vijven
Uiterlijk
- vij·ven
de vijven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vijf
- Hij had een koning, twee vijven en een drie.
vijven
- Zijn waren met zijn vijven.
Zij waren vijf in getal.
- Het woord vijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.