boorhouder
- Geluid: boorhouder (hulp, bestand)
- boor·hou·der
- samenstelling van boor en houder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boorhouder | boorhouders |
verkleinwoord | boorhoudertje | boorhoudertjes |
de boorhouder m
- (gereedschap) houder waarin de boor wordt bevestigd
- Het woord 'boorhouder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.