Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Karel Willem Ferdinand van Brunswijk-Wolfenbüttel

Duits militair (1735-1806)
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door AlleborgoBot (overleg | bijdragen) op 27 nov 2007 om 09:22. (robot Anders: it:Carlo Guglielmo Ferdinando di Brunswick-Wolfenbüttel)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Sjabloon:Dynastie

Karel Willem Ferdinand (Wolfenbüttel, 9 oktober 1735Ottensen bij Hamburg, 10 november 1806), van 1780 tot 1806 regerend hertog van Brunswijk-Lüneburg en vorst van Brunswijk-Wolfenbüttel, was een Pruisisch veldmaarschalk. Met name in genealogieën wordt hij ook Karel II genoemd, een benaming die echter vaker voor zijn kleinzoon Karel Frederik August Willem wordt gebruikt.

Leven

Karel Willem Ferdinand was de oudste van de dertien kinderen van Karel I van Brunswijk en Philippine Charlotte van Pruisen, dochter van Frederik Willem I. Na een opvoeding in de klassieke, rationalistische traditie door de theoloog Johann Friedrich Wilhelm Jerusalem nam hij al vroeg dienst in het leger. Hij onderscheidde zich in de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) in de slagen bij Hastenbeck en Krefeld en nam aan alle krijgsverrichtingen van zijn oom Ferdinand van Brunswijk deel. In 1773 werd hij, bij zijn oom Frederik de Grote als veldheer in hoog aanzien, benoemd tot generaal van de infanterie in het leger van Pruisen. Als zodanig maakte hij de Beierse Successieoorlog (1778-1779) mee.

Hij saneerde de financiën in zijn door schulden geplaagde land, dat hij in 1780 van zijn vader erfde. Zijn door de Verlichting beïnvloedde denkbeelden kwamen tot uiting in de hervormingen die hij in zijn hertogdom doorvoerde. Hij reorganiseerde de belastingen, het onderwijsstelsel en de armenzorg en bevorderde handel en nijverheid. Veel van zijn hervormingen werden door adel en clerus echter tegengewerkt.

Hij werd in 1787 Pruisisch veldmaarschalk en leidde in datzelfde jaar de veldtocht tegen de Nederlanden naar aanleiding van de aanhouding bij Goejanverwellesluis, die de macht van stadhouder Willem V herstelde. Naar aanleiding van die bezetting werd in Berlijn de Brandenburger Tor opgericht. In 1792 moest hij het verzoek het Franse leger te reorganiseren afwijzen, omdat er reeds oorlog tussen Frankrijk en Pruisen dreigde. In tegenstelling tot Frederik Willem II stond hij echter niet onwelwillend tegenover de Franse Revolutie.

In datzelfde jaar aanvaardde hij aarzelend, omdat hij in de goede afloop niet kon geloven, het opperbevel over de Pruisische troepen in de Eerste Coalitieoorlog (1792-1794). Hij vaardigde op 25 juli 1792 het beruchte Manifest van Brunswijk uit, waarin op hoge toon werd geëist dat de revolutionairen Lodewijk XVI zouden ontzien. Dit maakte Lodewijk in Frankrijk echter verdacht en zette de Frans-Duitse verhoudingen nog meer op scherp.

Hij veroverde Longwy en Verdun en drong door tot in de Champagne, maar moest na de Slag bij Valmy (20 september 1792) met Charles-François Dumouriez een wapenstilstand sluiten en werd kort daarop tot terugtrekken gedwongen. Hoewel hij in 1793 Mainz veroverde, de Slag bij Pirmasens won en Lazare Hoche en Charles Pichegru versloeg, legde hij het commando in 1794 neer. Hij voerde in de Vierde Coalitieoorlog (1806-1807) wederom het Pruisische opperbevel. Na de desastreuze Slag bij Jena en Auerstedt, waarin hij door een schot beide ogen verloor, vluchtte hij naar Denemarken. Een kleine maand later stierf hij aan zijn verwondingen. Hij werd, aangezien zijn oudste zoon, de zwakzinnige en vrijwel blinde erfprins Karel, kort tevoren was gestorven en zijn zoons George en August diens handicaps deelden, opgevolgd door zijn jongste zoon Frederik Willem.

 
Ruiterstandbeeld Karel Willem Ferdinand te Brunswijk

Huwelijk en kinderen

Karel Willem Ferdinand huwde in 1764 Augusta Charlotte van Hannover (1737-1813), dochter van Frederik, prins van Wales. Uit het huwelijk werden zeven kinderen geboren:

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Charles William Ferdinand, Duke of Brunswick op Wikimedia Commons.