Rijksuniversiteit Leuven
De Rijksuniversiteit Leuven (Latijn: Academia Lovaniensis) was actief van 1817 tot 15 augustus 1835.[1]
Rijksuniversiteit Leuven Université d'État de Louvain | ||||
---|---|---|---|---|
Latijnse naam | Academia Lovaniensis | |||
Locatie | Leuven, België | |||
Opgericht | 1817 | |||
Opgeheven | 1835 | |||
Type | Officieel onderwijs | |||
|
Geschiedenis
bewerkenOp 6 oktober 1817 werd door de regering van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in Leuven een nieuwe universiteit geopend, gelijktijdig met de Rijksuniversiteit Gent en de Rijksuniversiteit Luik.
Zoals Geertrui Couderé het schrijft: "Dat er te Leuven ooit een Rijksuniversiteit heeft bestaan is voor velen steeds een onbekend feit" en "de oorzaak is dat de Rijksuniversiteit lange tijd in de taboesfeer verbleef".[2]
Het was een neutrale en niet-confessionele universiteit, waarvan de hogere overheid hoopte dat ze de aankomende generaties in een geest zou doen ontwikkelen die beantwoordde aan wat Willem I en zijn raadgevers voor het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden voor ogen hadden: te weten een intellectuele elite van Europees niveau te vormen.
De meeste professoren kwamen uit verschillende Europese landen, voornamelijk uit beroemde Duitse universiteiten en uit Frankrijk, terwijl slechts weinigen uit Noord-Nederland afkomstig waren. Voor wat de Duitse hoogleraren betreft, kon Willem I rekenen op de zoektocht die werd ondernomen door zijn vertrouwensman, de diplomaat Hans Christoph Ernst von Gagern. Van de autochtone hoogleraars, was een aantal al hoogleraar aan de voormalige Universiteit van Leuven, die in 1797 was opgeheven. Men vond ze meest (vanwege hun leeftijd of vanwege hun filosofische ingesteldheid) niet meer terug na 1834 in de nieuwe Katholieke Universiteit van Mechelen, weldra verhuisd als Katholieke Universiteit Leuven.
Het onderwijs werd in het Latijn gegeven zoals destijds gebruikelijk was in de Nederlanden. De universiteit verwelkomde bij de opening 230 studenten. Ze bleef werkzaam tot 1835 en sloot definitief de deuren op 15 augustus 1835. Gedurende de achttien jaar van haar academisch bestaan telde ze 8020 inschrijvingen.
Sommige afgestudeerden speelden een niet geringe rol bij het ontstaan van België en meer algemeen in het intellectuele en wetenschappelijke leven van het Belgische koninkrijk.[3]
De rectores magnifici
bewerkenElk jaar werd een Leuvens hoogleraar tot rector magnificus aangesteld.
- 1817-1819: François Joseph Harbauer
- 1819-1820: Jean-Ferdinand Sentelet
- 1820-1821: Henri-Ferdinand Decoster
- 1821-1822: Georg Joseph Bekker
- 1822-1823: Charles Jacmart
- 1823-1824: Franz Jacob Goebel
- 1824-1825: Jean-François-Michel Birnbaum
- 1825-1827: Franz-Joseph Dumbeck
- 1827-1828: Jean Marie Baud
- 1828-1829: Franz-Joseph Adelmann
- 1830-1832: Charles Jacmart
De hoogleraren
bewerkenIn 1830 klaagde men over het feit dat koning Willem I der Nederlanden zo veel buitenlandse leerkrachten had gekozen, maar, zo schrijft Carlo Bronne:
In tegenstelling tot Nederland, had België tijdens de voorafgaande eeuw geen historici of humanisten van grote kwaliteit gehad. De koning moest beroep doen op buitenlandse leerkrachten om de leerstoelen te bezetten en het was verkeerd hem dit te verwijten, want hij kon niet anders. Sommigen onder hen waren trouwens opvoeders van hoog gehalte.[4]
Hoogleraren aan de faculteit rechten
bewerken- Jean-François-Michel Birnbaum, Strafrecht, Politieke geschiedenis van Europa en Statistiek
- Jacques Philippe De Bruyn, Pandecten, Natuur- en volkerenrecht
- Henri-Ferdinand Decoster, Burgerlijk recht, Publiek recht en Internationaal recht
- Adrianus Catharinus Holtius, Romeins recht
- Xavier Jacquelart, Instellingen van het Romeins recht
- Auguste Molitor
- Adolphe Roussel, Strafrecht, Natuurrecht en Encyclopedia van het recht
- Léopold August Warnkönig, Pandecten, Instituten en filosofie van het recht
- Rudolph Winssinger
Hoogleraren aan de faculteit geneeskunde
bewerken- Jean Marie Baud
- Guillaume Joseph van Gobbelschroy
- François Joseph Harbauer
- Charles François Jacmart
- Antonius Gerard van Onsenoort
- Adriaan van Solingen, Geneeskundige praktijk[5]
- Joseph Josse Vandertaelen
- Jean Martin von Zinkgräf
Hoogleraren aan de faculteit wis- en natuurkundige wetenschappen
bewerken- Franz-Joseph Adelmann
- Michel Gloesener
- Franz Jacob Goebel
- Jean-Baptiste van Mons
- Gasparo Pagani[6]
- Jean Ferdinand Sentelet
Hoogleraren aan de faculteit letteren en wijsbegeerte
bewerken- Georg Joseph Bekker
- Albert ten Broeke Hoekstra, Nederlandse letteren
- Franz-Joseph Dumbeck
- Frederik Christiaan de Greuve
- Stephanus Heuschling
- Joseph Jacotot
- J.H. Janssens, Retorica, Metafysica en Moraal
- Jan-Baptist Liebaert
- Gerrit Johan Meijer, Nederlandse taal en letterkunde, Vaderlandse geschiedenis en Welsprekendheid
- Franz Mone
- Frédéric de Reiffenberg[7]
- Lodewijk Gerard Visscher
Oud-studenten van de Rijksuniversiteit Leuven
bewerkenLiteratuur
bewerken- Annales Academiae Lovaniensis, 1821-1827 (1817-1826).
- J. J. Dodt, Repertorium dissertationum belgicarum, Utrecht, 1835.
- A. Ferrier, Description historique et topographique de Louvain, Brussel, 1837.
- E. Van Even, Louvain monumental..., Leuven, 1860.
- Victor Brants, La faculté de droit de l'Université de Louvain à travers cinq siècles (1426-1906). Esquisse historique, Leuven, 1906.
- Hubert Nélis, Inventaire des archives de l'Université de l'État à Louvain, Brussel, 1917.
- G. Bourgeois, Un Fumacien oublié: Charles Jacmart, Recteur magnifique de l'Université de Louvain, in: Nouvelle Revue de Champagne et de Brie, 1925, p. 9 e.v.
- Carlo Bronne, L'amalgame ou la Belgique de 1814 à 1830, Brussel, [1948].
- Albert Bruylants, Les chimistes louvanistes et leur temps, II, L'École Centrale de la Dyle (1795-1814) et l'Université d'État (1816-1835), in: Bulletin trimestriel de l'Association des Amis de l'Université de Louvain, 1955, nr. 3.
- Gisela Wild, Leopold August Warnkönig 1794 - 1866. Ein Rechtslehrer zwischen Naturrecht und historischer Schule und ein Vermittler deutschen Geistes in Westeuropa, Karlsruhe, 1961.
- B. Borghgraef van der Schueren, De universiteiten in de Zuidelijke provincies onder Willem I, Brussel, 1973.
- La faculté de droit de l'Université d'État de Louvain, in: Jura Falconis, XI (1975), nr. 3.
- E. Lamberts en J. Roegiers, De Universiteit te Leuven, 1425-1985, Leuven, 1985.
- Mia De Neef, De Faculteit Wijsbegeerte en Letteren van de Rijksuniversiteit te Leuven (1817-1835), onuitgegeven verhandeling, Leuven, KU Leuven, 1986.
- Geert Vanpaemel, J. B. Van Mons (1765-1842) en het scheikundige-onderwijs aan de Rijksuniversiteit Leuven, in: Communications de l'Académie Royale, Classe des Sciences, 48 (1986), nr. 4, p. 87-100.
- Geertrui Couderé, De studenten aan de Rijksuniversiteit Leuven (1817-1835), in: Liber amicorum Dr. J. Scheerder, Leuven, 1987, p. 241-261.
- Arlette Graffart, La matricule de l'Université de Louvain (1817-1835), in: Album Carlos Wyffels, Brussel, 1987, p. 177-188.
- Pieter Dhondt, Un double compromis. Enjeux et débats relatifs à l'enseignement universitaire en Belgique au XIXe siècle, Gent, 2011.
- Joris Snaet en Tom Verbist, De Grote Aula van de Leuvense Universiteit, in: M&L, 32 (2013), nr. 1, p. 33-64.
Zie ook
bewerkenNoten
bewerken- ↑ Arlette Graffart, La matricule de l'Université de Louvain (1817-1835), in: Album Carlos Wyffels, Brussel, 1987, blz. 181: "Elle ferma ses portes le 15 août 1835".
- ↑ Geertrui Couderé, De studenten aan de Rijksuniversiteit Leuven (1817-1835), in: Liber amicorum Dr. J. Scheerder, Leuven, 1987, blz. 241 en blz. 259.
- ↑ Arlette Graffart, La matricule de l'Université de Louvain (1817-1835), in: Album Carlos Wyffels , Brussel, 1987, blz. 179 e.v.
- ↑ Zie Carlo Bronne, L'amalgame ou la Belgique de 1814 à 1830, Brussel, [1948], p. 269: "Au contraire de la Hollande, la Belgique n'avait eu au siècle précédent ni historiens ni humanistes de classe. Le roi avait dû faire appel à des maîtres étrangers pour occuper les chaires universitaires et c'est à tort qu'on le lui reprocha car il n'aurait pu faire autrement. Parmi eux se trouvaient d'ailleurs des éducateurs d'élite".
- ↑ Adriaan van Solingen.
- ↑ Lucien Godeaux, Esquisse de l'histoire des mathématiques en Belgique pendant le XIXe siècle et le début du XXe, in: Florilège des sciences en Belgique, Brussel, 1967, p. 117.
- ↑ Carlo Bronne, La tapisserie royale, Brussel-Parijs, 1952, p. 92.