NL1013852C2 - Afsluitsysteem alsmede een kap en tuit geschikt voor een dergelijk afsluitsysteem. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Afsluitsysteem alsmede een kap en tuit geschikt voor een dergelijk afsluitsysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een afsluitsysteem 5 omvattende een met een verpakking te verbinden tuit en een met de tuit losneembaar verbonden kap.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een kap en tuit geschikt voor een dergelijk afsluitsysteem.

Bij een dergelijk, uit de internationale octrooiaanvrage 10 WO 96/23699 bekend afsluitsysteem is de tuit voorzien van een cilindervormige doorgang die met behulp van een membraan is afgesloten. Het afsluitsysteem wordt toegepast bij verpakkingen waarbij de tuit in een in de verpakking aangebrachte doorgang wordt aangebracht. Door het in de tuit gelegen membraan is de verpakking hermetisch afgesloten. Indien een 15 gebruiker de verpakking wenst te openen, dient de gebruiker het membraan te verwijderen. Hiertoe is het membraan voorzien van een oog waaraan een gebruiker kan trekken om het membraan uit de tuit los te scheuren. Met behulp van de kap kan de tuit weer worden hersloten. Alhoewel met behulp van het membraan een goede luchtdichte afsluiting van de verpakking wordt 20 verkregen, heeft een dergelijk afsluitsysteem als nadeel dat bij een te zwakke verbinding tussen het membraan en de tuit, de verpakking reeds voortijdig ongewenst is geopend terwijl bij een te stevige verbinding tussen het membraan en de tuit het verwijderen van het membraan lastig zo niet onmogelijk is. Hierbij bestaat het risico dat bij een relatief 25 grote op het membraan uitgeoefende kracht tezamen met het membraan een deel van de in de verpakking opgesloten inhoud uit de tuit gaat, hetgeen ongewenst is.

De uitvinding beoogt een afsl uitsysteem te verschaffen waarbij op eenvoudige wijze een goede afdichting tussen de kap en de tuit 30 kan worden verkregen.

Dit doel wordt bij het afsluitsysteem volgens de uitvinding bereikt doordat ten minste de tuit of de kap is voorzien van ten minste een ringvormige flexibele lip die onder veerkracht aanligt tegen respectievelijk de kap of de tuit.

35 Door de ringvormige flexibele lip wordt een goede afdichting tussen de tuit en de kap verkregen. De ringvormige flexibele 1013852 2 lip is zodanig aan de tuit of de kap bevestigd dat, indien in de verpakking een druk heerst of kan optreden die afwijkt van de buiten de verpakking aanwezige druk, de door het drukverschil veroorzaakte drukkracht de flexibele lip tegen de kap respectievelijk tuit aandrukt.

5 Indien zowel een onderdruk als overdruk in de verpakking kan optreden, dienen bij voorkeur ten minste twee ringvormige flexibele lippen te worden toegepast waarbij de ene lip onder invloed van een overdruk tegen de kap of tuit wordt aangedrukt terwijl de andere ringvormige flexibele lip bij een onderdruk tegen de kap of tuit wordt 10 aangedrukt. Op deze wijze zal altijd een luchtdichte afsluiting aanwezig zijn.

Een uitvoeringsvorm van een afsluitsysteem volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de kap een zich evenwijdig aan een hartlijn uitstrekkend, eerste cilindervormig gedeelte omvat dat aan een 15 zijde is verbonden met een zich dwars op de hartlijn uitstrekkende schijf, terwijl de tuit is voorzien van een zich evenwijdig aan de hartlijn uitstrekkend tweede cilindervormig gedeelte dat in het eerste cilindervormig gedeelte van de kap is gelegen, waarbij ten minste een ringvormige flexibele lip aanligt tegen of is verbonden met het tweede cilindervormige 20 gedeelte.

Op deze wijze kan eenvoudig een goede afsluiting tussen de kap en de tuit worden bewerkstelligd. Het afsluitsysteem volgens de uitvinding heeft verder als voordeel dat bij het opnieuw aanbrengen van de kap over de tuit, opnieuw een luchtdichte afsluiting wordt verkregen. 25 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een verpakking die is voorzien van een afsluitsysteem volgens de uitvinding, fig. 2 een gedeeltelijk vooraanzicht en gedeeltelijke 30 dwarsdoorsnede van een afsluitsysteem volgens de uitvinding toont, fig. 3 een dwarsdoorsnede van een tuit van het in fig. 2 weergegeven afsluitsysteem toont, fig. 4 een gedeeltelijk vooraanzicht en gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een kap van het in fig. 2 weergegeven afsluitsysteem 35 toont, fig. 5 een vergroot detail van het in fig. 2 weergegeven 11 013852 3 afsluitsysteem toont, fig. 6 een vergroot detail van de in fig. 3 weergegeven tuit toont, fig. 7 een vergroot detail van de in fig. 4 weergegeven 5 kap toont.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van een verpakking 1 die is voorzien van een afsluitsysteem 2 volgens de 10 uitvinding. De verpakking 1 omvat een bijvoorbeeld kartonnen doos 3 die nabij de bovenzijde is voorzien van een opening 4. Het afsluitsysteem 2 omvat een cilindervormige tuit 5 (zie fig. 2) die is voorzien van een zich dwars op een hartlijn 6 uitstrekkende flens 7. De tuit 5 strekt zich uit door de in de verpakking 3 aanwezige opening 4, waarbij de flens 7 aanligt 15 en is verbonden met een binnenzijde van de verpakking 3. Een dergelijke wijze voor het bevestigen van een tuit aan een verpakking is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht. Het afsluitsysteem 2 volgens de uitvinding is verder voorzien van een losneembaar met de tuit 5 verbonden kap 8.

20 Het afsluitsysteem 2 volgens de uitvinding zal aan de hand van fig. 2-7 nu nader worden toegelicht.

De kap 8 omvat een eerste cilindervormig gedeelte 9 dat aan een zijde is verbonden met een zich dwars op de hartlijn 6 uitstrekkende schijf 10. Het cilindervormige gedeelte 9 is aan een van 25 de hartlijn 6 afgekeerde zijde voorzien van zich evenwijdig aan de hartlijn 6 uitstrekkende ribben 11 ter verhoging van de grip op de kap 8. De kap 8 is verder aan een van de schijf 10 afgekeerde zijde van het cilindervormige gedeelte 9 voorzien van een ring 12 die met behulp van verbreekbare bruggen 13 met het cilindervormige gedeelte 9 is verbonden. 30 De ring 12 is aan een naar de hartlijn 6 toegekeerde zijde voorzien van een rand 14.

Het cilindervormige gedeelte 9 is voorzien van een aan de binnenzijde gelegen enkele schroefdraadwikkeling 15.

De schijf 10 van de kap 8 is voorzien van een zich in 35 de richting van de ring 12 uitstrekkende ringvormige flexibele lip 16 die aan een van de schijf 10 afgekeerd uiteinde is voorzien van een zich van 1013852 4 de hartlijn 6 af uitstrekkende versmalde rand 17. De lip 16 buigt vanaf de schijf 10 af in de richting van een binnenwand 24 van de tuit 5.

De tuit 5 is voorzien van een tweede cilindervormig gedeelte 18 dat aan een uiteinde is verbonden met een zich van de 5 hartlijn 6 af uitstrekkende flens 7. Het cilindervormige gedeelte 18 omvat verder een uitstekende rand 19 en een met de schroefdraadwikkeling 15 samenwerkende schroefdraadwikkeling 20.

Het cilindervormig gedeelte 18 omvat verder nabij een van de flens 7 afgekeerd uiteinde een flexibele ringvormige lip 21. De 10 ringvormige lip 21 is voorzien van een zich langs de buitenomtrek van de lip 21 uitstrekkende groef 22 en een van de hartlijn 6 af uitstrekkende versmalde rand 23.

De werking van het afsluitsysteem 2 zal nu nader worden toegeiicht.

15 Voor het verkrijgen van het in fig. 2 weergegeven afsluitsysteem 2, wordt een kap 8 in een door pijl PI aangegeven richting over de tuit 5 heen geplaatst totdat de rand 14 van de kap 8 op de taps uitlopende rand 19 van de tuit 5 rust en de schroefdraadwi kkel ing 15 tegenover de schroefdraad 20 is gelegen. Vervolgens wordt de kap 8 om de 20 hartlijn 6 heen geroteerd ten gevolge waarvan de schroefdraadwi kkel ing 15 om de schroefdraadwikkel ing 20 komt te liggen. Tijdens het roteren van de kap 8 zal onder elastische vervorming van de ring 12 en/of de rand 19, de rand 14 onder de uitstekende rand 19 komen te liggen (zie fig. 2) ten gevolge waarvan de kap 8 stevig met de tuit 5 is verbonden.

25 Tijdens het aanbrengen van de kap 8 over de tuit 5 wordt de met de schijf 10 verbonden lip 16 langs de taps toelopende binnenzijde 24 van het tweede cilindervormige gedeelte 8 verplaatst ten gevolge waarvan de lip 16 in een door pijl P2 aangegeven richting wordt verbogen en onder elastische veerkracht tegen de wand 24 aan komt te rusten.

30 De lip 21 wordt in de door pijl P3 aangegeven richting verbogen en komt onder elastische veerkracht te rusten tegen de schijf 10.

In fig. 5 zijn de lippen 17, 21 weergegeven indien zij niet zouden vervormen. Het moge duidelijk zijn dat deze situatie in de praktijk niet optreedt en dat de lippen 16, 21 in de door pijl P2 35 respectievelijk pijl P3 aangegeven richting zullen verplaatsen. Door de beide lippen 16, 21 die onder veerkracht aanliggen tegen respectievelijk 1013852 5 de wand 24 en de schijf 10 wordt een luchtdichte afsluiting verkregen.

Indien in de door de tuit begrensde ruimte 25 een luchtdruk heerst die hoger is dan buiten de kap 8 zal door deze luchtdruk een van de hartlijn 6 afgerichte kracht op de lip 16 worden uitgeoefend 5 ten gevolge waarvan de lip 16 nog steviger tegen de wand 24 aan wordt gedrukt en een luchtdichte afdichting gewaarborgd blijft.

Indien buiten de kap 8 de luchtdruk hoger is dan in de door de tuit 5 begrensde ruimte 25, zal op de groef 22 een naar de hartlijn 6 toe gerichte drukkracht worden uitgeoefend ten gevolge waarvan 10 de lip 21 en de daarmee verbonden rand 23 naar de schijf 10 toe worden gedrukt waardoor een goede afdichting gewaarborgd blijft.

Zodra men het afsluitsysteem 2 volgens de uitvinding wenst te openen, dient men de kap 8 te roteren, waarbij de bruggen 13 zullen breken en het cilindervormige gedeelte 9 losraakt van de ring 12. 15 Het cilindervormige gedeelte 9 en de daarmee verbonden schijf 10 kunnen nu van de tuit 5 worden verwijderd ten gevolge waarvan de ruimte 25 en de daarmee in verbinding staande, in de verpakking 1 gelegen ruimte toegankelijk worden. Indien men de verpakking 1 weer wenst af te sluiten wordt het cilindervormige gedeelte 9 en de schijf 10 weer op de tuit 5 20 geschroefd.

Het is ook mogelijk om de ring 12 eerst van het cilindervormige gedeelte 9 af te scheuren alvorens men het cilindervormige gedeelte 9 van de tuit 5 afschroeft.

Het is ook mogelijk om slechts een enkele lip 16, 21 25 toe te passen indien in de verpakking nooit een onderdruk respectievelijk bovendruk zal heersen.

1013852

Claims (9)

1. Afsluitsysteem omvattende een met een verpakking te verbinden tuit en een met de tuit losneembaar verbonden kap, met het 5 kenmerk, dat ten minste de tuit of de kap is voorzien van ten minste een ringvormige flexibele lip die onder veerkracht aanligt tegen respectievelijk de kap of de tuit.

2. Afsluitsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kap een zich evenwijdig aan een hartlijn uitstrekkend, eerste 10 cilindervormig gedeelte omvat dat aan een zijde is verbonden met een zich dwars op de hartlijn uitstrekkende schijf, terwijl de tuit is voorzien van een zich evenwijdig aan de hartlijn uitstrekkend tweede cilindervormig gedeelte dat in het eerste cilindervormig gedeelte van de kap is gelegen, waarbij ten minste een ringvormige flexibele lip aanligt tegen of is 15 verbonden met het tweede cilindervormige gedeelte.

3. Afsluitsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ringvormige flexibele lip is verbonden met de schijf van de kap en onder veerkracht aanligt tegen een naar de hartlijn toegerichte binnenzijde van het tweede cilindervormige gedeelte van de tuit.

4. Afsluitsysteem volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de ringvormige flexibele lip is verbonden met een naar de schijf toe gericht uiteinde van het tweede cilindervormige gedeelte van de tuit en onder veerkracht aanligt tegen de schijf van de kap.

5. Afsluitsysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, 25 dat de flexibele lip is voorzien van een aan een van de hartlijn afgekeerde zijde gelegen, ringvormige groef.

6. Afsluitsysteem volgens een der voorgaande conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de eerste en tweede cilindervormige gedeeltes elk zijn voorzien van een enkele schroefdraadwikkeling.

7. Afsluitsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de flexibele lip verder onder gasdrukkracht aanligt tegen respectievelijk de kap of de tuit.

8. Kap geschikt voor een afsluitsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kap is voorzien van ten 35 minste een ringvormige flexibele lip.

9. Tuit geschikt voor een afsluitsysteem volgens een der 1013852 «4 * voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de tuit is voorzien van ten minste een ringvormige flexibele lip. 5 1013852