan naar het uitlijnoppervlak 19 worden gevoerd.
35 De documenten kunnen in aanvoerrichting tot tegen de aanslag 26 worden getransporteerd en vervolgens in tegengestelde richting worden afgevoerd. De uitgelijnde documen- f014000 -6- tranden vormen daarbij de achterlopende rand van de stapel. In het vouwstation 32 wordt de plaats van elke vouw telkens bepaald ten opzichte van de achterlopende rand van de stapel documenten.
5 Wanneer een document tegen de aanslag 26 is geschoven en een volgend document, kan een volgend document ook tegen de aanslag worden geschoven. Aldus kunnen opeenvolgende documenten gelijk worden gelegd.
Het systeem omvat voorts een vouwstation 32 voor het 10 vouwen van documenten die van het uitlijnstation 16 afkomstig zijn en die individueel of als onderdeel van stapels met telkens tegen de aanslag 26 gelijk liggende documentran-den worden aangevoerd. In afvoerrichting van de aanslag 26 is een eerste en een tweede paar vouwrollen 37, 38 en 39, 40 15 aangebracht, waarbij de afvoerbaan 36 tussen de vouwrollen 37, 38 en 39, 40 door verloopt. Tussen de aanslag 26 en de vouwrollen 37, 38 resp. 39, 40 zijn deflectors 41 en 42 aangebracht voor het afbuigen van de van de aanslag 26 afkomstige documenten tot tussen de desbetreffende vouwrol 37, 39 20 en de rollen 30 resp. 43 voor het tegen een manteloppervlak van die vouwrol 37 resp. 39 aandrukken van een afgebogen gedeelte van een document.
Na het gelijk leggen van de documenten wordt de stapel eerst tegen de toevoerrichting in en vervolgens naar het 25 vouwstation 32 verplaatst. Daarbij kan de van de aanslag 26 af gelegen rand van de stapel en een daarop aansluitend gedeelte van de stapel langs een paar vouwrollen 37, 38 of 39, 40 af worden gebogen en tegen de meest nabijgelegen vouwrol 37 of 39 van het paar vouwrollen 37, 38 of 39, 40 worden ge-30 klemd, waarna de vouwrollen worden aangedreven, zodat het afgebogen gedeelte van de stapel verder wordt doorgebogen en tussen de vouwrollen wordt gebracht, waar een vouw in de stapel wordt aangebracht.
De positie van elke vouw kan nauwkeurig worden bepaald 35 aan de hand van de positie van de tijdens transport van de stapel naar het vouwstation 32 achterlopende rand van de stapel aan de zijde van de aanslag 26. Door de aandrukrol 30 1014000 -7- te bedienen in afhankelijkheid van de positie van de aanslag 26 kan de positie van de vouwen op eenvoudige wijze nauwkeurig worden bepaald.
Een vouwstation en -werkwijze van het type als hier-5 voor beschreven is meer in detail beschreven in Amerikaans octrooischrift 5 090 671, waarnaar hierbij verwezen wordt.
Op het vouwstation 32 sluit een couverteerstation 33 aan. Dit couverteerstation 33 is uitgerust met twee enveloppenhouders 34, 35 voor het opnemen en stuksgewijs afgeven 10 van verschillende typen enveloppen. Op de enveloppenhouders 34, 35 sluiten transportbanen 44, 45 aan die samenvloeien tot een gemeenschappelijke transportbaan 46 die naar een couverteerpositie 47 leidt. Vanuit op de couverteerpositie sluit een ondersteuningsvlak 48 aan, van waaruit gevulde en-15 veloppen tussen sluitrollen 49,50 door naar een afvoerbaan 51 gebracht kunnen worden. De afvoerbaan 51 is haaks op het vlak van tekening georiënteerd. Voor een uitgebreidere beschrijving van het couverteergedeelte van het couverteerstation wordt verwezen naar de Europese octrooischrift 20 0 781 671.
Voor het aftasten van afgegeven documenten zijn stroomafwaarts van de toevoerstations 1, 2 en stroomopwaarts van het uitlijnstation 16 aftastmiddelen voor het aftasten van een passerend, te vergaren document aangebracht. Volgens 25 het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de aftastmiddelen uitgevoerd als een scanner 64. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk de bedrukkingspatronen van een passerend document af te tasten, waarbij variaties in helderheid van door een document gereflecteerd licht en de rotatie van één van de 30 transportrol 27 worden geregistreerd.
De transportrol 27 en de scanner 64 zijn verbonden met een dataprocessor 63 voor het invoeren en opslaan van een met het gemeten patroon van helderheden overeenkomend af-tastresulaat. Door geselecteerde documenten individueel te 35 transporteren en stroomafwaarts van de toevoerstations 1, 2 en stroomopwaarts van het vouwstation 32 te vergaren kunnen die documenten worden afgetast.
f014000 -8-
De dataprocessor 63 is verbonden met een centrale besturingseenheid 65 (die overzichtelijkheidshalve buiten de behuizing van het systeem is weergegeven) voor het, mede aan de hand van het aftastresuitaat, besturen van het vouwstati-5 on 32 en het couverteerstation 33 voor het selecteren van de juiste enveloppenhouder 34, 35 voor het afgeven van een enveloppe en voor het zo instellen van het vouwstation 32, dat de toegevoerde documenten daar met een geschikte speling in passen, waarbij zo nodig adresgegevens op de documenten ach-10 ter een venster in de enveloppe zichtbaar zijn.
De dataprocessor 63 die is verbonden met de aftaster 64, de centrale besturingseenheid 65 en dataprocessors 66-68 in het couverteerstation 33, de printer 2 en het toevoersta-tion 1 vormen een besturingssysteem waarin vooraf samenge-15 stelde sets basis-afwerkingsinstructies 101-105 zijn opgeslagen die voorafgaand aan het samenstellen van een serie poststukken aanwijsbaar zijn als voor die serie geldend.
Sets basis-afwerkingsinstructies kunnen er bijvoorbeeld zijn samengesteld zoals de sets 101-105 die in de figuren 2A-2E 20 zijn weergegeven.
Naast instructies 111-113 betreffende de toestand van de scanner 63, de houders 20-24, en de printer 2 bevatten de sets basis-afwerkingsinstructies 101-105 verder instructies 114-127 betreffende de selectie van de houder 34, 35 die 25 wordt aangestuurd voor het afgeven van een enveloppe voor het daarin couverteren van een document.
De instructies betreffende de selectie van de houder 34, 35 die wordt aangestuurd voor het afgeven van een enveloppe voor het daarin couverteren van een document bestaan 30 volgens het in fig. 2A getoonde voorbeeld uit een eerste instructieset 114, een tweede instructieset 115 en instructies 116-118 betreffende selectiecriteria op grond waarvan moet worden gekozen voor de eerste instructieset 114 dan wel voor de tweede instructieset 115.
35 De eerste instructieset 114 en de tweede instructieset 115 bevatten elk een instructie betreffende de enveloppenhouder 34, 35 waaruit een enveloppe moet worden toegevoerd, -9- waarmee kan worden bepaald welke van twee typen enveloppen in die houders 34, 35 zal worden gebruikt voor het couverteren van de documenten of het document van het desbetreffende poststuk.
5 Verder bevatten de eerste instructieset 114 en de tweede instructieset 115 elk en een bijbehorende instelling van een ander station. In dit voorbeeld is dit een instelling van het vouwstation 32 wat betreft de aan te brengen vouwen en wat betreft de plaatsen van die vouwen gerekend 10 vanaf een achterlopende rand van het document of de documenten.
De instructies betreffende criteria voor het per individueel poststuk kiezen van een van de twee instructiesets die in de set basis-afwerkinginstructies 101 zijn opgenomen 15 worden gevormd door drie instructies 116, 117 en 118,
Instructie 116 geeft aan dat als standaardkeuze instructieset 1 moet worden gekozen. De instructies 117 en 118 geven aan dat van deze standaard afgeweken moet worden als het aantal vellen van een poststuk groter is dan drie en als 20 het poststuk een vel uit houder no. 3 (in fig. 1 de derde houder 22 van boven) bevat. Dit laatste impliceert dat bij elk individueel poststuk (niet weergegeven) instructies behoren die direct of indirect bepalen uit hoeveel vellen het poststuk moet bestaan en of een vel. uit de derde houder 22 25 moet worden toegevoerd. De reden om in geval van toevoer van een document uit houder 3 voor een andere enveloppe te kiezen kan bijvoorbeeld zijn, dat documenten uit houder 3 te dik zijn om twee keer te worden gevouwen of omdat documenten uit houder 3 een buigstijf element, zoals een 1idmaatschaps-30 pas, dragen die niet gevouwen kan worden zonder deze te beschadigen.
Het samenstellen van poststukken in overeenstemming met dit voorbeeld wordt als volgt uitgevoerd.
Voorafgaand aan het samenstellen van een serie post-35 stukken wordt een van de beschikbare, vooraf samengestelde sets basis-afwerkingsinstructies aangewezen als voor die serie geldende set het voorafgaand aan het samenstellen van 4000 -10- een serie poststukken aanwijzen van een voor die serie geldende set basis-afwerkingsinstructies.
Vervolgens worden de instructies voor het samenstellen van de opeenvolgende poststukken toegevoerd. Deze instruc-5 ties kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het afgeven van documenten vanuit de bovenste (eerste) houder 20, waarbij het aantal vellen en het aantal bijlagen dat wordt toegevoerd wordt bepaald door op de documenten uit de bovenste (eerste) houder 20 aanwezige gegevens, bijvoorbeeld in de vorm van 10 een barcode die door de aftaster 64 wordt gelezen.
Het selecteren van een type enveloppe uit verschillende typen enveloppen in het couverteerstation 33 als enveloppe voor het verpakken van de documenten geschiedt echter op basis van de geselecteerde set basis-afwerkingsinstructies 15 die de selectiecriteria en de instructiesets met aanwijzing van een enveloppenhouder en bijbehorende vouwinstellingen bevat. Hierdoor hoeft bij het opstellen van een opdracht voor het versturen van een serie poststukken geen informatie betreffende de keuze van enveloppen ingevoerd te worden en 20 kan de automatische enveloppe-keuze per poststuk ook toegepast worden in combinatie met systemen die geen voorziening kennen om de enveloppekeuze als onderdeel van de bij individuele poststukken behorende instructies te kiezen. Daarbij wordt bovendien automatisch de vouwinstelling van het vouw-25 station 32 aangepast aan de vereisten die een keuze voor een bepaald type enveloppe met zich brengt. Het vaststellen van de sets basisafwerkingsinstructies geschiedt bij voorkeur als service-instelling door deskundig personeel zoals een service-monteur of speciaal opgeleid postkamer-personeel.
30 Andere bedieners en gebruikers van het systeem hoeven zich niet te bekommeren om het invoeren van gegevens betreffende maten van enveloppen en documenten. Het volstaat voor hen gebruikersinstructies te volgen die aangeven in welke situatie welke set basisafwerkingsinstructies moet worden geko-35 zen. Hiertoe is het voordelig, dat in het besturingssysteem meerdere sets basis-afwerkingsinstructies zijn opgeslagen. Het aanwijzen van een vooraf samengestelde set basis- f014000 -11- afwerkingsinstructies geschiedt aldus door te kiezen uit verschillende sets basis-afwerkingsinstructies n
Dergelijke sets basisafwerkingsinstructies kunnen bijvoorbeeld speciaal ingericht zijn voor het samenstellen 5 van poststukken in reactie op verzoeken om informatie, voor het samenstellen van nota's, voor het verzenden van polissen met bijlagen. Het blijkt dat in de praktijk in een organisatie slechts een vrij beperkt aantal van dergelijke sets basisafwerkingsinstructies worden gebruikt. Het integreren van 10 de variabele enveloppe-keuze als instelling in een set basisafwerkingsinstructies biedt extra flexibiliteit zonder de doorsnee gebruiker of bediener te confronteren met een substantiële toename van de complexiteit.
De aftaster 64 kan ook zijn uitgevoerd als een dikte-15 meter voor het meten van de dikte van een passerend, te vergaren document, welke diktemeter is verbonden met de data-processor 63 voor het overbrengen van een met de gemeten dikte corresponderend signaal naar die dataprocessor 63. Het met de gemeten dikte corresponderende signaal kan worden 20 vergeleken met een referentiesignaal, teneinde te controleren of één document is afgegeven en wordt getransporteerd, dan wel een fout is opgetreden en meerdere of juist geen document is afgegeven en wordt getransporteerd. Wanneer documenten onderling verschillende diktes hebben, kan tevens 25 worden gecontroleerd of het juiste document is afgegeven en wordt getransporteerd. De gemeten diktes kunnen tevens dienen als criterium voor het kiezen van een instructieset en daarmee van een type enveloppe. Er kan bijvoorbeeld in reactie op een dikte groter dan een bepaalde waarde een type en-30 veloppe worden gekozen, waar het document zonder vouwen in past. Overigens kunnen bij aanwezigheid van geschikte sensoren ook andere eigenschappen van documenten, zoals buig-stijfheid, reflectie, elektrische geleidendheid, transparantie en glans worden gebruikt als criterium om een instruc-35 tieset te selecteren die de ene dan wel de andere enveloppenhouder 34, 35 activeert voor het afgeven van een ter cou-vertering dienende enveloppe.
t014000 -12-
Het is ook mogelijk de gemeten diktes van documenten van een set gezamenlijk te couverteren documenten te meten en voor het couverteren van die documenten een groot type enveloppe te selecteren als de gesommeerde dikte van de do-5 cumenten van de set gezamenlijk te couverteren documenten een bepaalde grenswaarde overschrijdt. Voor dat doel is het in fig. 1 getoonde systeem voorzien van een diktemeter 69 in het gebied van het uitlijnstation 16 die is gekoppeld met de besturingseenheid 65.
10 Het is ook mogelijk de lengte van de documenten te me ten en de keuze van de enveloppenhouder 34 of 35 mede af te laten hangen van de lengtes van de te couverteren documenten van een set. Aldus kan een automatische keuze van een enveloppe, passend bij het volume van de te verpakken stapel 15 worden verkregen.
Voorafgaand aan het starten van een run kan een aantal documenten wordt afgegeven, waarbij elk afgegeven document individueel wordt getransporteerd en stroomafwaarts van de toevoerstations wordt afgetast. Bij het aftasten verkregen 20 gegevens betreffende deze documenten, zoals de dikte en een afgetast bedrukkingspatroon kunnen worden opgeslagen. Deze gegevens kunnen vervolgens worden gebruikt bij het besturen van het systeem, bijvoorbeeld voor het selecteren van een van de enveloppenhouders 34, 35 voor het afgeven van een en-25 veloppe van een bepaald formaat en voor het dienovereenkomstig instellen van het vouwstation 32.
De aftaster 64 kan ook worden gebruikt om te bepalen welk document zich in welke houder 20-24 van het toevoersta-tion 1 bevinden. Een bij het aftasten van een passerend do-30 cument verkregen aftastresuitaat kan daartoe worden vergeleken met bekend aftastresultaten en om de bijbehorende docu-mentcode te bepalen. Deze codes worden vervolgens in een da-taprocessor opgeslagen in associatie met een houdercode behorend bij de houder waardoor het afgetaste document is af-35 gegeven. Voor een of meer van de gevonden documentcodes kan bijvoorbeeld vooraf vastgesteld zijn welke van de twee enveloppenhouders aangestuurd moet worden voor het afgeven van f014000 -13- een enveloppe waarin een document met die documentcode moet worden gecouverteerd.
In fig. 3 geeft een weergave van een bijzonder voordelige wijze van uitvoering van de werkwijze volgens de uit-5 vinding, waarbij tevens als selectiecriterium het criterium wordt gehanteerd of een verwerkingsprobleem is opgetreden tijdens verwerking van een document.
Na het starten van de werkwijze (stap 130) wordt de voor de samen te stellen serie geldende, geactiveerde set 10 basisafwerkingsinstructies gelezen (stap 131). Deze set ba-sisafwerkingsinstructies bevat als een van de criteria voor het kiezen van een instructieset 2 met daarin opgenomen een instructie tot gebruik van de tweede enveloppenhouder 35, dat een verwerkingsprobleem is geregistreerd door de bestu-15 ringseenheid 65. Een ander selectiecriterium van deze set basisafwerkingsinstructies is dat standaard instructieset 1, met daarin opgenomen een instructie tot gebruik van de eerste enveloppenhouder 34, wordt geselecteerd.
De criteria voor selectie van instructiesets alsook de 20 inhoud van de instructiesets wordt vervolgens gelezen door het besturingssysteem 65 (stap 132). Voorts wordt een teller n op "1" gezet (stap 133). Vervolgens worden de individuele afwerkingsinstructies behorend bij het eerste poststuk gelezen (stap 134) en worden de criteria voor het selecteren van 25 een instructieset toegepast (stap 135). De afwerkingsinstructies en de criteria zouden met zich kunnen brengen dat voor een aantal poststukken de tweede instructieset (en daarmee de tweede enveloppenhouder) wordt gekozen terwijl voor andere poststukken de eerste instructieset (en daarmee 30 de eerste enveloppenhouder) wordt gekozen. Zoals gezegd is volgens dit voorbeeld echter de eerste instructieset als standaard (default) keuze opgegeven. Stap 135 resulteert derhalve steeds in het kiezen van de eerste instructieset. Vervolgens worden documenten toegevoerd in overeenstemming 35 met de bij een poststuk behorende afwerkingsinstructies en eventueel bedrukkingsinstructies (stap 136) en worden de do- f014000 -14- cumenten verwerkt tot en met het vouwen in station 32 (stap 137) .
Vervolgens wordt vastgesteld of signalen ontvangen van (niet getoonde) baanbewakingssensoren aanleiding geven tot 5 registratie van een storingsmelding door het besturingssysteem 65 (stap 138). Indien door het besturingssysteem 65 geen storingsmelding is geregistreerd, wordt de eerste enveloppenhouder 34 geactiveerd voor het afgeven van een ter couvertering dienende enveloppe, zoals is aangegeven door de 10 eerste instructieset (stap 139). Indien echter door het besturingssysteem 65 wel een storingsmelding is geregistreerd, wordt enveloppenhouder 2 geactiveerd voor het voor het afgeven van een ter couvertering dienende enveloppe (stap 140). Na het afgeven van een enveloppe, ongeacht of dit vanuit de 15 eerste of de tweede enveloppenhouder is gebeurd, volgt de instructie tot couverteren van de verzamelde documenten. Als de gesignaleerde storing niet al te zwaar is geweest zal het couverteren in het algemeen slagen.
Tenslotte wordt bezien of het samengestelde poststuk 20 het laatste van een serie is (stap 142). Indien dit niet het geval is wordt vervolgens de teller n opgehoogd (stap 143) en teruggekeerd naar de stap 134 van het lezen van een volgende set afwerkingsinstructies, bijvoorbeeld uit een geheugen of van een document. Indien het samengestelde poststuk 25 het laatste van een serie is volgt stap 144 waarmee het samenstellen van een serie poststukken wordt beëindigd.
Met deze werkwijze wordt bereikt, dat documenten of sets documenten die verdacht zijn in de zin dat dienaangaande een verwerkingsprobleem is gesignaleerd in andere enve-30 loppen worden verpakt dan documenten of sets documenten waarvoor dat niet het geval is. Door na afloop van het samenstellen van een serie poststukken de inhoud van de enveloppen van de alternatieve soort te inspecteren, kan eenvoudig geverifieerd worden of deze de beoogde inhoud bevatten. 35 Een bijzonder voordeel van deze werkwijze is, dat documenten . waarvoor een verwerkingsprobleem is gesignaleerd in de alternatieve enveloppe bij elkaar gehouden worden, zodat wordt f014000 -15- voorkomen dat documenten van opeenvolgende sets waarvoor een verwerkingsprobleem is gesignaleerd gemakkelijk door elkaar kunnen raken.
Als daarbij de enveloppen van het andere type vrij 5 zijn van een klep, gommage of beide, wordt op een eenvoudige wijze bewerkstelligd dat enveloppen met een inhoud die als potentieel foutief is gestigmatiseerd niet dichtgeplakt worden en derhalve toegankelijk blijven voor inspectie zonder dat deze hoeven te worden geopend. Het daarbij niet nodig 10 het couverteerstation te voorzien van speciale voorzieningen om voor dergelijke enveloppen het bevochtigen te onderdrukken.
Indien voor een bepaald document of een bepaalde set documenten een verwerkingsprobleem is gesignaleerd bestaat 15 een vergrote kans dat het document of de set documenten na het vouwen niet in een enveloppe past waarop de vouwinstel-lingen zijn afgestemd. Het is daarom voordelig, indien de enveloppe van het alternatieve type waarin het document of de documenten in reactie op een melding van een verwerkings-20 probleem worden gecouverteerd een zodanig formaat heeft, dat het document of de set documenten daar ongevouwen in past. Eventueel kan dan in reactie op een melding van een verwerkingsprobleem ook een vouwinstructie onderdrukt worden.
Als aftaster voor het aftasten van verwerkingsproble-25 men kunnen bijvoorbeeld niet getoonde baanbewakingssensoren dienen. In fig. 1 is verder een aftaster 70 weergegeven die is gekoppeld met de besturingseenheid 65 voor het aan de besturingseenheid 65 signaleren van verwerkingsproblemen. Deze aftaster 70 meet de lengte van documenten na het vouwen en 30 geeft een signaal wanneer een document of een set documenten na het vouwen een lengte heeft die meer dan een bepaalde mate afwijkt van de verwachte lengte. De besturingseenheid bevat de instructies als hiervoor beschreven voor het in reactie van een gesignaleerd verwerkingsprobleem selecteren van 35 de tweede van de enveloppenhouders 34, 35 voor het afgeven van een ter couvertering van het document of de set documenten dienende enveloppe.
1014000 -16-
Het is ook mogelijk als selectiecriterium het criterium te hanteren dat een bepaalde instructieset wordt gekozen als tijdens het samenstellen van eerdere poststukken met een bepaalde, met een eigenschap van het samen te stellen post-5 stuk overeenstemmende eigenschap in ten minste een bepaalde mate verwerkingsproblemen zijn geregistreerd. Een voorbeeld van een set basis-afwerkingsinstructies 102 met een dergelijk selectiecriterium 119 is weergegeven in fig. 2B. Deze set basis-afwerkingsinstructies 102 is, behoudens het ont-10 breken van selectiecriterium 118 volgens fig. 2A en de extra selectiecriteria 119 (foutfrequentie bij couverteren in enveloppen uit enveloppenhouder 1) en 120 (afgetaste bedrukking is van een bepaald type), gelijk aan de set basis-afwerkingsinstructies 102 volgens fig. 2A.
15 Het kan bijvoorbeeld blijken, dat bij het couverteren van sets documenten met een document uit de tweede houder 21 in enveloppen uit de eerste enveloppenhouder 34 relatief veel verwerkingsproblemen optreden bij het vouwen. Als de frequentie van fouten bij aanwezigheid van een document uit 20 de tweede houder 21 stijgt boven een als grenswaarde van criterium 119 opgeslagen grenswaarde wordt bij toevoer van een document uit de tweede houder 21 dan op grond van selectiecriterium 119 automatisch overgeschakeld op de tweede instructieset, d.w.z. op het activeren van de tweede envelop-25 penhouder en het dienovereenkomstig instellen van het vouw-station 32, zodat slechts een keer gevouwen wordt en de documenten in een ruimere enveloppe worden verpakt.
De set basisafwerkingsinstructies 102 volgens fig. 2B voorziet er verder in, dat de aftaster 64 een bedrukking van 30 passerende documenten aftast. De aftaster 64 is gekoppeld met de besturingseenheid 65 voor het aan de besturingssysteem overdragen van aftastsignalen. De besturingseenheid 65 is tevens ingericht voor het opslaan van gegevens die een eerste aftastresultaat representeren, voor het vergelijken 35 van een tweede aftastresultaat verkregen door aftasten van een document met het eerste aftastresultaat en voor het selecteren van een bepaalde van de instructiesets 114, 115 in 4000 -17- reactie op een bepaalde minimum mate van overeenstemming tussen het tweede aftastresultaat en het eerste aftastresul-taat gerepresenteerd door de opgeslagen gegevens.
De eerste aftastresultaten vormen resultaten van af-5 tasten in een insteltoestand en het tweede aftastresultaten vormt een resultaat van aftasten van een te couverteren document. Als het tweede aftastresultaat in voldoende mate lijkt op een bepaalde van de eerste aftastresultaten wordt gekozen voor de eerste dan wel de tweede instructieset 114, 10 115. Doordat gebruik wordt gemaakt van een leerslag kunnen documenten voor verwerking overeenkomstig de eerste en de tweede instructieset onderscheiden worden zonder dat deze zijn voorzien van speciale merktekens met vooraf vastgestelde betekenis wat betreft de wijze van afwerking van het do-15 cument.
Ook de rangorde van een samen te stellen poststuk in een serie poststukken kan een criterium voor het in een bepaalde enveloppe verpakken van dat poststuk vormen. Door bijvoorbeeld de eerste, de laatste en/of elke n-de 20 (bijvoorbeeld 10e) enveloppe anders te verpakken kan eenvoudig het aantal poststukken in een serie poststukken vastgesteld worden. De rangorde in een serie in reactie waarop een bepaalde instructieset wordt geselecteerd kan echter ook een andere zijn, zoals een eerste of laatste poststuk met een 25 adressering in een bepaalde regio.
In fig. 2C is een set basisafwerkingsinstructies 103 weergegeven, waarbij instructiesets 114, 115 van elkaar verschillend doordat een andere enveloppenhouder wordt geselecteerd en doordat volgens de vouwinstructies van de ene in-30 structieset de bedrukking naar buiten wordt gevouwen en volgens de vouwinstructies van de andere instructieset de bedrukking naar binnen wordt gevouwen. Als criterium 121 voor het kiezen van de eerste instructieset geldt, dat bedruk-kingsinstructies van een bepaald type voor het aansturen van 35 de printer 2 aanwezig moeten zijn. Die instructies kunnen bijvoorbeeld dienen voor het afdrukken van een bepaald logo 101400® -18- of een bepaalde postcode. Criterium 122, dat geldt voor het kiezen van de tweede instructieset, is vergelijkbaar.
Dit maakt het mogelijk op het niveau van de bedruk-kingsinstructies te detecteren of een te drukken document 5 tot een categorie voor couvertering in een enveloppe uit de ene houder of tot een voor couvertering in een enveloppe uit andere houder behoort. Dit biedt op zijn beurt het voordeel, dat het enerzijds niet nodig is de documenten na het printen te scannen hetgeen een relatief traag en foutgevoelig proces 10 is, terwijl het anderzijds niet nodig is een grote variëteit aan programmatuur te verschaffen poststukken gegenereerd onder een grote variëteit aan applicaties te kunnen verwerken.
De stadia waarin instructies voor het samenstellen van een poststuk voorkomen zijn weergegeven in fig. 1. Aller-15 eerst is een redigeerbaar applicatiebestand 150 aanwezig in een computersysteem 149. Met behulp van afdruk- en afwerkin-terface programmatuur 151 wordt een van de in de besturingseenheid 65 aanwezige sets basisafwerkingsinstructies wordt geselecteerd (gesymboliseerd door dubbele pijl 152). In 20 overeenstemming met de geselecteerde set basisafwerkingsinstructies wordt het bestand vervolgens omgezet in bedruk-kings- en afwerkingsinstructies 153. Deze bedrukkings- en afwerkingsinstructies 153 worden vervolgens naar de besturingseenheid 65 gestuurd die vervolgens in overeenstemming 25 met de selectiecriteria 121, 122 voor elk samen te stellen poststuk bepaalt welke van de instructiesets 114, 115 voor dat poststuk worden toegepast.
Het is overigens ook mogelijk het toepassen van de selectiecriteria in het computersysteem 149 uit te voeren, in 30 welk geval achtereenvolgens de bedrukkings- en afwerkingsinstructies voor opeenvolgende poststukken naar het besturingssysteem worden gestuurd.
22. Systeem volgens een der conclusies 15-21, verder omvattende een printer voor het bedrukken van velvormige ob-35 jecten stroomopwaarts van genoemd couverteerstation, waarbij het besturingssysteem is ingericht voor het detecteren van aanwezigheid van vooraf gedefinieerde data in een digitaal f014000 -19- bestand in een redigeerbaar applicatie-format in overeenstemming waarmee bedrukkingsinstructies voor het bedrukken van genoemd vlakke object worden bepaald, voor het bepalen van bedrukkingsinstructies voor het bedrukken van genoemd 5 vlakke object in overeenstemming met data in genoemd digitale bestand, en voor het selecteren van een bepaalde van genoemde ten minste twee typen enveloppen in reactie op het detecteren van de aanwezigheid van genoemde, vooraf gedefinieerde data in genoemd digitale bestand.
10 Het verder mogelijk, als selectiecriterium voor het selecteren van een van de instructiesets de aanwezigheid van vooraf gedefinieerde data in een digitaal bestand 150 in een redigeerbaar applicatie-format, zoals een tekstverwerkings-applicatie die algemeen bekend is onder de merknaam Micro-15 soft Word, te gebruiken. In overeenstemming met deze data worden de bedrukkingsinstructies voor het bedrukken van de documenten voor de serie poststukken bepaald.
Het detecteren van aanwezigheid van vooraf gedefinieerde data in een dergelijk digitaal bestand is bij beschik-20 baarheid van de benodigde programmatuur zeer eenvoudig en kan eenvoudig geruime tijd voor het daadwerkelijke bedrukken van de documenten en samenstellen van de poststukken worden uitgevoerd. Dit biedt op zijn beurt het voordeel dat op eenvoudige wijze kan worden bewerkstelligd dat ruimschoots voor 25 het daadwerkelijke bedrukken van de documenten en samenstellen van de poststukken bekend kan zijn welke aantalen van verschillende enveloppen nodig zijn om de gewenste serie poststukken te kunnen samenstellen.
In fig. 2D is een voorbeeld van een set basisafwer-30 kingsinstructies 104 weergegeven die leidt tot het converteren van alle documenten in enveloppen uit de eerste enveloppenhouder 114. Hiertoe wordt als criterium 126 voor het selecteren van de eerste instructieset 114 het criterium "elke" gebruikt, terwijl als criterium 126 voor het selecte-35 ren van de tweede instructieset 115 het criterium "altijd uit" wordt gebruikt. Aldus kan met een set basisafwerkings-instructies 104, waarvan de structuur specifiek is afgestemd f014000 -20- op het per individueel poststuk bepalen welk type enveloppe wordt gekozen op eenvoudige wijze op conventionele wijze een serie poststukken worden samengesteld met een vaste envelop-pekeuze.
5 In de sets basisafwerkingsinstructies 101-103 is het andere station waarvan een instelling behoort bij een keuze voor een bepaalde enveloppenhouder steeds een vouwstation dat met verschillende vouwinstellingen kan werken. In samenhang met de keuze van een enveloppe van een bepaald formaat 10 is de instelling van het vouwstation van bijzonder belang, omdat deze afhankelijk is van de hoogte van de enveloppe.
Het is daarom bijzonder voordelig, een vooringestelde vouw-instelling te koppelen aan de keuze van een bepaald type enveloppe .
15 Fig. 2E illustreert echter, een van verschillende an dere mogelijke instellingen van een ander station waarvoor het voordelig is deze te koppelen aan een keuze van een vouwstation. In deze set basisafwerkingsinstructies bevat de eerste instructieset 123 behalve de keuze voor de eerste en-20 veloppenhouder 34 de instelling van portoklasse A voor een (niet getoonde) frankeermachine stroomafwaarts van het cou-verteerstation 33, terwijl de tweede instructieset 124 behalve de keuze voor de tweede enveloppenhouder 35 de instelling van portoklasse B voor deze of een andere frankeerma-25 chine stroomafwaarts van het couverteerstation 33 bevat. Een dergelijke combinatie van enveloppe-keuze en portoklasse is in sommige landen van bijzonder nut, omdat daar de relatie tussen gewicht en vereiste frankering voor enveloppen in verschillende formaat-klassen verschillend is. Andere in-30 stellingen die met voordeel in instructiesets kunnen worden gekoppeld aan de keuze van een bepaald enveloppe-type zijn bijvoorbeeld instellingen van het couverteerstation 33 aangaande het al dan niet dichtplakken van een enveloppe of aangaande het besturen van een afvoerinrichting met meerdere 35 afvoerbanen.
1014000!
Claims (24)
1. Werkwijze voor het samenstellen van poststukken, omvattende: het selecteren van een type enveloppe voor het verpakken van ten minste een vlak object uit ten minste twee ver-5 schillende typen enveloppen in een couverteerstation (33) van een systeem voor het samenstellen van poststukken; het in overeenstemming met het geselecteerde type enveloppe instellen van ten minste een ander station (32) van genoemd systeem voor het samenstellen van poststukken; en 10 het verpakken van ten minste een vlak object in een enveloppe van genoemd geselecteerde type; gekenmerkt door het voorafgaand aan het samenstellen van een serie poststukken aanwijzen van een voor die serie geldende, voor-15 af samengestelde set basis-afwerkingsinstructies (101-105), welke set basis-afwerkinginstructies (101-105) omvat: een eerste stel instructies (114; 123) omvattende een instructie voor selectie van een eerste van genoemde, ten minste twee typen enveloppen en een instructie voor een bij-20 behorende, eerste instelling van genoemd ten minste ene, andere station (32), een tweede stel instructies (115; 124) omvattende een instructie voor selectie van een tweede van genoemde ten minste twee typen enveloppen en een instructie voor een bij-25 behorende, tweede instelling van genoemd, ten minste andere station (32), en een selectiecriterium (116-122; 138), anders dan genoemde instellingen van genoemd, ten minste ene, andere station (32), voor het per individueel poststuk kiezen van een 30 van genoemde stellen instructies (114, 115; 123, 124); en het voor elk poststuk van genoemde serie selecteren van een van genoemde stellen instructies (114, 115; 123, 1014000 -22- 124. in overeenstemming met genoemd selectiecriterium (116-122; 138) .
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij genoemde bijbehorende instelling van genoemd, ten minste ene andere 5 station een vouwinstelling van een vouwstation (32) is.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemd selectiecriterium wordt gevormd door het criterium (138) of tijdens verwerking van genoemd, ten minste ene vlakke object een verwerkingsprobleem is geregistreerd.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij enveloppen van genoemde andere type vrij zijn van ten minste een klep of gommage.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij enveloppen van genoemde andere type een zodanig formaat hebben, 15 dat genoemd, ten minste ene vlakke object daar ongevouwen in past.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemd selectiecriterium wordt gevormd door het criterium (119) of tijdens het samenstellen van eerdere 20 poststukken met een bepaalde eigenschap die overeen stemt met een eigenschap van het samen te stellen poststuk in ten minste een bepaalde mate verwerkingsproblemen zijn geregistreerd.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 25 waarbij genoemd selectiecriterium wordt gevormd door het criterium of het samen te stellen poststuk een bepaalde rangorde in een serie te vervaardigen poststukken heeft.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij tot genoemde, bepaalde rangorde ten minste een van de volgende rangor- 30 den behoort; "eerste", "n maal een geheel getal" en "laatste van een serie te vervaardigen poststukken".
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemd aanwijzen van een vooraf samengestelde set basis-afwerkingsinstructies (101-105) geschiedt door selec- 35 tie uit ten minste twee sets basis-afwerkingsinstructies.
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij als genoemd selectiecriterium (121, 122) de.aanwe- f014000 -23- zigheid van vooraf gedefinieerde bedrukkingsinstructies in instructies (153) voor het bedrukken van genoemd vlakke object geldt, verder omvattende het detecteren van aanwezigheid van genoemde, vooraf gedefinieerde bedrukkingsinstruc-5 ties in genoemde instructies (153) voor het bedrukken van genoemd vlakke object, en het bedrukken van genoemd vlakke object in overeenstemming met genoemde instructies (153) voor het bedrukken van genoemd vlakke object.
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 10 waarbij als genoemd selectiecriterium geldt: de aanwezigheid van vooraf gedefinieerde data in een digitaal bestand (150) in een redigeerbaar applicatie-format in overeenstemming waarmee instructies (153) voor het bedrukken van genoemd vlakke object worden bepaald, verder omvattende het detecte-15 ren van aanwezigheid van genoemde, vooraf gedefinieerde data in genoemd digitale bestand (150), het bepalen van instructies (153) voor het bedrukken van genoemd vlakke object in overeenstemming met data in genoemd digitale bestand (150), en het bedrukken van genoemd vlakke object in overeenstem-20 ming met genoemde instructies (153) voor het bedrukken van genoemd vlakke object.
12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende het aftasten van een bedrukking van een vlak object, waarbij een eerste aftastresultaat wordt ver- 25 kregen, het opslaan van gegevens die genoemd eerste aftastresultaat representeren, het als selectiecriterium (120) voor ten minste een volgend vlak object vaststellen van een minimum mate van overeenstemming tussen een tweede aftastresultaat verkregen door aftasten van genoemd volgende vlak 30 object en genoemd eerste aftastresultaat gerepresenteerd door genoemde opgeslagen gegevens, en het aftasten van genoemd volgende vlakke object, waarbij genoemd tweede aftastresultaat wordt verkregen.
13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 35 waarbij als genoemd selectiecriterium geldt: de ligging ten opzichte van een grenswaarde van data die een gemeten waarde van een eigenschap van een vlak object representeren, verder 1014000 -24- omvattende het meten van een waarde van een eigenschap van genoemd vlakke object, en het vergelijken van genoemde gemeten waarde met genoemde grenswaarde.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 5 waarbij als genoemd selectiecriterium geldt: de ligging van de gemeten dikte van een stapel verzamelde vlakke objecten bestemd om in een gemeenschappelijke enveloppe te worden verpakt ten opzichte van een grenswaarde, verder omvattende het meten van een dikte van een stapel verzamelde vlakke ob-10 jecten bestemd om in een gemeenschappelijke enveloppe te worden verpakt, en het vergelijken van genoemde gemeten dikte met genoemde grenswaarde.
15. Systeem voor het samenstellen van poststukken, omvattende : 15 een afgiftestation (1, 2) voor het individueel toevoe ren van vlakke objecten,- een couverteerstation (33) stroomafwaarts van genoemd afgiftestation (1, 2) met ten minste twee enveloppe-toevoervoorzieningen (34, 35, 44, 45) voor het toevoeren van 20 enveloppen van ten minste twee typen in elke gewenste volgorde ; ten minste een ander station (32) in lijn met het couverteerstation; en een besturingssysteem (65-68) voor het instellen van 25 genoemd ten minste ene ander station (32) in overeenstemming met het geselecteerde type enveloppe; met het kenmerkt, dat in genoemd besturingssysteem ten minste een vooraf samengestelde set basis-afwerkingsinstructies (101-105) is op-30 geslagen die voorafgaand aan het samenstellen van een serie poststukken aanwijsbaar is als voor die serie geldend, welke set basis-afwerkinginstructies (101-105) omvat: een eerste stel instructies (114; 123) omvattende een instructie voor selectie van een eerste van genoemde, ten 35 minste twee typen enveloppen en een instructie voor een bijbehorende, eerste instelling van genoemd ten minste ene, andere station (32), 1014000 -25- een tweede stel instructies (115, 124) omvattende een instructie voor selectie van een tweede van genoemde ten minste twee typen enveloppen en een instructie voor een bijbehorende, tweede instelling van genoemd, ten minste andere 5 station (32), en een selectiecriterium (116-122; 138), anders dan genoemde instellingen van genoemd, ten minste ene, andere station (32), voor het per individueel poststuk kiezen van een van genoemde stellen instructies.
16. Systeem volgens conclusie 15, waarbij genoemd, ten minste ene andere station een vouwstation (32) met verschillende vouwinstellingen is.
17. Systeem volgens conclusie 15 of 16, verder omvattende een aftaster (70) voor het aftasten van verwerkings- 15 problemen, welke aftaster is verbonden met genoemd besturingssysteem (65-68) voor het aan genoemd besturingssysteem signaleren van verwerkingsproblemen, waarbij genoemd besturingssysteem instructies voor het in reactie op een gesignaleerd verwerkingsprobleem selecteren van een bepaalde van 20 genoemde ten minste twee stellen instructies (114, 115; 123, 124) .
18. Systeem volgens een der conclusies 15-17, waarbij genoemd besturingssysteem (65-68) is ingericht voor het registreren van verwerkingsproblemen in samenhang met eigen- 25 schappen van samen te stellen poststukken en voor het in reactie op het in ten minste een bepaalde mate optreden van verwerkingsproblemen in samenhang met bepaalde eigenschappen van samen te stellen poststukken selecteren van een alternatieve van genoemde ten minste stellen instructies (114, 115; 30 123, 124) .
19. Systeem volgens een der conclusies 15-18, waarbij in genoemd besturingssysteem (65-68) ten minste twee sets basis-afwerkingsinstructies (101-105) zijn opgeslagen.
20. Systeem volgens een der conclusies 15-19, verder 35 omvattende een printer (2) voor het bedrukken van velvormige objecten stroomopwaarts van genoemd couverteerstation (33), waarbij het besturingssysteem (65-68) is ingericht voor het f014000 m -26- m detecteren van aanwezigheid van vooraf gedefinieerde bedruk-kingsinstructies in instructies (153) voor het bedrukken van genoemd vlakke object, en voor het selecteren van een bepaalde van genoemde ten minste twee stellen instructies 5 (114, 115; 123, 124) in reactie op het detecteren van de aanwezigheid van genoemde, vooraf gedefinieerde bedrukkings-instructies in genoemde instructies (153) voor het bedrukken van genoemd vlakke object.
21. Systeem volgens een der conclusies 15-20, verder 10 omvattende een printer (2) voor het bedrukken van velvormige objecten stroomopwaarts van genoemd couverteerstation (33), waarbij het besturingssysteem (65-68) is ingericht voor het detecteren van aanwezigheid van vooraf gedefinieerde data in een digitaal bestand (150) in een redigeerbaar applicatie-15 format in overeenstemming waarmee bedrukkingsinstructies voor het bedrukken van genoemd vlakke object worden bepaald, en voor het selecteren van een bepaalde van genoemde ten minste twee stellen instructies (114, 115; 123, 124) in reactie op het detecteren van de aanwezigheid van genoemde, 20 vooraf gedefinieerde data in genoemd digitale bestand (150).
22. Systeem volgens een der conclusies 15-21, verder omvattende een aftaster (64) voor het aftasten van een bedrukking van een vlak object, welke aftaster (64) is gekoppeld met genoemd besturingssysteem (65-68) voor het aan ge- 25 noemd besturingssysteem overdragen van aftastsignalen, waarbij genoemd besturingssysteem (65-68) is ingericht voor het opslaan van gegevens die een eerste aftastresultaat representeren, voor het vergelijken van een tweede aftastresultaat verkregen door aftasten van een volgend vlak object met 30 genoemd eerste aftastresultaat en voor het selecteren van een bepaalde van genoemde, ten minste twee stellen instructies (114, 115; 123, 124) in reactie op een bepaalde minimum mate van overeenstemming tussen genoemd tweede aftastresul-taat en genoemd eerste aftastresultaat gerepresenteerd door 35 genoemde opgeslagen gegevens.
23. Systeem volgens een der conclusies 15-22, verder omvattende een detector (64) voor het meten van een waarde 1014000 -27- van een eigenschap van een vlak object, welke detector is gekoppeld met genoemd besturingssysteem (65-68) voor het aan genoemd besturingssysteem overdragen van meetsignalen, waarbij genoemd besturingssysteem (65-68) is ingericht voor het 5 vergelijken van data die genoemde meetsignalen representeren met een grenswaarde en voor het selecteren van een bepaalde van genoemde, ten minste twee stellen instructies (114, 115; 123, 124) in reactie op een gemeten waarde voorbij genoemde grenswaarde.
24. Systeem volgens een der conclusies 15-23, verder omvattende een diktemeter (69) voor het meten van een dikte van een stapel verzamelde vlakke objecten bestemd om in een gemeenschappelijke enveloppe te worden verpakt, welke diktemeter (69) is gekoppeld met genoemd besturingssysteem (65— 15 68) voor het aan genoemd besturingssysteem (65-68) overdra gen van meetsignalen, waarbij genoemd besturingssysteem (65-68) is ingericht voor het vergelijken van data die genoemde meetsignalen representeren met een grenswaarde en voor het selecteren van een bepaalde van genoemde, ten minste twee 20 stellen instructies (114, 115; 123, 124) in reactie op een gemeten waarde voorbij genoemde grenswaarde. f014000
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1014000A NL1014000C2 (nl) | 1999-12-31 | 1999-12-31 | Werkwijze en inrichting voor het samenstellen van poststukken met selectieve enveloppekeuze. |
EP00204769A EP1112865B1 (en) | 1999-12-31 | 2000-12-27 | Method and apparatus for assembling mail items with selective envelope selection |
US09/750,059 US6412255B2 (en) | 1999-12-31 | 2000-12-29 | Method and apparatus for assembling mail items with selective envelope selection |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1014000A NL1014000C2 (nl) | 1999-12-31 | 1999-12-31 | Werkwijze en inrichting voor het samenstellen van poststukken met selectieve enveloppekeuze. |
NL1014000 | 1999-12-31 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1014000C2 true NL1014000C2 (nl) | 2001-07-09 |
Family
ID=19770543
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1014000A NL1014000C2 (nl) | 1999-12-31 | 1999-12-31 | Werkwijze en inrichting voor het samenstellen van poststukken met selectieve enveloppekeuze. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US6412255B2 (nl) |
EP (1) | EP1112865B1 (nl) |
NL (1) | NL1014000C2 (nl) |
Families Citing this family (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1017017C2 (nl) * | 2000-12-31 | 2002-07-02 | Neopost Ind B V | Instellen van een systeem voor het samenstellen van poststukken. |
US20040054364A1 (en) * | 2002-02-08 | 2004-03-18 | Ernest Aranyi | Ultrasonic surgical instrument |
DE10142380A1 (de) * | 2001-08-30 | 2003-03-27 | Baeuerle Gmbh Mathias | Vorrichtung zum Einkuvertieren von Einlagen in eine Umhüllung |
US7104034B2 (en) * | 2004-08-09 | 2006-09-12 | Pitney Bowes Inc. | Paper handling method and system for document folding for windowed envelopes |
US7896335B2 (en) * | 2004-08-09 | 2011-03-01 | Pitney Bowes Inc. | Paper handling scanner system |
US7398134B2 (en) * | 2004-09-01 | 2008-07-08 | Hallmark Cards, Incorporated | Sorting apparatus with arbitrary user-specified sequence control |
US9165411B2 (en) * | 2005-12-16 | 2015-10-20 | Pitney Bowes Inc. | Method and system for embedding mailer specified mailing instructions on a mail piece to automate mail processing |
EP1939011B1 (en) * | 2006-12-30 | 2010-04-21 | Neopost Technologies | Method for adjusting a folding station and inserting system |
GB2470955A (en) * | 2009-06-12 | 2010-12-15 | Neopost Technologies | Document inserting apparatus |
JP5587169B2 (ja) * | 2010-12-28 | 2014-09-10 | 理想科学工業株式会社 | 封入封緘装置及び画像形成システム |
DE102012008511B3 (de) | 2012-05-02 | 2013-10-31 | Böwe Systec Gmbh | Verfahren und Kuvertieranlage zur auftragsweisen Bearbeitung von Flachsachen |
ITBO20130392A1 (it) * | 2013-07-23 | 2015-01-24 | Gd Spa | Dispositivo di goffratura, macchina impacchettatrice comprendente tale dispositivo |
WO2022147027A1 (en) * | 2020-12-28 | 2022-07-07 | Hallmark Cards, Incorporated | Automated greeting card conveyance system |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0267608A2 (en) * | 1986-11-13 | 1988-05-18 | Kabushiki Kaisha N.A.C. | Full automatic document selection and sealing device |
US5090671A (en) | 1989-10-05 | 1992-02-25 | Hadewe B.V. | Method and device for folding sheets |
US5297376A (en) * | 1991-07-05 | 1994-03-29 | Ricoh Company, Ltd. | Finisher for an image forming apparatus |
US5339603A (en) | 1991-02-08 | 1994-08-23 | Hadewe B.V. | Method for setting a folding station included in an apparatus for preparing items to be mailed, and apparatus for preparing items to be mailed and folding station adapted for carrying out such method |
US5772194A (en) * | 1994-03-04 | 1998-06-30 | Francotyp-Postalia Ag & Co. | Sheet material inserter having controllable optical feed of sheet material and envelopes via multiple station feeders |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4817368A (en) * | 1986-10-14 | 1989-04-04 | J.A.D. Enterprises, Inc. | Mail inserting and collating apparatus |
NL9000309A (nl) | 1990-02-09 | 1991-09-02 | Hadewe Bv | Werkwijze en inrichting voor het vanaf een stapel stuksgewijs afgeven van platte voorwerpen. |
NL1002002C2 (nl) | 1995-12-29 | 1997-07-02 | Hadewe Bv | Inrichting en werkwijze voor het couverteren van documenten. |
-
1999
- 1999-12-31 NL NL1014000A patent/NL1014000C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2000
- 2000-12-27 EP EP00204769A patent/EP1112865B1/en not_active Expired - Lifetime
- 2000-12-29 US US09/750,059 patent/US6412255B2/en not_active Expired - Lifetime
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0267608A2 (en) * | 1986-11-13 | 1988-05-18 | Kabushiki Kaisha N.A.C. | Full automatic document selection and sealing device |
US5090671A (en) | 1989-10-05 | 1992-02-25 | Hadewe B.V. | Method and device for folding sheets |
US5339603A (en) | 1991-02-08 | 1994-08-23 | Hadewe B.V. | Method for setting a folding station included in an apparatus for preparing items to be mailed, and apparatus for preparing items to be mailed and folding station adapted for carrying out such method |
US5297376A (en) * | 1991-07-05 | 1994-03-29 | Ricoh Company, Ltd. | Finisher for an image forming apparatus |
US5772194A (en) * | 1994-03-04 | 1998-06-30 | Francotyp-Postalia Ag & Co. | Sheet material inserter having controllable optical feed of sheet material and envelopes via multiple station feeders |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US20010022064A1 (en) | 2001-09-20 |
US6412255B2 (en) | 2002-07-02 |
EP1112865A3 (en) | 2001-08-29 |
EP1112865A2 (en) | 2001-07-04 |
EP1112865B1 (en) | 2004-06-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1014000C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het samenstellen van poststukken met selectieve enveloppekeuze. | |
US6481704B1 (en) | Setting an apparatus for assembling mail items | |
EP0480684B1 (en) | System and method for providing mail tray labels | |
US8091320B2 (en) | Prescription order packaging system and method | |
US6793136B2 (en) | In-line verification, reporting and tracking apparatus and method for mail pieces | |
CA2033377C (en) | Mail piece weight quality control system and method | |
US8333053B2 (en) | Prescription order packaging system and method | |
US4500083A (en) | Collating and binding system and method with postage indication | |
NL9200294A (nl) | Werkwijze voor het samenstellen van een poststuk alsmede systeem en uitlijnstation voor het uitvoeren van die werkwijze. | |
US5510997A (en) | Dynamic forms and envelopes verification system | |
EP1912177A1 (en) | Physical delivery location validation for enhancing mailstream composition | |
US5680742A (en) | Method and apparatus for preparing postal items | |
US6024355A (en) | Method and apparatus for controlling a buffer stock of flat objects | |
US5270938A (en) | Mail piece weight monitoring system and method | |
EP0447581A1 (en) | Reading mechanism | |
JP7345784B2 (ja) | 釣銭準備金作成装置および貨幣纏め機 | |
NL1019681C2 (nl) | Besturing van het gereedmaken van berichten met bewerkings- en faciliteitsbesturingsmodules. | |
DE60011864T2 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Zusammenbringen von Postsendungen mit selektiver Briefwahl | |
EP2364943A2 (en) | Apparatus and process for sorting a sequential flow of postal items according to a predetermined criterion and wrapping up the postal items so sorted | |
JPS6227198A (ja) | 自動封入封緘機 | |
JPS6227197A (ja) | 自動封入封緘機 | |
JPS62222899A (ja) | 自動封入封緘機 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050701 |