Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Partij van de Arbeid (Nederland)

Nederlandse politieke partij
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Rakkerbak (overleg | bijdragen) op 15 nov 2019 om 19:30. (1989 - 2002: ideologische veren afschudden)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De Partij van de Arbeid (afgekort: PvdA) is een Nederlandse politieke partij en heeft een sociaaldemocratische signatuur.

Partij van de Arbeid
Logo
Partij van de Arbeid
Personen
Partijvoorzitter Nelleke Vedelaar
Partijleider Lodewijk Asscher
Fractieleider in de Tweede Kamer Lodewijk Asscher
Fractieleider in de Eerste Kamer Mei Li Vos
Delegatieleider in het Europees Parlement Paul Tang
Zetels
Tweede Kamer
9 / 150
Eerste Kamer
6 / 75
Europees Parlement
6 / 31
Geschiedenis
Opgericht 9 februari 1946
Fusie van SDAP, VDB en CDU
Algemene gegevens
Actief in Nederland
Richting Centrum-links[1]
Ideologie Sociaaldemocratie
Sociaal-liberalisme[2]
Europeanisme[3]
Kleuren Rood
Jongeren­organisatie Jonge Socialisten
Wetenschappelijk bureau Wiardi Beckmanstichting
Internationale organisatie Socialistische Internationale
Europese fractie Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten
Website www.pvda.nl
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De partij is internationaal onderdeel van de Partij van de Europese Sociaaldemocraten. Lodewijk Asscher is sinds 9 december 2016 de politiek leider en Nelleke Vedelaar sinds 6 oktober 2017 de partijvoorzitter.

De Partij van de Arbeid werd op 9 februari 1946 opgericht en is een fusie van drie partijen: de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, de Vrijzinnig Democratische Bond en de Christelijk-Democratische Unie. De partij is sinds de oprichting onafgebroken vertegenwoordigd geweest in de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en de partij heeft aan dertien kabinetten deelgenomen gedurende zeven aaneengesloten periodes. Wim Schermerhorn, Willem Drees, Joop den Uyl en Wim Kok waren minister-president namens de Partij van de Arbeid.

Sinds maart 2017 heeft de PvdA negen zetels in de Tweede Kamer, wat een dieptepunt is in de geschiedenis van de partij. Lodewijk Asscher is de fractievoorzitter in de Tweede Kamer. De PvdA heeft zes zetels in de Eerste Kamer, waar Mei Li Vos sinds 2019 fractievoorzitter is. De PvdA heeft zes zetels in het Europees Parlement, waar Agnes Jongerius delegatieleider is. PvdA-lid Frans Timmermans is namens Nederland eurocommissaris.

Historie

Oprichting

De Partij van de Arbeid werd op 9 februari 1946 opgericht als voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP), de Vrijzinnig Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU).

De PvdA wilde een 'doorbraakpartij' zijn: mensen moesten niet meer volgens 'scheidslijnen en verzuilde structuren van vóór 1940' kiezen op basis van sociale klasse of religie, maar nu op basis van 'gemeenschapszin en saamhorigheid van de Nederlandse bevolking'. Een gedachte die tijdens de Tweede Wereldoorlog was gevormd toen liberalen, sociaaldemocraten en christendemocraten in het verzet tegen de Duitse bezetting hadden samengewerkt.[4]

Een aantal ontevreden SDAP'ers richtte op 11 mei 1946 als reactie op de vorming van de PvdA de Oude SDAP (OSDAP) op, die echter begin jaren 50 weer ter ziele ging. In de praktijk bleek de PvdA echter te links voor veel van de voormalige leden van de VDB, met als gevolg de oprichting van de VVD in 1948.[4]

 
Herinneringsplaquette in de gevel van Restaurant de Atlas; de oprichtingsplek van de SDAP aan de Ossenmarkt 9 te Zwolle.

1946 - 1965

 
Willem Drees in 1947

In de periode 1946 tot en met 1958 vormde de PvdA samen met de KVP de zogenaamde 'brede-basiskabinetten' (rooms-rode coalitie). Vanaf 1948 bekleedde de sociaaldemocraat Willem Drees het premierschap. De kabinetten onder zijn leiding legden de basis voor de sociale voorzieningen van de verzorgingsstaat.

De populariteit van Drees was mateloos groot, maar in de kaders van de partij was er ook stevige kritiek op de politionele acties in Nederlands-Indië, op de regenteske stijl van de leiding en op het ontbreken van klassenstrijd. Het in 1955 heropgerichte Sociaal-Democratisch Centrum probeerde onder leiding van Sam de Wolff het interne debat hierover te voeren, en erkenning te krijgen als werkgemeenschap. Het partijbestuur onder voorzitterschap van Evert Vermeer wilde hier niet van weten, en dwong in 1959 De Wolff zijn Centrum op te heffen.

Na 1958 kwam de PvdA tot aan de vorming van het kabinet-Cals in 1965 in de oppositie terecht. Deze periode werd gekenmerkt door een terugloop in kiezers voor de partij.

1965 - 1989

Vanaf 1965 probeerde de beweging Nieuw Links de koers en de organisatie van de partij te wijzigen. Jongeren en vrouwen kregen een grotere rol in de organisatie en er kwam meer aandacht voor thema's als milieubescherming, feminisme en solidariteit met de derde wereld. De vernieuwing was tegen het zere been van een aantal prominenten, waaronder Willem Drees jr. die in 1970 DS'70 oprichtte.

Vanaf 1970 werd al nauw samengewerkt met de progressieve partijen PPR en D66. De samenwerking was de basis voor een gezamenlijk verkiezingsprogramma in 1972, onder de naam Keerpunt '72. De drie partijen vormden vervolgens samen met ARP en KVP het kabinet-Den Uyl. Na de verkiezingen van 1977 kwam de PvdA ondanks een winst van tien zetels echter weer in de oppositie terecht. Na verkiezingen in 1981 werd met CDA en D66 het tweede kabinet-Van Agt gevormd, maar dit was geen lang leven beschoren. Tot 1989 maakte de PvdA geen deel meer uit van de regering. In 1986 werd Joop den Uyl opgevolgd door oud-FNV-voorzitter Wim Kok als politiek leider.

1989 - 2002

Na de verkiezingen in september 1989 trad de PvdA toe tot het derde kabinet-Lubbers. Maatregelen om de WAO aan te pakken leidden in de zomer van 1991 tot een interne crisis, waarna partijvoorzitter Marjanne Sint opstapte. Ze werd opgevolgd door Felix Rottenberg.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen 1994 leed de PvdA een verkiezingsnederlaag, maar werd ze tot ieders verrassing wel de grootste partij. De twee "paarse" kabinetten Kok-I en II van PvdA, VVD en D66 waren de eerste kabinetten sinds de invoering van het algemeen kiesrecht zonder confessionele partijen. De sociaal-liberale koers stond internationaal bekend als de Derde Weg, en vond navolging bij de Britse regeringen onder leiding van Tony Blair en de Amerikaanse regeringen onder leiding van Bill Clinton. Tijdens deze regeerperioden werden progressieve wetten betreffende het homohuwelijk en euthanasie doorgevoerd.

De PvdA kreeg in die periode ook regelmatig het verwijt van teleurgestelde kiezers dat ze teveel naar het politieke midden opschoven. Wim Kok zei in december 1995 dat het afschudden van de ideologische veren ook bevrijdend zou kunnen werken.

2002 - 2012

 
Vijfentwintig jaar PvdA-leiding naast elkaar: Wim Kok, Wouter Bos en Job Cohen (2011)

Een half jaar voor de verkiezingen van 15 mei 2002 leek er electoraal nog geen vuiltje aan de lucht, maar de snelle opkomst van Pim Fortuyn en een turbulente verkiezingscampagne leidde uiteindelijk tot de grootste verkiezingsnederlaag in de historie van de PvdA: de partij haalde 23 zetels. Zelfs vóór de vergroting van de kamer tot 150 zetels in 1956 was de PvdA-fractie nog nooit zo klein geweest. De beoogde opvolger van Kok, Ad Melkert, trad daags na de verkiezingen af als partijleider en vertrok enkele maanden later uit de Tweede Kamer.

In november 2002 kozen de leden van de partij Wouter Bos tot nieuwe lijsttrekker en partijleider in een intern referendum. Hij nam de leiding in de fractie over van interim-fractievoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven. Onder Bos werd op 22 januari 2003 bijna het gehele geleden verlies van mei 2002 weer goedgemaakt. De PvdA werd met 42 zetels de tweede partij van Nederland, na het CDA met 44 zetels.

Na de verkiezingen werden coalitie-onderhandelingen gevoerd tussen PvdA en CDA, maar die ketsten af, waarna CDA, VVD en D66 het kabinet-Balkenende II vormden. De PvdA belandde vervolgens in de oppositie.

Na de aanvankelijke winst van drie jaar eerder leed de partij met lijsttrekker Wouter Bos bij de Tweede Kamerverkiezingen 2006 net als in 2002 opnieuw een groot electoraal verlies. Het verlies ging deze keer gepaard met een ongekend grote winst voor de SP. Hoewel prognoses enkele maanden eerder erop duidden dat de PvdA 50 à 55 zetels zou halen, kwam de partij uit op 33 zetels. Met CDA en ChristenUnie vormde de PvdA vervolgens het vierde kabinet-Balkenende. Daarop kwam de partij in een crisis terecht, waarbij op 25 april 2007 eerst voorzitter Michiel van Hulten wegens een verschil van mening over een rapport waarin de verkiezingsnederlaag werd geanalyseerd. Daarna trad ook het voltallige bestuur af. Voormalig partijvoorzitter Ruud Koole trad aan als interim voorzitter. In september 2007 werd in een ledenraadpleging Lilianne Ploumen als nieuwe voorzitter gekozen. Zij versloeg zes medekandidaten, waaronder voormalig minister en Kamerlid Jan Pronk. Een jaar later werd de in februari 2007 aangestelde PvdA-minister Ella Vogelaar uit haar functie van Minister van Wonen, Wijken en Integratie ontheven nadat de PvdA-top het vertrouwen in haar had opgezegd. Op 20 februari 2010 stapte de PvdA uit het kabinet.

Voor de Europese Parlementsverkiezingen 2009 werd Thijs Berman gekozen tot lijsttrekker, hij versloeg oud-campagneleider Jacques Monasch, voormalig Tweede Kamerlid Kris Douma en oud-wethouder Hannah Belliot. Op 15 maart 2009 stemde het partijcongres in met de kandidatenlijst voor deze verkiezingen. Met 12,1% van de stemmen behaalde de Partij van de Arbeid 3 zetels in de Europees Parlement. Naar de oorzaak van de scherpe daling van het aantal zetels liep een intern onderzoek, onder leiding van Sharon Dijksma.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2010 behaalde de PvdA 30 zetels. Eerder trad Wouter Bos af om meer tijd met zijn gezin door te brengen en schoof Job Cohen naar voren als lijsttrekker. Hij werd de enige kandidaat en als dusdanig gekozen tot lijsttrekker. De PvdA steeg in de peilingen van ongeveer 20 zetels onder Bos naar 34 zetels onder Cohen. Cohen werd een tijd lang zelfs de favoriete premierskandidaat van alle lijsttrekkers. Toen Cohen in enkele debatten op economisch gebied zwakker bleek dan verwacht, verschoof de opinie echter, omdat de economie een belangrijk punt in de campagne was. Desondanks bleef de partij het relatief goed doen in de peilingen. De PvdA werd echter niet de grootste partij; dit werd de VVD van Mark Rutte, met 31 zetels. Toen onderhandelingen voor een rechts kabinet mislukten, werd de mogelijkheid van een paars-pluskabinet (bestaande uit de 'oude' paarse partijen VVD, PvdA en D66 aangevuld met GroenLinks) onderzocht. Deze poging strandde ook door meerdere meningsverschillen. Rutte en Cohen concludeerden beiden dat de meningsverschillen te groot waren. Een poging tot een centrumrechts kabinet bestaande uit VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV werd onderzocht en lukte. Hieruit volgde het kabinet-Rutte I, waarna de PvdA de grootste oppositiepartij werd.

2012 - 2016

 
Verkiezingsposter 2017

Op 20 februari 2012 trad Job Cohen af als partijleider en fractievoorzitter van de PvdA. Na een referendum werd Diederik Samsom als opvolger van Cohen gekozen. Samsom werd lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen 2012. Bij deze verkiezingen won de PvdA 8 zetels, waardoor zij met 38 zetels in de Tweede Kamer terugkwam. Opnieuw werd de PvdA de tweede partij. Omdat VVD en PvdA samen een meerderheid in de Tweede Kamer verkregen, gingen op 21 september 2012 onderhandelingen onder leiding van informateurs Henk Kamp (VVD) en Wouter Bos (PvdA) van start. Namens de PvdA onderhandelen Diederik Samsom en Jeroen Dijsselbloem met Mark Rutte en Stef Blok (VVD). Nadat de onderhandelingen werden afgerond, en zowel de PvdA-fractie als het congres akkoord gingen, kon de PvdA toetreden tot het kabinet-Rutte II. PvdA-leider Samsom blijft fractievoorzitter in de Tweede Kamer. De Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op 13 november verloor de PvdA twee Kamerleden toen de Turkse fractieleden Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk zich afsplitsten vanwege de integratiekoers van minister Lodewijk Asscher. De PvdA is de partij met de meeste Turkse-Nederlanders en net als Kuzu en Öztürk toonde Statenlid Bayram Erbisim uit Middelburg begrip voor de Turkse regering van Recep Erdogan om na de mislukte staatsgreep 80.000 mensen op te pakken en zou op diens AK-partij hebben gestemd.[5] Als gevolg hiervan besloot de PvdA-fractie in de Zeeuwse gemeente Kapelle uit de gemeenteraad te stappen.[6]

2016 - heden

Op 8 december 2016 dreigde Marith Volp uit de PvdA-fractie te stappen als haar partij het indienen van een aangepaste PVV-motie over de ouderenzorg niet mede zou ondertekenen. De PvdA zou daarmee de enige Tweede Kamer-fractie zijn die de motie niet zou ondersteunen. Uiteindelijk zwichtte PvdA-fractieleider Diederik Samsom voor Volp en werd de motie ook door de PvdA ondertekend. Tot dan hanteerde de fractie het standpunt om onder geen enkele motie van de PVV een handtekening te zetten, omdat PVV-partijleider Geert Wilders in maart 2014 toegezegd had zich hard te maken voor minder Marokkanen in de stad Den Haag. In de motie werd het kabinet opgeroepen om voorwaarden op te stellen die ervoor zorgen dat de kwaliteit van de ouderenzorg gewoon goed is, een direct gevolg van een manifest over de ouderenzorg van sportjournalist Hugo Borst.[7] Dat de motie door alle fracties in de Tweede Kamer ondertekend werd, was een unicum in de Nederlandse parlementaire geschiedenis.[8]

In december 2016 vond er een ledenreferendum plaats over de lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen 2017. Lodewijk Asscher won deze strijd ten koste van Diederik Samsom. Samsom trad daarop af als politiek leider, fractievoorzitter en Kamerlid. Per 12 december 2016 wordt de fractie in de Tweede Kamer geleid door Attje Kuiken.

De Tweede Kamerverkiezingen van 2017 verliepen desastreus voor de PvdA. Van de 38 zetels die de partij had gewonnen in de voorgaande verkiezingen bleven er 9 over. Dit verlies van 29 zetels is het grootste verlies uit de Nederlandse parlementaire geschiedenis. De negende zetel was bovendien verkregen door de lijstverbinding met GroenLinks.

Organisatie

Partijbestuur

Het partijbestuur wordt om de twee jaar verkozen. Het huidige bestuur is in functie sinds juni 2018.[9][10]

Dagelijks bestuur:

Toegevoegde leden (met adviserende stem):

Vrouwen, jongeren en ouderen

 
Job Cohen deelt rode rozen uit tijdens de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen 2011 in Leeuwarden

In 1995 werd de vrouwenorganisatie Rooie Vrouwen in de PvdA in de partij geïntegreerd, in eerste instantie onder de naam Rosa-vrouwen-project. Vanaf 2000 werd dit het PvdA-Vrouwennetwerk (PVN). Samenwerking met vrouwen uit andere partijen is gebundeld in het Politiek Vrouwen Overleg (PVO). Een andere vrouwenactiviteit van de Partij van de Arbeid is het Multi Etnisch Vrouwennetwerk (MEV).

De Jonge Socialisten in de PvdA (JS) is de politieke jongerenorganisatie die is verbonden met de PvdA.

Voor ouderen is er de Landelijke Adviesgroep Ouderen (LAO).

Internationaal

De delegatie van de PvdA in het Europees Parlement maakt deel uit van de fractie van de Socialisten en Democraten (S&D). In Europa werkt de PvdA samen binnen de Partij van de Europese Sociaaldemocraten (PES), die in 1992 in Den Haag werd opgericht. Dit is een samenwerkingsverband van bijna alle Europese sociaaldemocratische partijen (ook buiten de Europese Unie). De Partij van de Arbeid maakt daarnaast deel uit van het mondiale netwerk van sociaaldemocratische partijen, de Progressive Alliance.

Neveninstellingen van de PvdA waren de Alfred Mozer Stichting (AMS), ter ondersteuning van zusterpartijen in Oost-Europa en de Evert Vermeer Stichting (EVS), gericht op internationale samenwerking. In juni 2013 zijn deze stichtingen gefuseerd tot de Foundation Max van der Stoel.

De PvdA is medeoprichter van het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie, een organisatie van zeven Nederlandse politieke partijen die democratiseringswerk steunt in 17 landen.

Wetenschappelijk bureau

Het wetenschappelijk bureau van de PvdA is de Wiardi Beckman Stichting. De stichting stelt zich ten doel een brug te vormen tussen wetenschap en de sociaaldemocratie. Zij is vernoemd naar Herman Bernard (Stuuf) Wiardi Beckman, een voormalig lid van de Eerste Kamer, die in de Tweede Wereldoorlog omkwam. Dit wetenschappelijk bureau heeft onder andere als initiatief de WBS Werkplaats. De WBS wordt geleid door Klara Boonstra.

Ledenblad

Het ledenblad van de PvdA heet Rood. De Wiardi Beckman Stichting geeft daarnaast het blad Socialisme & Democratie uit.

Feiten en cijfers

Zetels in de Tweede Kamer

PvdA in het kabinet
PvdA in de oppositie

Nadat het aantal Tweede Kamerzetels werd verhoogd van 100 naar 150

Leden

 
Ledenaantallen PvdA 1946-2010
Jaar Aantal leden Jaar Aantal leden Jaar Aantal leden Jaar Aantal leden
1946 114.558 1967 130.960 1988 96.722 2009 56.507
1947 108.813 1968 116.736 1989 96.600 2010 54.504
1948 117.244 1969 107.005 1990 91.784 2011 55.723
1949 109.608 1970 98.671 1991 79.059 2012 54.279
1950 105.609 1971 96.337 1992 73.807 2013 55.564
1951 111.885 1972 94.229 1993 69.464 2014 52.317
1952 111.351 1973 97.787 1994 68.053 2015 49.155
1953 112.823 1974 103.140 1995 64.523 2016 46.045
1954 119.561 1975 100.524 1996 60.907 2017 46.162
1955 124.641 1976 95.548 1997 61.720
1956 142.140 1977 109.659 1998 61.600
1957 142.849 1978 121.274 1999 60.621
1958 137.778 1979 118.522 2000 57.374
1959 147.047 1980 112.929 2001 58.426
1960 142.853 1981 109.557 2002 57.374
1961 138.829 1982 105.486 2003 60.062
1962 139.375 1983 101.724 2004 61.935
1963 138.567 1984 99.347 2005 61.111
1964 142.426 1985 100.979 2006 61.913
1965 140.389 1986 103.760 2007 62.846
1966 134.476 1987 101.019 2008 59.327

Bron: PvdA - ledentallen (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen)

Fractievoorzitters in de Tweede Kamer

Partijvoorzitters

Electoraat

Uit de peilingen van Maurice de Hond van de Tweede Kamerverkiezingen uit 2006 kwam naar voren dat de kiezers gelijk verdeeld zijn over de inkomensgroepen: lage inkomens 33%, midden inkomens 35% en hoge inkomens 32%.[11] De aanhang concentreert zich in de grote steden, in enkele middelgrote steden (waaronder Nijmegen) en in de drie noordelijke provincies. De gemeente waar de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 procentueel de meeste stemmen haalde, was Amsterdam (35,20%). Minder aanhang heeft zij in Noord-Brabant en Limburg.

Standpunten

Voorgeschiedenis

De PvdA, voortgekomen uit onder andere de SDAP, bouwde in haar beginselen voort op het laatste beginselprogramma van de SDAP. Met het beginselprogramma van 1937 had deze partij haar laatste marxistische standpunten losgelaten om zich om te vormen tot een volkspartij in plaats van arbeiderspartij. Dit hield ook in dat het materialisme als filosofie werd verlaten om zo christenen en de middenstand aan te trekken. Men kan dus enerzijds stellen dat de partij haar beginselen toegankelijker had gemaakt.[12] Anderzijds was het programma juist radicaler: in vorige programma's stonden vooral verbeteringen voor de arbeidersklasse voorop, terwijl het programma van 1937 ten doel stelde 'fundamentele wijzigingen aan de orde te stellen, die in het kapitalistisch bestel moeten worden aangebracht.'[13] Na de Tweede Wereldoorlog werd het door de verbreding mogelijk om samen met de VDB en de CDU een nieuwe partij op te richten, welke zich overigens nog sterk met het socialisme zou identificeren.[14]

1947

Het eerste beginselprogramma van de PvdA, uit 1947, noemde als doelstelling ‘een democratisch-socialistische maatschappij’, waaronder zij verstond:

  1. Een samenleving op de grondslag van geestelijke en staatkundige vrijheid, doordrongen van de eerbiediging van de medemens, en gekenmerkt door een democratische gezindheid in het gehele volksleven, die de opbloei van het persoonlijk en gemeenschapsleven mogelijk maakt;
  2. Een economisch bestel waarin de behoeftenvoorziening der gemeenschap door bijzondere organen wordt geleid, de belangrijkste productiemiddelen van industrie, bankwezen en transport zijn gesocialiseerd, en voor het overige door beperking van de beschikkingsmacht de euvelen van het particulier bezit zijn opgeheven;
  3. Een maatschappelijke structuur met een eigen verantwoordelijkheid voor alle organen, en gelijke sociale ontwikkelingskansen voor iedereen; met een rechtsorde van de arbeid, waardoor aan iedereen bestaanszekerheid is gewaarborgd, iedereen medeverantwoordelijkheid draagt overeenkomstig zijn plaats in het geheel, en het gehele volk toegang heeft tot de materiële en geestelijke rijkdommen van de gemeenschap.[15]

Men kan zien, dat het eerstgenoemde punt, zij het in heel ander taalgebruik, nog volledig herkenbaar is in het beginselprogram van 2005; het tweede genoemde punt in 2005 geheel vervallen blijkt (maar in 1977 deels nog gold); en van het derde genoemde punt nog slechts enkele onderdelen, min of meer, genoemd worden in 2005.

1977

In de jaren 1970 verloor de oude garde binnen de PvdA haar invloed en begon Nieuw Links de partij te vernieuwen. Het nieuwe beginselprogramma verscheen op het hoogtepunt van optimisme binnen de PvdA, tijdens het laatste jaar van kabinet-Den Uyl. Nieuwe punten in het programma richtte zich op vrouwenemancipatie en solidariteit met de Derde Wereld. Gelijkheid tussen mensen en landen werd benadruk, alhoewel deze verwoording volgens sommigen een liberale connotatie had. Geheel duidelijk werd het uit het programma niet of er gelijke kansen, gelijke rechten, gelijke resultaten, gelijke beloning of gelijke waardering bedoeld werd.[16]

Er zat echter ook continuïteit in de beginselprogramma's tussen 1947 en 1977. Het beginselprogramma van 1977 bepleitte bijvoorbeeld de volgende punten, die later in 2005 echter zouden ontbreken:[17]

  • De socialisatie van belangrijke industrieën, banken en verzekeringsmaatschappijen;
  • Het streven naar een gekozen staatshoofd en daarmee de afschaffing van de monarchie in Nederland (Deel II, Artikel 4 beginselprogramma 1977).[17][18]

Alhoewel het republikeinse beginsel verdween in 2005, bevestigde een rapport uit 2011 wel dat de partij 'republikeins is en blijft'. De PvdA accepteert echter nu het maatschappelijk 'verbindend' belang in het koningschap en streeft derhalve naar modernisering ervan.[19][20] Men kan dit zien als een terugkeer naar een ouder idee uit de SDAP, die in 1934 besloot dat het actief naar een republiek toewerken niet langer 'een strijdpunt' was.[12]

2005

De Partij van de Arbeid werd in een nieuw beginselprogramma in 2005 bestempeld als een progressieve en sociaaldemocratische politieke partij.[21] Het Beginselmanifest van de PvdA uit 2005 spreekt van de volgende 'idealen':

  • Vrijheid;
  • Democratie, (dus) democratische verantwoording;
  • Rechtvaardigheid;
  • Solidariteit;
  • Het recht op een fatsoenlijk bestaan dat volwaardige participatie in de maatschappij mogelijk maakt;
  • Respecteren van mensenrechten, (dus) geen discriminatie;
  • Redelijke verdeling van inkomen en macht, (dus) geen armoede;
  • Geen uitputting of vervuiling van natuur en milieu, (dus) zorgen voor ecologische duurzaamheid;
  • Internationale samenwerking.[22]

Volksvertegenwoordiging

Regering

In het kabinet-Rutte II (2012-2017) was de PvdA vertegenwoordigd met zes ministers en vier staatssecretarissen.

Ministers:

Staatssecretarissen:

  Zie lijst van bewindslieden voor de PvdA voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tweede Kamer

Eerste Kamer

Zie kandidatenlijst voor de Eerste Kamerverkiezingen: 2011, 2015

Europa

De PvdA is aangesloten bij de Partij van de Europese Sociaaldemocraten.

Europese Commissie

De volgende leden van de PvdA zijn lid geweest van de Europese Commissie:

1958-1972: Landbouw
1972-1973: Voorzitter van de Europese Commissie
1977-1981: Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2014-heden: eerste vicevoorzitter en Betere Regelgeving, Interinstitutionele Betrekkingen, Rechtsstatelijkheid en het Handvest van de grondrechten

Europees Parlement

Sinds de Europese Parlementsverkiezingen van 2014 is de PvdA met drie zetels vertegenwoordigd in het Europees Parlement. Ten opzichte van de vorige verkiezingen in 2009 bleef de PvdA in zetelaantal gelijk. De PvdA maakt in het Europees Parlement deel uit van de fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten.

Provincies

Gedeputeerde Staten

Commissaris van de Koning:

Gedeputeerden
Provinciale Staten

Gemeenten

In Nederland zijn circa honderd burgemeesters van PvdA-huize. Enkele bekende namen zijn Ahmed Aboutaleb (Rotterdam), Ahmed Marcouch (Arnhem), Jan Hamming (Zaanstad), Peter Noordanus (Tilburg), Peter van der Velden (Breda), Peter den Oudsten (Groningen) en Bernt Schneiders (Haarlem).

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 leverde de PvdA 1251 gemeenteraadsleden en 194 wethouders[23] (stand april 2010). De partij doet in sommige gemeenten mee als onderdeel van een progressief samenwerkingsverband.

Waterschappen

Bij de waterschapsverkiezingen in november 2008 kon voor het eerst op lijsten in plaats van op personen gestemd worden. De PvdA deed in een groot aantal waterschappen mee en behaalde 60 van de 502 beschikbare zetels. In een aantal waterschappen maakte de PvdA deel uit van de groen-rode coalitie Water Natuurlijk die 100 zetels behaalde.

Zie de categorie Partij van de Arbeid van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.