SBM Offshore: verschil tussen versies
Regel 155: | Regel 155: | ||
Op 18 oktober 2013 publiceert een anonieme ex-werknemer<ref>[http://digitaleeditie.nrc.nl/digitaleeditie/NH/2015/1/20150205___/2_02/article5.jpg#forceErrorCheck NRC noemt op 5 februari 2015 de naam Jonathan Taylor]</ref> van SBM Offshore op de Engelstalige Wikipedia een document<ref>http://www.webcitation.org/mainframe.php</ref> waaruit naar voren komt dat SBMO tussen 2005 en 2011 ruim US$ 250 miljoen aan [[steekpenningen]] betaald zou hebben in een groot aantal landen. De ex-werknemer zou hebben geprobeerd het bedrijf met dit document te chanteren. Nadat het bedrijf niet inging op de dreigementen werd het document gepubliceerd. SBMO heeft naar aanleiding van het naar buiten komen van het gelekte document externe accountants ingehuurd om de zaak te onderzoeken.<ref>{{citeer nieuws|uitgever=Volkskrant|url=http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2680/Economie/article/detail/3592234/2014/02/07/SBM-betaalde-185-miljoen-aan-steekpenningen.dhtml|titel=SBM betaalde 185 miljoen aan steekpenningen|datum= 7 februari 2014|geraadpleegd=27 februari 2014}}</ref> |
Op 18 oktober 2013 publiceert een anonieme ex-werknemer<ref>[http://digitaleeditie.nrc.nl/digitaleeditie/NH/2015/1/20150205___/2_02/article5.jpg#forceErrorCheck NRC noemt op 5 februari 2015 de naam Jonathan Taylor]</ref> van SBM Offshore op de Engelstalige Wikipedia een document<ref>http://www.webcitation.org/mainframe.php</ref> waaruit naar voren komt dat SBMO tussen 2005 en 2011 ruim US$ 250 miljoen aan [[steekpenningen]] betaald zou hebben in een groot aantal landen. De ex-werknemer zou hebben geprobeerd het bedrijf met dit document te chanteren. Nadat het bedrijf niet inging op de dreigementen werd het document gepubliceerd. SBMO heeft naar aanleiding van het naar buiten komen van het gelekte document externe accountants ingehuurd om de zaak te onderzoeken.<ref>{{citeer nieuws|uitgever=Volkskrant|url=http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2680/Economie/article/detail/3592234/2014/02/07/SBM-betaalde-185-miljoen-aan-steekpenningen.dhtml|titel=SBM betaalde 185 miljoen aan steekpenningen|datum= 7 februari 2014|geraadpleegd=27 februari 2014}}</ref> |
||
Het chanteren werd nooit bewezen en in de jaren daarop kwam |
Het chanteren werd nooit bewezen en in de jaren daarop kwam SBMO meerdere keren negatief in het nieuws betreffende vermeende corruptie praktijken, het niet naleven van veiligheidsvoorschriften en mismanagement. |
||
=== Brazilië === |
=== Brazilië === |
Versie van 26 apr 2021 22:59
SBM Offshore N.V. | ||||
---|---|---|---|---|
Beurs | Euronext: SBMO | |||
Oprichting | 1965 | |||
Sleutelfiguren | Bruno Chabas, CEO Douglas Wood (CFO) Philippe Barril (COO) Erik Lagendijk (CGCO) | |||
Land | Nederland | |||
Hoofdkantoor | Schiphol | |||
Werknemers | 4350 (gemiddeld in 2020) | |||
Producten | Installaties voor de productie en opslag van olie- en gasproducten | |||
Industrie | olie-industrie | |||
Omzet/jaar | US$ 2240 miljoen (2018) | |||
Winst/jaar | US$ 344 miljoen (2018) | |||
Website | SBM Offshore | |||
|
SBM Offshore N.V. is een Nederlandse onderneming die zich richt op de productie van installaties voor de productie en opslag van olie- en gasproducten. Het bedrijf is vooral actief op het gebied van de bouw, lease en exploitatie van drijvende opslag- en productieplatforms (FPSO).
Activiteiten
SBM Offshore (SBMO) is ontstaan uit diverse Nederlandse scheepswerven en heeft zich ontwikkeld tot een offshore specialist. SBM Offshore ontwerpt, exploiteert en verkoopt of least grote installaties en schepen voor de olie- en gasindustrie. Het levert vooral drijvende platforms voor de productie, opslag en overslag van olie en gas, ofwel Floating Production and Storing Offloading Systems. Deze schepen kunnen ook geschikt worden gemaakt als drijvende overslagsystemen voor LPG en vloeibaar aardgas (LNG). Ook levert SBMO speciale componenten voor boorschepen en offshore hef- en hijssystemen. SBM Offshore beschikt zelf niet over werven of fabrieken voor het maken van deze installaties, dit wordt (wereldwijd) uitbesteed.
Resultaten
In de onderstaande figuur een overzicht van de resultaten van SBMO sinds 2006. In 2011 realiseerde het bedrijf een record aan nieuwe orders, een significant bedrag was het gevolg van een nieuwe opdracht voor een drijvend productie en opslagplatform voor de Braziliaanse oliemaatschappij Petrobras. SBM zal FPSO Cidade de Ilhabela gedurende 20 jaar verhuren aan Petrobras hetgeen een waarde vertegenwoordigd van US$ 3,5 miljard. Het grote verlies was het gevolg van een last van US$ 857 miljoen met betrekking tot het Yme-platform en een daaraan gerelateerd project.
Jaar[1] | Omzet | Nieuwe orders | Orderportefeuille (einde jaar) |
Nettoresultaat | Aantal werknemers (gemiddeld) |
---|---|---|---|---|---|
2006 | $ 1990 | $ 4916 | $ 6992 | $ 216 | 2356 |
2007 | $ 2871 | $ 3822 | $ 7955 | $ 267 | 2715 |
2008 | $ 3060 | $ 4365 | $ 9247 | $ 228 | 3263 |
2009 | $ 2956 | $ 3800 | $ 10.032 | $ 230 | 3539 |
2010 | $ 3056 | $ 4532 | $ 11.502 | $ 276 | 3787 |
2011 | $ 3157 | $ 8552 | $ 16.910 | $ -441 | 4385 |
2012 | $ 3695 | $ 1322 | $ 14.538 | $ -75 | 5275 |
2013 | $ 4803 | $ 10.081 | $ 19.700 | $ 114 | 7126 |
2014 | $ 5482 | $ 3100 | $ 21.800 | $ 575 | 8330 |
2015 | $ 2705 | $ 248 | $ 18.900 | $ 110 | 7020 |
2016 | $ 2272 | $ 110 | $ 17.100 | $ 247 | 5237 |
2017 | $ 1861 | $ 2608 | $ 16.800 | $ -1 | 4150 |
2018 | $ 2440 | $ 14.800 | $ 344 | 4103 |
Geschiedenis
SBMO is in 1965 ontstaan uit de fusie van verschillende Nederlandse scheepswerven, die toen verder samen gingen onder de naam IHC Holland. In eerste instantie richtte de productie zich op olietankers, maar dat werd spoedig uitgebreid naar de productie van boorplatforms. In 1969 werd (als afsplitsing van IHC-Gusto) hiervoor een speciale maatschappij opgericht: Single Buoy Mooring Inc. (SBM)
Door de malaise in de scheepsbouwwereld brak vervolgens een onrustige periode aan, waarin verschillende bedrijfsonderdelen werden afgestoten en andere juist werden toegevoegd. Uiteindelijk ontstonden twee maatschappijen: IHC Inter Holdings en Caland Holdings. In 1984 fuseerden beide bedrijven tot IHC Caland N.V. Uiteindelijk werden in 2004 de laatste scheepswerven verkocht en werd per 1 mei 2005 de naam gewijzigd in SBM Offshore. De scheepswerven gingen verder onder de naam IHC Merwede.
Yme-platform
In 2006 tekende SBMO een contract voor de bouw van een platform gebaseerd op een olieopslagtank die rust op de zeebodem voor het Yme-olieveld in het Noorse deel van de Noordzee.[2] De opdrachtgever was het Canadese energiebedrijf Talisman. Het contract voor het platform had een waarde van US$ 500 miljoen en de oplevering was gepland in 2008.[2] SBMO wilde een nieuwe markt betreden, maar had geen ervaring met de bouw van dit soort platforms en met de strenge regelgeving van de Noorse overheid. De bouw werd uitbesteed aan een scheepswerf in Abu Dhabi.
In 2008 werd reeds duidelijk dat het project alleen uitvoerbaar was tegen hogere kosten, de opleveringsdatum werd verschoven naar begin 2009. De kwaliteit van het geleverde werk was volgens de koper onvoldoende en vereiste extra werkzaamheden anders zou het platform niet worden geaccepteerd. In 2011 moest SBMO al voor US$ 850 miljoen aan afboekingen doen op het Yme-platform door kostenoverschrijdingen, productiefouten en vertraging in de oplevering van het project.[2] Eind december 2012 nam SBM nog eens een buitengewone last van US$ 400 miljoen. Hiermee is volgens SBMO de waarde van het platform tot nul afgeboekt.[2]
Talisman en SBMO maken nog ruzie over het project. Beide bedrijven zijn in onderhandeling over een schikking. Op 11 maart 2012 had SBMO hiervoor een bedrag gereserveerd van US$ 200 miljoen. Als dit bedrag daadwerkelijk uitgekeerd moet worden dan komt de totale financiële schade voor SBMO uit op US$ 1,5 miljard.[2]
Als gevolg van deze grote verliezen is de financiële positie van SBMO uitgehold. Medio december 2012 werd ook bekend dat SBM nieuwe aandelen gaat uitgeven. HAL Investments zal US$ 193 miljoen betalen voor 17 miljoen nieuwe aandelen. Deze uitgifte ter grootte van 9,95% van het uitstaande aandelenkapitaal geeft HAL een belang van ruim 13% in SBMO. HAL had al bijna 5% van de aandelen in handen.[2] HAL staat ook garant voor een mogelijke claimemissie in 2013, maar deze komt alleen als SBM) een schikking weet te bereiken met Talisman voor 11 maart.[2]
In maart 2013 troffen SBMO en Talisman een definitieve schikking met betrekking tot het Yme-project.[3] SBMO betaalt US$ 470 miljoen, dat is US$ 270 miljoen meer dan in december 2012 nog werd verwacht, aan Talisman als bijdrage aan de kosten van de ontmanteling van het platform.[3] Alleen het deel dat boven het water uitkomt wordt verwijderd, de rest zal worden overgedragen aan de licentiehouders van Yme die naar alternatieve ontwikkelingsmogelijkheden van het olieveld willen kijken. SBMO zal toezien op het transport en de uiteindelijke ontmanteling van het platform.[3]
In juli 2017 werd bekend dat SBMO een schikking heeft getroffen met diverse verzekeraars over de schade van Yme. SBMO zal US$ 247 miljoen ontvangen, waarmee de uitstaande vorderingen tegen een meerderheid van de verzekeraars zijn afgewikkeld.[4] SBMO heeft nog vorderingen uitstaan bij andere verzekeraars en hiervoor staat een rechtszaak gepland in oktober 2018.[4]
Afstoten niet kern-activiteiten
Door de slechte gang van zaken bij het Yme-project is Bruno Chabas sinds januari 2012 de CEO bij SBMO opgevolgd door Peter van Rossum (CFO) per medio 2012. Om de financiële positie te verbeteren wil SBMO voor US$ 400 miljoen aan niet-kernactiviteiten afstoten.
Een van de eerste acties was de verkoop van GustoMSC. De ontwerp- en engineeringafdeling van Gusto vormt sinds 2011 met Marine Structure Consultants (MSC) GustoMSC in Schiedam. GustoMSC is marktleider van jack-upsystemen voor offshore constructie-equipment en telt ongeveer 130 medewerkers. Eind november 2012 werd de verkoop van GustoMSC aan Parcom Capital voor US$ 185 miljoen afgerond.[5] Op de verkoop werd een winst geboekt van ruim US$ 120 miljoen. Na deze verkoop zal SBMO zich volledig richten op zijn kernactiviteit: de bouw, lease en exploitatie van drijvende opslag- en productieplatforms (FPSO).
Corruptie en Schandalen
Op 18 oktober 2013 publiceert een anonieme ex-werknemer[6] van SBM Offshore op de Engelstalige Wikipedia een document[7] waaruit naar voren komt dat SBMO tussen 2005 en 2011 ruim US$ 250 miljoen aan steekpenningen betaald zou hebben in een groot aantal landen. De ex-werknemer zou hebben geprobeerd het bedrijf met dit document te chanteren. Nadat het bedrijf niet inging op de dreigementen werd het document gepubliceerd. SBMO heeft naar aanleiding van het naar buiten komen van het gelekte document externe accountants ingehuurd om de zaak te onderzoeken.[8]
Het chanteren werd nooit bewezen en in de jaren daarop kwam SBMO meerdere keren negatief in het nieuws betreffende vermeende corruptie praktijken, het niet naleven van veiligheidsvoorschriften en mismanagement.
Brazilië
Vanwege de mogelijke betrokkenheid van staatsoliebedrijf Petrobras willen vier Braziliaanse oppositiepartijen dat er een delegatie naar Nederland afreist om de affaire tot op de bodem uit te zoeken.[9] Op 31 maart 2014 maakte Petrobras bekend dat uit een intern onderzoek geen bewijs is gevonden van illegale betalingen door SBMO.[10] In september 2015 werd SBMO uitgenodigd te bieden op een order van Petrobras voor twee FPSO's. SBMO was eerder op een zwarte lijst geplaatst vanwege het corruptieschandaal bij Petrobras, maar is van deze lijst verwijderd en kan weer zaken doen met het Braziliaanse bedrijf.[11] In juli 2016 betaalde SBMO US$ 162,8 miljoen aan de Braziliaanse partijen in deze affaire waarvan US$ 149 miljoen voor Petrobas.[12]
Eind juli 2018 werd een nieuwe overeenkomst getekend met Petrobras en de Braziliaanse overheid.[13] De corruptiezaak werd geschikt en SBMO betaalt zo'n US$ 299 miljoen als boete en schadevergoeding. Op zijn beurt zullen Petrobras en Brazilië geen nieuwe rechtszaken meer beginnen en mag SBMO weer meedoen aan gunningsprocedures voor nieuwe FPSO's.[13] Alleen de corruptiezaak die al voor de rechter is, valt niet onder het gesloten akkoord. Hier bepaalde de rechter dat Petrobras een deel van de vergoeding aan SBMO mag inhouden totdat in deze rechtszaak uitspraak is gedaan.[13] In september 2018 bereikte SBMO een akkoord met de Braziliaanse aanklager. Het betaalt nog eenmalig US$ 48 miljoen waarmee de affaire tot een einde komt.[14] In oktober 2019 keurde de rechter de overeenkomst van de aanklager goed en daarmee is de slepende corruptiezaak tot een definitief einde gekomen.[15] Met dit laatste bedrag loopt de totale provisie vanwege de Braziliaanse affaire voor SBMO op naar US$ 347 miljoen.
Afrika
Op 1 april 2014 kwam naar buiten dat het bedrijf een hoge boete boven het hoofd hangt wegens omkooppraktijken in twee Afrikaanse landen.[16] Een dag later bleek uit een eigen verklaring van SBMO dat de omvang van de smeergeldaffaire in Afrika circa US$ 42 miljoen betreft, hierdoor vallen de te verwachten boetes waarschijnlijk veel lager uit dan eerder verwacht.[17] Maar op 6 augustus 2014 bracht het bedrijf zelf naar buiten US$ 240 miljoen te reserveren voor de kosten van smeergeldaffaires.[18] Dat bleek op 12 november exact het bedrag waarmee geschikt was met het Nederlandse Openbaar Ministerie,[19] de grootste schikking ooit in Nederland. De schikking staat niet in de weg dat het nieuwe bestuur van de firma ex-bestuurders voor de rechter kan gaan slepen.[20]
Verenigde Staten
Eind 2017 hebben SBMO en dochterbedrijf SBM Offshore USA een schikking getroffen met het Amerikaanse ministerie van Justitie.[21] SBMO betaalt US$ 238 miljoen aan de Amerikaanse autoriteiten vanwege omkoping van functionarissen in Brazilië, Angola, Equatoriaal Guinea, Kazachstan en Irak.[21] Het bedrijf trof eerder een schikking, maar de Amerikaanse autoriteiten behielden het recht de zaak te heropenen als nieuwe informatie beschikbaar zou komen.[21]
Aandeelhouders misleid
In april 2019 kreeg SBMO een boete van 2 miljoen euro van de Autoriteit Financiele Markten (AFM).[22] In een toelichting van 75 pagina’s op de boete laat zien hoe SBMO omging met de afhandeling van de fraude en koersgevoelige informatie niet direct meldde.[23] Deze boete kan leiden tot schadeclaims van beleggers die zich misleid voelen.
- ↑ Diverse jaarverslagen van SBM Offshore
- ↑ a b c d e f g Het Financieele Dagblad, SBM schrijft $ 400 miljoen af, 21 december 2012, p.11
- ↑ a b c Volkskrant SBM Offshore sluit Noors hoofdpijndossier Yme, 12 maart 2013, geraadpleegd op 13 maart 2013
- ↑ a b Telegraaf SBM treft schikking in hoofdpijndossier Yme, 17 juli 2017, geraadpleegd op 17 augustus 2017
- ↑ Beurs.nl: SBM Offshore rondt verkoop GustoMSC af. Geraadpleegd op 25 december 2012.
- ↑ NRC noemt op 5 februari 2015 de naam Jonathan Taylor
- ↑ http://www.webcitation.org/mainframe.php
- ↑ "SBM betaalde 185 miljoen aan steekpenningen", Volkskrant, 7 februari 2014.
- ↑ Telegraaf Brazilië wil onderste steen boven bij SBM, 18 februari 2014, geraadpleegd op 26 februari 2014
- ↑ (en) Reuters Petrobras finds no evidence of bribes in SBM Offshore probe, 31 maart 2014, geraadpleegd op 9 oktober 2015
- ↑ Volkskrant SBM doet weer mee in Brazilië, 29 september 2015, geraadpleegd op 9 oktober 2015
- ↑ NOS, 16 juli 2016, Miljoenenschikking Nederlands bedrijf in Braziliaanse corruptiezaak
- ↑ a b c Telegraaf SBM stap dichter bij verlossing in Brazilië, 26 juli 2018, geraadpleegd op 27 juli 2018
- ↑ Accountant Weer schikking SBM in Brazilië, 3 september 2018, geraadpleegd op 5 september 2018
- ↑ Nieuwsblad Transport SBM Offshore ontsnapt aan rechtsvervolging in Brazilië, 9 oktober 2019, geraadpleegd op 24 oktober 2019
- ↑ SBM krijgt boete 200 tot 400 miljoen dollar. telegraaf.nl.
- ↑ Opluchting over omkoopzaak SBM. telegraaf.nl.
- ↑ SBM Offshore neemt last voor smeergeldaffaire. telegraaf.nl.
- ↑ SBM Offshore schikt met OM voor US$ 240 miljoen. telegraaf.nl.
- ↑ SBM Offshore: mogelijk aangifte ex-bestuurders. telegraaf.nl.
- ↑ a b c SBM Offshore schikt in de VS voor $238 miljoen vanwege omkoping. Business Insider (30 november 2017).
- ↑ AccountantWeek SBM Offshore heeft tot vier keer toe de markt niet geïnformeerd over omkooppraktijken in Brazilië, 8 april 2019, geraadpleegd op 10 april 2019
- ↑ AFM AFM beboet SBM Offshore voor niet tijdig openbaar maken voorwetenschap, 5 april 2019, geraadpleegd op 10 april 2019