Meerderheidsstelsel: verschil tussen versies
Uiterlijk
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
voor- en nadelen |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
In een '''meerderheidsstelsel''' in een [[districtenstelsel]] moet een [[politieke partij|partij]] in een gebied (district) een [[meerderheid]] behalen om zetels te veroveren. Er zijn hierbij twee mogelijkheden: een stelsel waarbij een absolute meerderheid (meer dan de helft van de helft van de stemmen) moet worden gehaald of een stelsel waarbij een relatieve meerderheid volstaat: de partij die de grootste is in een district krijgt de zetel(s). |
In een '''meerderheidsstelsel''' in een [[districtenstelsel]] moet een [[politieke partij|partij]] in een gebied (district) een [[meerderheid]] behalen om zetels te veroveren. Er zijn hierbij twee mogelijkheden: een stelsel waarbij een absolute meerderheid (meer dan de helft van de helft van de stemmen) moet worden gehaald of een stelsel waarbij een relatieve meerderheid volstaat: de partij die de grootste is in een district krijgt de zetel(s). |
||
Aan dit systeem zitten een aantal |
Aan dit systeem zitten een aantal voor- en nadelen: |
||
* Het leidt meestal dat een comfortabele meerderheid voor de regering, |
* Het leidt meestal dat een comfortabele meerderheid in het parlement voor de regering, wat bijdraagt aan de politieke stabiliteit.<br> |
||
⚫ | |||
⚫ | * Kiezers die een andere voorkeur hebben dan een grote meerderheid van zijn of haar district, heeft weinig kans ooit eens iemand van de eigen partij van het eigen district in het Lagerhuis te zien; dit kan leiden tot vervreemding van de politiek. Dit kan ook aanhangers van grote landelijke partijen overkomen. <br> |
||
⚫ | |||
⚫ | * De voorkeur van het hele electoraat wordt slecht afgespiegeld in de zetelverdeling. De verdeling van de kiezers over het land heeft veel invloed op de zetelverdeling, wat vooral kleine partijen benadeelt. Herindeling van kiesdistricten met het oog op partijbelang is dan ook geen onbekend verschijnsel; er bestaat zelfs een Engels woord voor: 'jerrymandering'. 'Tactisch stemmen' op een andere partij dan die van de eigen voorkeur wordt in dit systeem veel meer aangemoedigd dan bij evenredige vertegenwoordiging en vervormt de verkiezingsuitslag nog meer ten opzichte van wat de kiezers eigen willen. De regering steunt dan wel op een meerderheid in het Lagerhuis, maar zelden op een meerderheid van de kiezers, laat staan op de eigenlijke voorkeur van de kiezers.<br> |
||
* in het nationale parlement spelen ideologische verschillen een grote rol, meer dan in plaatselijke; het kiesstelsel gaat er echter nog steeds vanuit dat landelijke politiek een optelsom is van plaatselijke belangen.<br> |
|||
⚫ | * Kiezers die een andere voorkeur hebben dan een grote meerderheid van zijn of haar district, heeft weinig kans ooit eens iemand van de eigen partij van het eigen district in het Lagerhuis te zien; dit kan leiden tot vervreemding van de politiek. Dit kan ook aanhangers van grote landelijke partijen overkomen. |
||
⚫ | |||
⚫ | * De voorkeur van het hele electoraat wordt slecht afgespiegeld in de zetelverdeling. De verdeling van de kiezers over het land heeft veel invloed op de zetelverdeling, wat vooral kleine partijen benadeelt. Herindeling van kiesdistricten met het oog op partijbelang is dan ook geen onbekend verschijnsel; er bestaat zelfs een Engels woord voor: 'jerrymandering'. 'Tactisch stemmen' op een andere partij dan die van de eigen voorkeur wordt in dit systeem veel meer aangemoedigd dan bij evenredige vertegenwoordiging en vervormt de verkiezingsuitslag nog meer ten opzichte van wat de kiezers eigen willen. De regering steunt dan wel op een meerderheid in het Lagerhuis, maar zelden op een meerderheid van de kiezers, laat staan op de eigenlijke voorkeur van de kiezers. |
||
⚫ | |||
Versie van 6 dec 2007 08:05
In een meerderheidsstelsel in een districtenstelsel moet een partij in een gebied (district) een meerderheid behalen om zetels te veroveren. Er zijn hierbij twee mogelijkheden: een stelsel waarbij een absolute meerderheid (meer dan de helft van de helft van de stemmen) moet worden gehaald of een stelsel waarbij een relatieve meerderheid volstaat: de partij die de grootste is in een district krijgt de zetel(s).
Aan dit systeem zitten een aantal voor- en nadelen:
- Het leidt meestal dat een comfortabele meerderheid in het parlement voor de regering, wat bijdraagt aan de politieke stabiliteit.
- Het kan leiden tot een nauwere band tussen kiezer en gekozene, omdat elke kandidaat, ook een zittende premier, moet 'canvassen' in zijn of haar eigen district om gekozen te kunnen worden.
- Kiezers die een andere voorkeur hebben dan een grote meerderheid van zijn of haar district, heeft weinig kans ooit eens iemand van de eigen partij van het eigen district in het Lagerhuis te zien; dit kan leiden tot vervreemding van de politiek. Dit kan ook aanhangers van grote landelijke partijen overkomen.
- De voorkeur van het hele electoraat wordt slecht afgespiegeld in de zetelverdeling. De verdeling van de kiezers over het land heeft veel invloed op de zetelverdeling, wat vooral kleine partijen benadeelt. Herindeling van kiesdistricten met het oog op partijbelang is dan ook geen onbekend verschijnsel; er bestaat zelfs een Engels woord voor: 'jerrymandering'. 'Tactisch stemmen' op een andere partij dan die van de eigen voorkeur wordt in dit systeem veel meer aangemoedigd dan bij evenredige vertegenwoordiging en vervormt de verkiezingsuitslag nog meer ten opzichte van wat de kiezers eigen willen. De regering steunt dan wel op een meerderheid in het Lagerhuis, maar zelden op een meerderheid van de kiezers, laat staan op de eigenlijke voorkeur van de kiezers.
- in het nationale parlement spelen ideologische verschillen een grote rol, meer dan in plaatselijke; het kiesstelsel gaat er echter nog steeds vanuit dat landelijke politiek een optelsom is van plaatselijke belangen.
- Een minister, die nog meer dan parlementariërs geacht wordt het landsbelang te dienen, moet ook het eigen kiesdistrict te vriend houden, wat tot belangenverstrengeling kan leiden.