verrassen
Uiterlijk
Niet te verwarren met: verassen |
- ver·ras·sen
- In de betekenis van ‘overrompelen’ voor het eerst aangetroffen in 1254 [1]
- Van Middelnederlands verraschen; afgeleid van ras, snel: iemand te snel afzijn
- afgeleid van ras met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verrassen |
verraste |
verrast |
zwak -t | volledig |
verrassen
- overgankelijk onverwachts confronteren, overrompelen
- De chanteur werd verrast door de bewijzen tegen hem.
- ▸ Het adembenemende uitzicht aan de andere kant van de berg verraste ons.[3]
- overgankelijk iemand onverwachts verblijden
- Ik wil je graag verrassen met dit cadeau.
- ▸ Er waren ook mensen die zelf de PCT hadden gelopen en nu anderen wilden verrassen met Trail Magic.[3]
- [1] confronteren, overrompelen
- [2] verblijden
1. iemand onverwachts met iets confronteren
2. iemand onverwachts verblijden
- Het woord verrassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verrassen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "verrassen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ verrassen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 3,0 3,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %