duingras
- duin·gras
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duingras | duingrassen |
verkleinwoord |
het duingras o
- (bloemplanten) gras dat in de duinen groeit Ammophila arenaria
- ▸ Daarom wordt het duingras extra voorzichtig teruggeplaatst zodat er geen enkel spoor overblijft van het graafwerk eerder die nacht. "Een mooie start van bunkerdag", zegt Ruud.[2]
- ▸ Deze werkzaamheden zijn eind mei afgerond. Er kunnen dan weer duingrassen op de dijk groeien. Her en der zorgen bosjes en open zanderige plekken dat allerlei hagedissen zich thuis voelen.[3]
- Het woord duingras staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Bobby Schinkel“Terwijl jij ligt te slapen jagen deze gravers op onontdekte bunkers” (10-06-2017), NOS
- ↑ Weblink bron A. M. Alblas“Dijk bij Ouddorp wordt versterkt” (26 maart 2009), Reformatorisch Dagblad