butch
- Geluid: butch (Australië) (hulp, bestand)
- IPA: /bʊtʃ/
- Mogelijk een verkorting van butcher “slager”, [1] in de betekenis van “mannelijk gedragende of kledende vrouw”, aangetroffen sinds de jaren 1950.
butch
- iemand met sterk mannelijke trekken, die forsgebouwd is
- (lhbt) (met name) lesbische vrouw met mannelijke trekken, of mannelijk ogende vrouw
- «Then some of the girls began wearing mannish clothing. They called themselves ‘Butches’.»[2]Toen begonnen sommige meiden mannelijke kleding te dragen. Ze noemden zichzelf “Butches”
- «Then some of the girls began wearing mannish clothing. They called themselves ‘Butches’.»[2]
- [1] wimp, sissy
- [2] femme, lipstick lesbian
butch
- met mannelijke trekken, stoer
- ↑ Weblink bron butch2 in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com
- ↑ in: News (San Francisco) (10 september 1954)