Brikgronden
Brikgronden zijn volgens de Nederlandse bodemclassificatie alle minerale gronden met duidelijke klei-inspoeling in de B-horizont. Dit heet in het Nederlandse systeem een textuur-B of briklaag. Internationaal wordt gesproken van een argillic B-horizon. Het is een horizont met een blokkige structuur en een donkerder kleur en vastere consistentie dan de erboven gelegen A-horizont en de eronder gelegen C-horizont.
Brikgronden worden uitsluitend aangetroffen op pleistocene sedimenten als oude rivierklei of löss. Het zijn gronden waar bodemvormende processen al gedurende een lange periode actief zijn.
Onderverdeling
bewerkenDe brikgronden worden op basis van het voorkomen van hydromorfe kenmerken op geringe diepte onderverdeeld in twee suborden:
- Hydrobrikgronden - gronden met tijdelijke hoge, maar het grootste deel van het jaar lage grondwaterstanden
- Xerobrikgronden - gronden met lage grondwaterstanden
De twee suborden worden op (sub)groep niveau verder onderverdeeld in:
- Hydrobrikgronden
- Hydrobrikgronden
- Beemdbrikgronden - hydrobrikgronden met een zandbovengrond
- Kuilbrikgronden - hydrobrikgronden zonder een zandbovengrond
- Hydrobrikgronden
- Xerobrikgronden
- Xerobrikgronden
- Bergbrikgronden - xerobrikgronden met de briklaag aan het oppervlak of direct onder de bouwvoor (Ap-horizont) (geërodeerde brikgronden)
- Delbrikgronden - xerobrikgronden met een zandbovengrond en met hydromorfe kenmerken in de Bt-horizont
- Rooibrikgronden - xerobrikgronden met een zandbovengrond, zonder hydromorfe kenmerken in de E- of de Bt-horizont
- Daalbrikgronden - xerobrikgronden met roestvlekken in de Bt-horizont
- Radebrikgronden - xerobrikgronden waarin hydromorfe kenmerken ontbreken of met roestvlekken dieper dan de Bt-horizont
- Xerobrikgronden
- Bakker, H. de en J. Schelling, 1966. Systeem voor de bodemclassificatie voor Nederland, de hogere niveaus. Pudoc, Wageningen.
- Bakker, H. de en J. Schelling, 1989 - 2e gew. druk bewerkt door J. Brus en C. van Wallenburg. Systeem voor de bodemclassificatie voor Nederland, de hogere niveaus. Pudoc, Wageningen. [1]