Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Eerste Kruistocht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 76:
In het midden van de 9e eeuw had het Byzantijnse Rijk zich in militair opzicht genoeg hersteld om in de buitenlandse militaire politiek weer actief te worden. Onder Keizer [[Johannes I Tzimiskes|Johannes I Tzimiskes (925-976)]] werd Egypte terugveroverd en delen van Syrië en Palestina tot aan Nazareth, maar door uitputting van de legers lukte het niet Jeruzalem in te nemen.<ref name=":1" /> Als reactie volgden tegenaanvallen, maar de Byzantijnen konden Aleppo en Antiochië terugveroveren.
 
In het westen en midden langs de Middellandse zee begonnen de Westerse mogendheden weer terrein te winnen. In 1034 belegerden en veroverden legers uit Pisa een moslimsteunpunt in Noord-Afrika en er waren tegenaanvallen op Sicilië in 1062–63. In 1087{{Bronbron?|Wat gebeurde in 1087?|2022|11|27}}. Ook veroverde een verbond van Italiaanse troepen de streek [[Mahdia (stad)|Mahdia]], in het huidige Tunesië, gefinancierd door [[Paus Victor III]] en [[Graaf (titel)|Gravin]] [[Mathilde van Toscane|Mathilda van Toscane]], op dat moment de machtigste heerser in Noord-Italië.
 
In het Byzantijnse Rijk was midden van de 11e eeuw [[Romanos IV Diogenes|Romanos IV]] aan de macht gekomen. Na de [[Slag bij Manzikert]] (1071) tegen het [[Turken|Turkse]] [[Seltsjoekenrijk]], was hij het Anatolische deel van zijn rijk vrijwel geheel kwijtgeraakt, waar zich veel vruchtbare landbouwgrond bevond en waar vandaan veel soldaten werden gerekruteerd. De Seltsjoeken regeerden op een andere manier dan vóór hen de [[Arabieren|Arabische]] Moslimleiders deden. Daar konden christenen en moslims op een redelijk normale manier samenleven maar onder de Seltsjoeken werden uitoefening van het christelijk geloof en christelijke pelgrimstochten naar de heilige plaatsen bedreigd.<ref name=":1" /> Pelgrims gingen in grotere groepen en begonnen wapens te dragen, bekend zijn bewapende pelgrimstochten uit 1064–65 en 1087–91. Romanos en zijn opvolgers ontbrak het echter aan manschappen om het gebied dat voor het Christendom zo belangrijk was, het [[Heilige Land]], te heroveren. Hij riep daarom de ondersteuning in van de paus. De leiders van de Rooms-Katholieke Kerk zagen zich daarom aan het eind van de 10e eeuw genoodzaakt de verdediging van christenen te gaan organiseren,<ref name=":1" />