scoundrel
Uiterlijk
- IPA: /ˈskaʊndɹəl/
- scoun·drel
- Van Middelengels skowndrell, verdere etymologie onduidelijk; een van de mogelijkheden is een afleiding van Oudfrans escondre.[1]
scoundrel
enkelvoud | meervoud |
---|---|
scoundrel | scoundrels |
scoundrel
- (scheldwoord) bandiet, schoft [B], schurk [1]
- ↑ scoundrel (n.), Online Etymology Dictionary