drei

drei

1. drie; het getal tussen de twee en de vier, in Arabische cijfers 3, in Romeinse cijfers III

• IPA: /dʀaɪ/
• Geluid:  drei    (hulp, bestand)

Telwoord (Duits)
0	1	2	3	4	5	6	7	8	9
10	11	12	13	14	15	16	17	18	19
20	21	22	23	24	25	26	27	28	29
30	31	32	33	34	35	36	37	38	39
40	41	42	43	44	45	46	47	48	49
50	51	52	53	54	55	56	57	58	59
60	61	62	63	64	65	66	67	68	69
70	71	72	73	74	75	76	77	78	79
80	81	82	83	84	85	86	87	88	89
90	91	92	93	94	95	96	97	98	99
100	200	300	400	500	600	700	800	900	1000
106	109	1012	1015	1018	1021	1024	1027	1030	1033
1036	1039	1042	1045	1048	1051	1054	1057	1060	1063
1066	1069	1072	1075	1099	10100	10120	10303	103003	∞

• drei

drei

1. drie; het getal tussen de twee en de vier, in Arabische cijfers 3, in Romeinse cijfers III

• Oude schrijfwijze: drey

Drei dritte zu dritt Drittel Dreier

dreierlei Dreifaltigkeit dreijährig dreimal

dreifach dreißig dreizehn dreiundzwanzig

Dreieck Dreikant Dreikäsehoch Dreimaster

• nicht bis drei zählen können

drei

1. drie; het getal tussen de twee en de vier, in Arabische cijfers 3, in Romeinse cijfers III

• Afgeleid van het Oudengelse drȳġe

drei

1. droog

draie dreie dri drige

driȝe driȝȝe drie dru

drue druie druiȝe druȝe

dry drye dryge dryȝe

• Afgeleid van het Middelnederduitse drê / drî

drei

1. drie; het getal tussen de twee en de vier, in Arabische cijfers 3, in Romeinse cijfers III

• drai
• dree
• drie
• dreu
• drij

Telwoord (pdc)
0
1	11	10	100	103
2	12	20	200	106
3	13	30	300
4	14	40	400
5	15	50	500
6	16	60	600
7	17	70	700
8	18	80	800
9	19	90	900

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

• drei

drei

1. drie

• 3

• Afgeleid van het Oudhoogduitse drī

drei

1. drie; het getal tussen de twee en de vier, in Arabische cijfers 3, in Romeinse cijfers III

• dritt

drei

1. droog

drei

1. (Zuidwestfaals) drie; het getal tussen de twee en de vier, in Arabische cijfers 3, in Romeinse cijfers III

• drai
• dreu