jura

Niet te verwarren met: Jura

• Geluid:  jura    (hulp, bestand)
• IPA:
  • m/v en o: /ˈjyra/
  • mv (o): /ˈjura/

• ju·ra

• m/v en o: van Jura naar het gebergte waar de voor dit tijdperk kenmerkende gesteenten aan de oppervlakte liggen; naam in 1795 voor het eerst gebruikt door de Duitse onderzoeker A. von Humboldt en in 1829 verruimd tot de huidge betekenis door de Franse onderzoeker A. Brongniart^[1][2]
• mv (o): van Latijn iura, meervoud van ius "recht"^[3][4]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	jura	-
verkleinwoord	-	-

de jura v / m

1. (geologie) geologische tijdperk, tweede periode van het era mesozoïcum, waarin veel nieuwe soorten dinosauriërs ontstonden, van 200 tot 145 miljoen jaar geleden

   • In de jura verschenen vogels voor het eerst. 

• Vóór 2006 was de spelling Jura. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.

• juratijdperk

• periode (geologie)
• mesozoïcum

• laatjura
• middenjura
• vroegjura

het jura o

1. (geologie) gesteenten gevormd tijdens de tweede periode van het era mesozoïcum

   • (…) ontwikkelde zich in koraaleilanden en riffen de kalkrijke jura van het zuiden, (…) ^[5]

• In het taalgebruik wordt de onzijdige vorm ook wel voor het tijdperk gebruikt, wat begrijpelijk is omdat namen van tijdperken in de regel onzijdig zijn; ook wordt soms voor het gesteente de vorm met de gebruikt.

• De fossielen stammen uit de overgangsperiode tussen het trias, dat 240 miljoen jaar geleden eindigde, en het jura, dat 40 miljoen jaar later begon. ^[6]

• Zooals reeds boven gezegd is, zijn de belangrijkste ijzergebieden: Cleveland-district (Middlesborough), waar het ijzer voorkomt in de jura, evenals in Lotharingen, het Peak gebergte en de Schotsche Laagvlakte. ^[7]

• bovenjura, witte jura of malm
• middenjura, bruine jura of dogger
• onderjura. zwarte jura of lias

• krijt
• trias

• juragroep
• jurakalk
• jurassisch

jura mv (o)

1. recht als studie en wetenschap

   • Door zijn aanleg bestemd voor de exacte wetenschappen, studeerde hij jura. ^[8]

2. (verouderd) publiekrechtelijk verschuldigde vergoedingen voor ambtelijke dienstverlening

   • De Overheid geloofde alleen aanwezig te zijn om de lasten in te vorderen, en van den gemeenen man met executie af te dwingen; de leges en jura in te zakken enz. ^[9]

• rechten
• [1] rechtswetenschap
• [2] leges

• Het woord jura staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

vervoeging van
jurer

jura

1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van jurer

vervoeging van
jurar

jura

1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van jurar
2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van jurar