weifelend
Uiterlijk
- wei·fe·lend
vervoeging van: | weifelen |
verbogen vorm: | weifelende |
weifelend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | weifelend | weifelender | weifelendst |
verbogen | weifelende | weifelendere | weifelendste |
partitief | weifelends | weifelenders | - |
weifelend [1]
- van een persoon dat deze aarzelt of twijfelt
- Dembélé brak eindelijk door vanaf links en gaf voor op Suárez, die de weifelende Ramos te snel af was. [2]
- Willem II-reservekeeper Michael Woud had een heel wat mindere middag. Hij kreeg een 3,5 voor zijn weifelende optreden tegen FC Emmen. [3]
- Gisterenavond werd bekend dat de opening van regionaal vliegveld Lelystad opnieuw is uitgesteld - deze keer voor onbepaalde tijd. Stikstof en een weifelende Europese Commissie halen volgens luchtvaartminister Cora van Nieuwenhuizen een streep door de ‘keiharde’ openingsdatum van april 2020. [4]
- Het woord weifelend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 27-02-19 Barcelona zet dankzij Suárez Real Madrid te kijk in halve finale Copa
- ↑ Tubantia 12-05-19 De Ligt en Ziyech blinken uit in kampioensduel Ajax
- ↑ Tubantia Edwin van der Aa 03-07-19 Kamer: groei Schiphol voorlopig niet aan de orde