grasplein
- gras·plein
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grasplein | graspleinen |
verkleinwoord | graspleintje | graspleintjes |
het grasplein o
- aangelegd vlak terrein begroeid met groene sprieten
- Een oude beuk op het grasplein voor het hoofdgebouw behoort tot de mooiste bomen in de hoofdstedelijke agglomeratie. [2]
- Het woord grasplein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grasplein" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Roeck, J. de"Denkende dansers in werkhuizen P.A.R.T.S.: A.T. de Keersmaeker opent school in Brussel" in: Ons Erfdeel. jrg. 39 nr. 2 (maart/april 1996) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer; p. 289; geraadpleegd 2018-06-13
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be